Nadat we het Nederlandse Kustpad hadden afgerond in het Groningse Bad Nieuweschans zijn we gestart met het Noaberpad, dat daar begint. Dus we planden een paar etappes, van donderdag tot en met zondag, maar helaas: op zaterdag en zondag is daar helemaal geen openbaar vervoer. Een treurige zaak.
Nieuw plan: we worden toerist in eigen stad. Uit het boekje 'Wandelen buiten de binnenstad van Den Haag' van uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig liepen we de route 'Laakkwartier - Oh oh Den Haag'. Die begint op station Moerwijk, een station met oranje plexiglazen overkappingen boven de trappen. Het bestaat sinds 1996.
Vanaf het station lopen we naar het Alberdinck Thijmplein, een plantsoen met een stenen kop van oud-minister Willem Albarda.
Aan de achterkant van het plein, plantsoentje eigenlijk, ligt een Hindoestaanse tempel, Sewa Dhaam. Het gebouw, een oude school, is in 2013 grootscheeps verbouwd tot de tempel die het nu is. Dankzij bijdragen van de Haagse Hindoestaanse gemeenschap. Het is een exotisch gebouw met aan weerszijden van de ingang twee beelden van Ganesh, de god met het olifantengezicht.
Verderop aan de Alberdinck Thijmstraat ligt een wijkje waar alle huizen en deuren met spaanplaat zijn dichtgespijkerd. Het is met hoge hekken omringd en wordt bewaakt door Bauwatch. Een vreemd gezicht. De huizen zien er -in onze lekenogen- prima uit. Misschien worden ze opgeknapt? Maar zou je ze dan helemaal dichttimmeren? Dat duidt toch meer op slopen. Raadselachtig.
De straat gaat over in de Huis te Landelaan, waar we de grens met Rijswijk passeren. Rijswijk blijkt veel fraaie parken en landgoederen te hebben. Om te beginnen slaan we linksaf Park Westhof in. Daarna passeren we het Landgoed Te Werve, inmiddels onderdeel van een beschermd natuurpark van 26 hectare groot. De geschiedenis van het landgoed gaat terug tot de dertiende eeuw, naar Diederic Heer van den Werve. De laatste particuliere eigenaar was de eigenaar van 'De Porceleyne Fles', de beroemde aardewerkfabriek in Delft. In de verte zien we het monumentale landhuis liggen.
We lopen inmiddels over de Van Vredenburchtweg, waaraan een paar mooie landhuizen liggen. Rechtsaf, aan de Park te Wervelaan, liggen confortabele halfvrijstaande huizen van baksteen, nieuw zo te zien. Het is hier heerlijk rustig, je hoort nauwelijks verkeer.
Over een bruggetje lopen we het Rijswijkse bos in. Al snel komen we bij een open grasveld met bankjes erlangs, waar in het midden een grote naald staat. Die herinnert aan de Vrede van Rijswijk in 1697. Het vredesverdrag werd getekend in het stadhouderlijk paleis Huys ter Nieuburgh, dat heeft gestaan op deze plek. De naald is gemaakt van stenen van het voormalige paleis. Het bos was de tuin van het paleis.
Iers verderop passeren we een modern stadhuis uit 1967 dat nu al niet meer in gebruik is, het heet het oude stadhuis. Het lijkt leeg te staan. Geen mooi gebouw.
We lopen weer even terug het Rijswijkse bos in, steken een weg over en betreden het volgende park: het Von Fisennepark. Hier ligt een drukbezochte kinderboerderij. We passeren alweer een park, Park den Burgh, genoemd naar een voormalige burcht uit de veertiende eeuw. In de Tachtigjarige oorlog is de burcht verwoest. Nu staat er een gebouw uit het midden van de negentiende eeuw.
Nadat we de burgemeester Elsenlaan zijn overgestoken, lopen we Park Schoonoord binnen. Ook dit is een voormalige buitenplaats. Het landhuis, de bijbehorende boerderij en het koetshuis zijn allemaal verdwenen.
