zondag 3 december 2017

Rond Amsterdam

Wandelen met mijn zoon, die in Amsterdam studeert. De afgelopen vijf jaar is het er niet van gekomen, maar op deze zondag lukt het dan toch. We treffen elkaar ’s ochtends op Amsterdam Centraal. 

Binnen twintig minuten zijn we per bus in het schilderachtige Broek in Waterland. Walvisvaarders bouwden hier in de zeventiende eeuw de prachtige houten huizen. Nu zijn ze geschilderd in gedekte tinten grijs, beige en blauw. Aan de gevels zie je waar vroeger de rijkdom vandaan kwam. 

Vanaf hier lopen wij langs Zuiderwoude en Durgerdam naar IJburg, zo’n twintig kilometer langs de soms rafelige randen van de stad. Een stukje van het Trekvogelpad.

Het regent de hele dag. Dat geeft niet. We lopen, we praten, we zwijgen. Hebben het over het leven. In IJburg drinken we wat. 

Dan nemen we de tram naar Centraal, waar onze wegen zich scheiden. Met natte schoenen en jas zit ik even later in de trein naar huis. Innig tevreden.      


zaterdag 7 oktober 2017

Regen

Het is somber en druilerig weer. Regen, de hele dag. Toch wil ik naar buiten, ik heb me er de hele week op verheugd. Regenjack aan en op pad. Via Clingendael loop ik naar de Benoordenhoutseweg. Aan de overkant ga ik het Haagse bos in. Ik volg hier een stukje van het Marskramerpad, het pad dat M. en ik als eerste gezamenlijke pad liepen.

Door het Haagse bos loop ik achter museum Louwman langs. Zo arriveer ik in de wijk Marlot. Mooie huizen, maar er is niets te doen: geen winkels, geen horeca. Ik passeer De Hoogwerf, een voormalige boerderij waar vroeger een restaurant was, waar mijn opa en oma hun verjaardagen wel eens vierden. Nu is het particulier bewoond, zo te zien.

Na het viaduct van de Landscheidingsweg steek ik de N44 over. Zoals iedere keer als ik hier loop verbaas ik me er weer over dat je van het centrum van Den Haag helemaal door het groen naar Voorschoten kunt lopen. Je passeert maar een paar kruispunten. Wonderlijk, zo midden in de Randstad. Wat is Den Haag toch een heerlijke stad.

Nog steeds regent het. Erg vind ik het niet. Het water zorgt ervoor dat de kleuren intenser zijn. De bomen beginnen de verkleuren, maar er zijn nog steeds vele tinten groen. De paddenstoelen beginnen te verrotten.

Het pad loopt nu langs verschillende landgoederen. Beukenhorst, Wittenburg, Oud Wassenaar, de Pauw, Backershagen en Rust en Vreugd. Sommige huizen staan er nog, sommige hebben plaatsgemaakt voor appartementen. Tussen de landgoederen Rust en Vreugd en Witzanck staan luxueuze appartementengebouwen die een soort kantelen hebben. Ze lijken op kastelen. Wat beveiliging betreft zijn er zeker overeenkomsten. Er hangen veel camera's. Mooi is het niet. Hier verschanst welgesteld Wassenaar zich als de tuin te veel werk wordt.


Op Landgoed Backershagen staat een beeldig hertenhuisje, nu in gebruik als woonhuis van iemand die erg boft.

Voor het laatste stuk moet ik weer naar de rechterkant van de N44. Er is een tunneltje voor voetgangers en fietsers, voorzien van fraai mozaiek van strand en zee. Via de Papeweg betreed ik de Horsten. Sinds de koning er woont is er weer een bemand loket bij de ingang.

Bij het theepaviljoen houdt ik het voor gezien. Met al die regen is vijftien kilometer genoeg. Ik hoef niet terug met de bus, want M. komt mij ophalen. Het klaart zowaar wat op, en we zitten nog even heerlijk buiten.


donderdag 5 oktober 2017

Strand

De zomer loopt op zijn eind. Dit weekend zullen de strandtenten verdwijnen. Reden om nog eens naar onze favoriet te wandelen. In de duinen zijn nog bramen, maar ze zijn niet lekker. Het lijkt alsof ze al verrotten voordat ze rijp zijn. Mijn eigen frambozenstruik thuis daarentegen geeft volop heerlijke frambozen, vrijwel elke ochtend een  hand vol. En anders dan eerder deze zomer heb ik geen concurrentie van de vogels. Die lieten vaak alleen wat aangevroten restanten voor mij over.

