Na een lange maar comfortabele en directe treinreis
arriveren wij tegen twaalven in Leeuwarden. We verlaten de stad aan de
westelijke kant en passeren de Elfstedenhal. Een toepasselijk begin voor het
Elfstedenpad, de wandeltocht der wandeltochten.
De brug over het Van Harinxmakanaal wordt gerenoveerd. De
markering van het pad leidt ons naar een pontje dat ons over het kanaal zet.
Veel leuker dan een brug.
We lopen door Deinum. Zoals hier gebruikelijk is staat de
kerk op een terp midden in het dorp. De toren heeft een bijzondere uivormige
koepel, die Arabisch aandoet. Rondom de kerk ligt een mooi straatje en
daarachter is een pleintje met leilindes, net gerestaureerd volgens een bewoonster
die we daar tegenkomen.
Het is fris en af en toe zonnig weer. We passeren koeien met kalveren, schapen met lammetjes en eenden met kuikens. Het fluitenkruid bloeit overal. Volop lente. Na Blessum passeren we Boksum, Jelllum en Bears. Hier stond vroeger de Uniastate, die eind achttiende eeuw is afgebroken. Alleen het poortgebouw over de gracht staat er nog. Daarachter een stalen geraamte in de vorm van de Uniastate.
We passeren Jorwert, beroemd geworden door het boek van
Geert Mak, die inmiddels weer in Jorwert schijnt te wonen. Als ik thuis ben ga
ik het boek herlezen. Een bord aan
de rand van het dorp geeft aan dat hier een oud pelgrimspad loopt, het
Jabikspaad, dat aansluit op de pelgrimswegen naar Santiago de Compostella. De route van Jacob begint dus in deze omgeving. God is uit Jorwert verdwenen, maar Zijn huis staat er nog. De inrichting
is huiskamerachtig, met de stoelen in een kring en plaids eroverheen.
Tegen half zeven arriveren wij in onze B&B Lyts Kanaän in
Mantgum, gedreven door twee schoonzusters. Een hartvormige lei heet ons op zijn
Fries ‘Wolkom’ in onze riante studio. We gaan nog even naar het café tegenover
de kerk. Hier ontmoeten we twee zussen die het Elfstedenpad achter elkaar
lopen, in twee weken. Dat lijkt ons ook aantrekkelijk om te doen. Zij dragen
alle bagage in een rugzak mee, iets waarvoor wij veel respect hebben. Een tip
van de oudste zus: neem babyshampoo mee. Daar kun je alles mee wassen: jezelf,
je haar, je kleren en eventueel de afwas. Gezellig om wandelervaringen uit te
wisselen.
We verlaten Mantgum de volgende ochtend in oostelijke richting langs It Boisk en lopen tot de Swette, of de Sneker trekvaart, die we naar het zuiden volgen. Het pad is omzoomd met roze bloemen, dagkoekoeksbloemen denk ik. Ter hoogte van Easterwierrum passeren we theetuin De Dille, die volgens de website en het bord ter plaatse open zou zijn vanaf half elf. Dat is het allang, maar helaas, de theetuin is dicht en de kop koffie waar we ons op verheugd hadden gaat niet door. Maar een stuk verderop, in Boazum, is een café, compleet met Perzische kleedjes op de tafels. Een verrassing, want op de kaart staat niet het bekende kopje koffie als symbool voor een horecagelegenheid.
Via Skearnegoutum lopen we Sneek binnen, ons einddoel van
vandaag. We zijn al snel in het centrum waar prachtige gebouwen staan, zoals
het stadhuis, helemaal gerestaureerd . De zon schijnt en wij gaan lekker
op een terras in de hoek van de Markt zitten. In Limburg schijnt het te
sneeuwen. Het terras van Onder de Linden bevalt zo goed, dat we hier ’s avonds
ook gaan eten. Asperges met een geweldige Hollandaise-saus.
De twee minuten stilte voor dodenherdenking maken we in het
restaurant mee. Om ongeveer kwart voor acht gaat de muziek uit en de radio aan,
afgestemd op de nationale herdenking op de Dam. Even na achten passeert een stoet
mensen het plein, op weg naar een Joods monument. Jannewietske de Vries, sinds
vorig jaar burgemeester van Zuid-West Friesland, waaronder Sneek valt, loopt
voorop met haar ambtsketting om.