We lopen Rijswijk uit en het Laakkwartier in. Via de Van Musschenbroekstraat komen we bij de Laakkapel in de Deimanstraat. Sinds 2012 is het geen Nederlands Hervormde kerk meer, maar eigendom van de Islamitische stichting El Mouahidin. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in de kelder van deze kerk een illegale verzetskrant gemaakt met een stencilmachine.
Terwijl ik een foto van het Art Deco-gebouw maak, word ik aangesproken door een man met een baard in een djellaba. Hij is benieuwd waar ik naar op zoek ben; ik vertel over het krantje in de oorlog. Hij legt uit dat binnenkort een gebedsdienst begint in het gebouw, want het doet ook dienst als moskee. Verder is het een ontmoetingsruimte. Aan de gevel is een brede glazen entree gebouwd: daar gaan de mannen naar binnen. Voor vrouwen is iets verderop een ingang.
We nemen afscheid met een 'Salem Aleikum' en 'W-aleikum s-salem', en vervolgen onze weg, hij de moskee in en wij verder in het Laakkwartier. Veel mannen hier dragen een djellaba en de meeste vrouwen dragen een hoofddoek en een lange jurk of jas. Deze 'modesty fashion' is hier in de wijk natuurlijk ook te koop.
Via de Noordpolderkade, waar een kunstwerk staat met de naam 'Echtelijke ruzie', bestaande uit een reusachtige stoel op zijn kant en een koffiepot, komen we op de Trekweg, de kade langs de Trekvliet. Hier staat de Laakmolen, gebouwd in 1699 op de fundamenten van een eerdere molen. Hij staat dan ook een stuk lager dan het huidige maaiveld. De molen hield de Noordpolder droog, de huidige Molenwijk tussen de Trekvliet en de Rijswijkseweg.
De Laakmolen is de oudste molen in Den Haag die er nog staat. Hij is ook wel eens Galgmolen genoemd, omdat de Noordpolder eeuwenlang een galgenveld was. De molen is inmiddels omringd door moderne gebouwen en brede wegen. Een merkwaardig gezicht. Zo'n imposante molen die, als hij op het platteland staat, groot lijkt en hier, tussen de hoogbouw, nietig is.
We lopen over de Rijswijkseweg en steken de Neherkade op, richting station Hollands Spoor. We laten het voormalige Slachthuis, waarvan alleen de twee poortgebouwen nog staan, letterlijk links liggen. Vanaf hier verlaten we de route uit het boekje en lopen zelf richting het centrum van Den Haag.
Het water aan de Neherkade heet Laakhaven. De naam komt van een riviertje De Laak dat nergens meer te bekennen is. Vroeger was hier een industriegebied, gunstig gelegen aan de havens. Het was lange tijd een ongure buurt met nogal wat criminaliteit. Dat kwam onder meer door de tippelzonde in de Waldorpstraat. Inmiddels is het hele gebied op de schop gegaan. Nu staan er gebouwen van de Haagse Hogeschool en de Megastores. De wijk is onherkenbaar.
Op een gevel van een flatgebouw aan de Neherkade is een muurschildering van ooievaars, het symbool van deze mooie stad.
We steken het drukke Rijswijkseplein over, waar gebouwd wordt. De haringkraam uit het liedje 'Oh oh Den Haag' van Harrie Jekkers staat er niet meer. Om een harinkie te happen moet je nu ergens anders naar toe.
Via de Bierkade en de Dunne Bierkade lopen we richting het Spui. Over dit water werd vroeger het bier van de brouwerij in Delft naar Den Haag vervoerd. Er zijn nu veel restaurants, de bijnaam is nu 'Avenue Culinaire'.
Het is de hele dag al prachtig weer, dus we besluiten deze wandeldag op een terras bij de Nieuwe Kerk, naast het Filmhuis.
Leuk om je eigen stad eens te bekijken alsof je een toerist bent. Dan is er veel bijzonders te zien. De grootste verrassing was wel hoe groen Rijswijk is, vol oude landgoederen.