Mooi zijn de bramen wel, net als de andere bessen en vruchten die we zien. Rood, roze en oranje. Ik houd van de combinatie oranje met het grijsgroene blad van de duindoorn. Op de grond melkwitte paddenstoelen in allerlei formaten.

Op het strand is het lekker. Nauwelijks wind, dus we zitten niet achter glas maar in het zand. Er zwemmen verschillende mensen in zee. Verder zijn er veel wandelaars, al dan niet met hond. Genieten van de weidsheid van het strand, het geruis van de zee en de wisselende kleuren van de lucht.



zaterdag 23 september 2017

Eindpunt (Pieterpad I: Laren - Vorden)

We hebben nog dertien kilometer te gaan om het Pieterpad af te ronden. Dat doen wij op deze prachtige nazomerdag. Voor zo’n klein eindje hoeven we niet vroeg op te staan. M. en ik arriveren dan ook pas tegen twaalven in Laren (Gelderland).  Tegenover de kerk drinken we koffie op een zonnig terras. Geen haast. Dan pakken we het pad weer op, in zuidelijke richting.

Al snel verlaten we het dorp en lopen door zonovergoten velden. We steken de spoorlijn over, vervolgens het Twente-kanaal en dan het riviertje de Berkel. Het Pieterpad voert ons na de brug rechtdoor. Wij laten het pad dat direct na de brug langs de rivier loopt, links liggen. Dat gaat naar de Staringkoepel, naast Hoeve Draafsel, een melkveehouderij waar een Boerenbed-camping is gevestigd. Een jaar of twaalf geleden logeerde ik er eens. Het is een prachtige omgeving.

We maakten toen een kanotocht over de Berkel. Bij een stuw hier vlakbij moeten de kano’s uit het water worden getild om er na de stuw weer in te gaan. In het najaar van 2007 gebeurde er een vreselijk ongeluk. Een groep Kruidvat-personeelsleden op een bedrijfsuitje zakte de rivier op een vlot af. Bij de stuw ging het mis en het vlot stortte naar beneden. Twee mensen kwamen om het leven. Het evenementenbureau dat de tocht had georganiseerd kreeg straf.

We vervolgen onze tocht door de bossen van landgoed Velhorst. Mijn paddenstoelenhart springt op, want er staat allerlei prachtigs. Parelbovist, inktzwam, eekhoorntjesbrood, vliegenzwam en verschillende soorten waarvan ik de naam niet weet. Er staan zoveel aardappelbovisten dat het lijkt of iemand emmers aardappeltjes heeft rondgestrooid. Eerder vandaag zagen we in een weiland reusachtige champignons met hoeden van bijna een halve meter doorsnee.

Na de negentiende-eeuwse buitenplaats het Enzerinck passeren we een fraai kasteeltje: Den Bramel. Hier schijnt sinds de veertiende eeuw al een gebouw te hebben gestaan. Wat er nu staat, stamt uit de achttiende eeuw, met een gevel uit de negentiende eeuw. Het wordt particulier bewoond.


Dan lopen we Vorden binnen. Door het dorp bereiken we Kasteel Vorden, het eindpunt. Vier jaar geleden begonnen we op deze plek. Eerst liepen we naar de Pietersberg in het Zuiden, waarna we van Pieterburen in het noorden naar Vorden zijn gelopen. In totaal 236 en 262 kilometer, dus op twee na vijfhonderd kilometer. Een prestatie om trots op te zijn, en dat zijn we dan ook. We drinken er een glas wijn op in de zon bij het kasteel.

zondag 10 september 2017

Zandgrond (Den Haag)


Het heeft de afgelopen dagen zo hard geregend dat we op het laatste moment besluiten onze wandeling in Drenthe af te blazen. Niet eens zozeer omdat het ook dit weekend niet droog blijft, maar vooral omdat de (onverharde) paden nauwelijks begaanbaar zullen zijn. En om nu in de modder wegzakkend en glibberend die 25 kilometer af te leggen, is niet aanlokkelijk.