We overnachten in Logement 3B dat staat voor bier, bed &
breakfast. De inrichting is leuk retro, met veel hout en planten. Op de begane grond is een biercafé gevestigd waar men een
overweldigende keus aan bieren schenkt. M. geniet. In de hal en het trappenhuis hangen uitvergrotingen
van oude ansichtkaarten van Sneek. Onze kamer is gelukkig aan de achterkant, want er wordt hier in Sneek zo te zien flink gestapt.
De ontbijtzaal is gedecoreerd met een wandschildering van de Elfstedentocht. Hoe toepasselijk voor ons. We verheugen ons op de mooie oude steden en dorpen die we nog gaan zien op deze tocht.
De ontbijtzaal is gedecoreerd met een wandschildering van de Elfstedentocht. Hoe toepasselijk voor ons. We verheugen ons op de mooie oude steden en dorpen die we nog gaan zien op deze tocht.
De volgende ochtend wandelen wij Sneek uit door de bekende
Waterpoort. Aan de kant van de stad staat een beeld in het water van een man
die water uit een hoorn van overvloed schenkt. Hij lijkt net echt.
.
Langs een prachtig pad door de weilanden lopen we naar
IJlst, een klein stadje dat vroeger belangrijker was dan Sneek. We lopen langs
een fraaie gracht. De weg loopt tussen de gevels en de voortuinen, die aan het water liggen. Overtuinen, heet dat. Tussen de huizen door vangen we af en toe een glimp
op van het uitzicht over de weilanden.
We verlaten het dorp via een jachthaven waar ook een klein
strandje aan het water is, althans dat denken we. Als we er langs lopen zien we
dat het een oefenterrein is voor fierljeppen, poolstokspringen.
Na IJlst wordt de wandelroute minder interessant: een lange,
rechte weg, eerst naar Jutryp en dan naar De Hommerts, twee lintdorpen. Het pad
loopt langs de autoweg. Het regent af en toe een beetje en heel even vallen er
zelfs hagelstenen. Gisteren zaten we nog in de zon op een terras.
Noch in Jutryp, noch in De Hommerts komen we wat anders dan
woonhuizen tegen terwijl wij zo’n zin hebben in een kop koffie. Iets voorbij de
kerk in De Hommers is een dorpshuis. Terwijl we ernaar toe lopen, komt een
vrouw ons tegemoet die vertelt dat er vanmorgen een kerkdienst in het dorpshuis
is geweest omdat de kerk wordt verbouwd, en dat er ook koffie is geschonken,
maar dat het nu net afgelopen is. Zij stelt zich voor als de dominee en nodigt ons
bij haar thuis uit voor een kop koffie. Op deze aardige en gastvrije uitnodiging
gaan wij graag in en even later zitten wij bij de dominee thuis. Zij
werkt 7,5 jaar in de gemeente Jutryp – Hommerts, vertelt zij, en heeft daarvoor
twintig jaar gereisd. Een bijzondere ontmoeting.
Wij verlaten De Hommerts en lopen verder naar Woudsend, weer
een rechte weg naar het zuiden. Langs de kant van de weg staat een klein Mariakapelletje
met een bord: ‘Santiago 2653 km’.
Woudsend is een mooi dorp waar we op een
terras aan het water neerstrijken. De wegen hier zijn soms saai, maar de dorpen
en steden des te mooier. Aan het eind van de kade staat een negentiende-eeuwse
kerk, die nu als woonhuis in gebruik is. Door de oude dorpskern lopen we verder.
Er is kennelijk een actieve historische vereniging, want aan veel huizen hangen
bordjes waarop informatie staat over de geschiedenis van de huizen, met oude
foto’s. Ik wil hier graag nog eens naar toe om dit beter te bekijken. We komen
langs de oudste katholieke kerk van Nederland, vroeger een schuilkerk. Langs molen
Het Lam lopen we het dorp uit. Eigenlijk wilden we doorlopen naar Ypecolsga,
nog wat verder dan Woudsend, maar ook hier bij Woudsend blijkt een halte te
zijn van de bus naar Sneek. We stappen hier op en reizen terug. Volgende keer
starten wij onze tocht hier.