Wel willen we wandelen, en dat doen we dan maar in eigen buurt. Hier op de zandgrond zakt het water makkelijker weg. We hebben bovendien geluk met het weer: droog en zonnig.

We lopen door Clingendael, waar het al herfstig begint te worden. Toch bloeit er nog van alles, onder andere korenbloemen. Een beetje bleek, dat wel. Verder veel springbalsemien.

De bladeren verkleuren en er staan paddenstoelen. Grote zwammen aan boomstammen, kleine parelbovisten op de grond. Een eekhoorn rent vlak bij ons een boom in. Even later zien we een dode eekhoorn onderaan een boom liggen. Zou die eruit gevallen zijn? Misschien na een hartaanval. Dat zal in de dierenwereld toch ook wel gebeuren.

We steken de Benoordenhoutseweg over en stappen het Haagse bos in. Langs Huis ten Bosch lopen we richting het centrum. Wat is dat toch bijzonder: zoveel groen, eigenlijk middenin de stad. 

Bij het station verlaten we het bos en lopen naar het Lange Voorhout, waar de middag besluiten met een bezoek aan de Antiek- en boekenmarkt en De Posthoorn.

zondag 13 augustus 2017

Heide (Drenthepad: Uffelte - Diever - Appelscha)



Dit weekend weer een ander stuk van het fraaie Drenthe: de Havelterberg, een stuwdam uit de ijstijd. Kort voorbij Uffelte, waar wij het pad vandaag weer oppakken, ligt een aantal grafheuvels duidelijk zichtbaar in het veld. Het zijn brandheuvels, zo genoemd omdat ze gemaakt zijn op de plek waar de crematie plaats vond. Ze zijn van 400 voor Christus.

We passeren bloeiende heidevelden, af en toe afgewisseld met vennetjes, berkenbossen en zandvlaktes. De weidsheid van het landschap maakt indruk. Hier is het volkomen stil.

Als we Diever naderen hebben we ons ruimschoots tegoed gedaan aan de bramen, die we op veel plekken tegenkwamen. Bij een boerderij kochten we doosjes blauwe bessen. Langs Oldendiever lopen we het dorp in.

Tot onze vreugde is het dorp springlevend. Horeca, winkels, kerken: hier wordt geleefd. We hebben dat op onze wandeltochten vaak anders gezien. Dorpen waar alleen nog gewoond wordt. De winkels dicht, veel huizen te koop.

Op tijd zoeken we onze B&B De Bosbes op, waar de eigenaresse – die ruim 25 jaar geleden uit het Westen naar Drenthe verhuisde omdat ze het er zo heerlijk vond – ons hartelijk welkom heet. Op de hoofdkussens liggen miniboeketjes verse bloemetjes.

De volgende ochtend vervolgen wij onze weg, na een heerlijk ontbijt (met bloemen, kaarsjes, en o.a. koek in hartvorm). We komen in het Drents-Friese Wold, een 6000 hectare groot Nationaal Park. Even buiten Diever ligt hunebed D52, grondig onderzocht en gerestaureerd. Het bouwwerk van reusachtige stenen imponeert.

Hier passeren we stuifzand, heidevelden en bossen. De bomen zijn in de jaren dertig geplant via werkverschaffingsprojecten. Velen zullen daar slecht herinneringen aan hebben. Wij genieten van het bos en de fraaie mossen en grassen tussen de bomen, in allerlei kleuren groen.

De herfst hangt al een beetje in de lucht. Er staan veel paddenstoelen, vooral langs de kant van de weg. Ik herken aardappelbovist en eekhoorntjesbrood. Aan de rand van Appelscha, in Friesland, eindigt onze etappe. 

maandag 31 juli 2017

Zon in zee

Behalve op Lange Afstands Wandelpaden, LAW's, is het ook goed wandelen in de buurt. Naar het strand, bijvoorbeeld. Een stukje langs de weg, een zandpad door de duinen, de duinovergang oversteken. Dan staan we bovenaan de trap naar het strand en hebben een schitterend uitzicht.

We lopen naar beneden, het strand op, en gaan op het terras zitten. Kijken naar de zee, de lucht, de zon. De zon, die in de zee gaat zakken. Een prachtig gezicht, of er nu wolken zijn of niet. De verschillende kleuren blauw van de zee en van de lucht, en later de verschillende kleuren roze en oranje. Elke dag. Elke dag anders. Nooit verveelt het.

zondag 23 juli 2017

Landgoed (Pieterpad I: Hellendoorn - Holten - Laren)


Onze tocht begint waar hij vorige keer geëindigd is: met een kort bezoek aan de Albert Heijn in Hellendoorn, vlakbij de bushalte. We kopen wat proviand, drinken een bekertje koffie en maken een praatje met een vriendelijke Hellendoorner. Zo starten wij wat later dan gepland. Dat geeft niet, want het is mooi weer en het wordt pas laat donker.

We lopen het dorp uit en het bos in, langs fraaie boerderijen. Voorbij de Hellendoornsche Berg passeren we de spoorlijn. Het pad voert ons over de Haarlerberg, waar we een mooi uitzicht hebben. Dan dalen we weer langzaam af en lopen door de bossen van het landgoed de Noetselerberg, op naar de volgende ‘berg’, eigenlijk meer een heuvel: de Holterberg. We kijken uit over uitgestrekte heidevelden en bossen.

Even verderop kruist het Pieterpad het Marskramerpad, dat ik een paar jaar geleden liep. Rond de Holterberg is het vrij toeristisch. We komen verschillende -vaak grote – horecagelegenheden tegen maar besluiten door te lopen tot de spoorwegovergang in Holten. Daar blijkt een prima terras te zijn, vlak naast het spoor. Precies op tijd, want de twee flessen water die we ieder bij ons hadden, zijn leeg. Door de warmte en de heuvelachtigheid van het terrein hebben we er langer over gedaan dan we verwachtten. We hebben 15 kilometer gelopen en zouden er nog acht doen, maar door vermoeidheid en een blessure besluiten we het voor vandaag voor gezien te houden. We hebben geen haast. Dus blijven we nog even lekker op het terras zitten.

Janet van B&B Oostendijk haalt ons met de auto op. In ons appartementje aan de Larenseweg in Markelo staat een magnetronmaaltijd voor ons klaar. Het is nog steeds warm, dus we eten buiten op ons terras en genieten van de rust en stilte in de fraaie Achterhoek.

Na een lange en goede nachtrust gaan we de volgende ochtend bijtijds op pad. Janet zet ons af waar we de vorige dag gebleven zijn, bij station Holten. Door de velden lopen we naar het zuiden en passeren we een viaduct over de A1. Het geluid van de weg verstomt weer snel.
We lopen langs de Schipbeek, een brede beek die vroeger een handelsverbinding tussen Deventer en de Achterhoek en Twente vormde. Op de dijk langs de beek loopt een pad tussen rijen beukenbomen, een beukenlaantje.

Langs de Horstweg en de Vellerweg, soms verhard, soms niet, vervolgen we ons pad. Horeca is in dit gebied dun gezaaid, dus onze verrassing is groot als we een houten prieeltje tegenkomen waar een kan vers gezette koffie staat met wat lekkere dingen. We gaan aan de picknicktafel zitten en genieten van de onverwachte koffie en van het uitzicht. Het koffietentje hoort bij B&B Verwoldsehof.  
  
Even later lopen we het landgoed Verwolde op. We passeren het achttiende-eeuwse Huis Verwolde, vroeger een vesting van het hertogdom Gelre. Vlakbij ligt de theeschenkerij, bij het voormalige Jachthuis. Een waar paradijs. Julie van der Borch van Verwolde, telg uit het laatste gezin dat op het Huis Verwolde woonde, zwaait hier de scepter. Toen zij twaalf was werd het huis overgedragen aan de Stichting Geldersche Kasteelen en verhuisde zij met haar ouders naar het Jachthuis. Later kwam zij hier met haar gezin te wonen.

M. en ik strijken neer in een beeldig zitje onder een boom, op het gras. We kijken uit over een zorgvuldig aangelegde bloemenzee. Er staan vaste planten, eenjarigen, wilde planten als klaproos en papaver, en tussendoor liggen omheinde stukken moestuin. Een zeldzaam mooie plek, met veel smaak ingericht.


Na een kijkje in de Landgoedwinkel, waar ik een reusachtige courgette van het landgoed koop, pakken we in Laren de bus. Het is tot dan toe droog gebleven. Zodra we in het bushokje staan barst een regenbui met harde wind los. We hebben een goede timing vandaag.

maandag 17 juli 2017

Weids (Drenthepad: Beilen – Ruinen – Uffelte)

Wat is Drenthe een waanzinnig mooie provincie. M. en ik hebben er kennis mee gemaakt toen we, afzonderlijk van elkaar, het Pieterpad liepen. Die kennismaking is uitgemond in de wens hier nog eens naar toe te gaan om te wandelen. En zo starten wij vandaag het Drenthepad, een streekpad dat ons door de hele provincie voert. Als je het pad op de kaart bekijkt, zie je een omgekeerd hart. Dat is helemaal van toepassing. Het is niet moeilijk je hart aan dit gebied te verliezen.

We beginnen in Beilen, in de buurt van de plek waar in december 1975 een treinkaping plaatsvond. Molukkers kaapten de stoptrein Groningen - Zwolle ter hoogte van Wijster, tussen Hoogeveen en Beilen. De machinist en twee passagiers werden doodgeschoten. Na twaalf dagen hebben de kapers zich overgegeven.

Hoe vredig is het nu in het Dwingelderveld. Het Nationaal Park Dwingelderveld omvat twee heidegebieden: de Dwingelose heide en de Kraloërheide. Er liggen allerlei kleine vennetjes, die gevoed worden door regenwater. In het gebied grazen grote runderen.

We passeren de schaapskooi. De kudde is daar aanwezig. De schapen worden vandaag geschoren. Schapen eten de beplanting om de heideplanten heen, zodat de heide blijft bestaan. Wij passeren een paar grafheuvels uit de bronstijd, die duidelijk in het landschap te zien zijn.

In het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten bij de Benderse Berg pauzeren we even voor een biologisch sapje. Er is een aantrekkelijke tuin aangelegd, die mooi bij het natuurlijke landschap past. Hier vlakbij heeft Anne de Vries, auteur van onder meer ‘Bartje’, gewerkt. Bij de Benderse heide zou een tweede schaapskudde moeten grazen. Wij hebben de kudde niet gezien.

Na het passeren van de Benderse molen de Zaandplatte arriveren wij na 20 kilometer wandelen in Ruinen. Wat een verrassing: het dorp leeft volop, in tegenstelling tot veel andere dorpen waar wij in de loop van de tijd doorheen gelopen zijn. We strijken neer bij café Luning, een 19-eeuwse caféboerderij aan de Brink. Een brink is de plek waar vroeger de dieren stonden. Hier is het nu het centrum van het dorp geworden. Aan de Brink de kerk, winkels en horecagelegenheden. We logeren in De Stobbe, een fijn ouderwets hotel, vlakbij de Brink, en vrijwel aan de route.

De volgende ochtend lopen wij het dorp uit langs mooie oude boerderijen. Een landweg voert ons over de Groote Esch, een hoger gelegen gebied dat ontstaan is door het eeuwenlange uitstrooien van schapenmest en heideplaggen. We genieten van de weidse uitzichten over de velden. Felblauwe korenbloemen staan tussen het koren.

In het Theehuis bij de Anserdennen drinken we koffie in de tuin. Een mooie plek, smaakvol ingericht. Het gebied is volgens het boekje bekend om de paddenstoelen, maar die zie ik helaas niet staan.
In het algemeen is hier vrij weinig horeca. Wel zien we her en der parkeerplaatsjes, waar oudere stellen naar toekomen per auto, met de fietsen achterop, om hier fietstochten te maken. Vooral per e-bike. Ze maken een vriendelijke en ontspannen indruk. Wandelaars komen we nauwelijks tegen.

Na 12 kilometer komen we in Uffelte aan. We steken de Oude Vaart en vervolgens de Drentse Hoofdvaart over.  Na rijp beraad besluiten we daar de bus terug te nemen, want de lucht ziet er dreigend uit en er is onweer voorspeld. De volgende plaats met een bushalte is 20 kilometer verderop. Te ver voor nu.