zondag 5 mei 2019

It giet oan (Elfstedenpad: Leeuwarden - Mantgum - Sneek - Woudsend)

Na een lange maar comfortabele en directe treinreis arriveren wij tegen twaalven in Leeuwarden. We verlaten de stad aan de westelijke kant en passeren de Elfstedenhal. Een toepasselijk begin voor het Elfstedenpad, de wandeltocht der wandeltochten.

De brug over het Van Harinxmakanaal wordt gerenoveerd. De markering van het pad leidt ons naar een pontje dat ons over het kanaal zet. Veel leuker dan een brug.

We lopen door Deinum. Zoals hier gebruikelijk is staat de kerk op een terp midden in het dorp. De toren heeft een bijzondere uivormige koepel, die Arabisch aandoet. Rondom de kerk ligt een mooi straatje en daarachter is een pleintje met leilindes, net gerestaureerd volgens een bewoonster die we daar tegenkomen.

We verlaten Deinum en lopen naar het zuidwesten, naar Blessum. Anders dan het pad aangeeft lopen wij tot de kerk. Ook dit is weer een prachtig dorp. In de kerk hebben onderduikers gezeten, geeft een bord aan. Een van hen vestigde zich na de oorlog in Nieuw Zeeland en kwam speciaal een keer terug om de inwoners van het dorp die zijn leven hebben gered, te bedanken.

 Het is fris en af en toe zonnig weer. We passeren koeien met kalveren, schapen met lammetjes en eenden met kuikens. Het fluitenkruid bloeit overal. Volop lente. Na Blessum passeren we Boksum, Jelllum en Bears. Hier stond vroeger de Uniastate, die eind achttiende eeuw is afgebroken. Alleen het poortgebouw over de gracht staat er nog. Daarachter een stalen geraamte in de vorm van de Uniastate.

We passeren Jorwert, beroemd geworden door het boek van Geert Mak, die inmiddels weer in Jorwert schijnt te wonen. Als ik thuis ben ga ik het boek herlezen.  Een bord aan de rand van het dorp geeft aan dat hier een oud pelgrimspad loopt, het Jabikspaad, dat aansluit op de pelgrimswegen naar Santiago de Compostella. De route van Jacob begint dus in deze omgeving. God is uit Jorwert verdwenen, maar Zijn huis staat er nog. De inrichting is huiskamerachtig, met de stoelen in een kring en plaids eroverheen. 

Tegen half zeven arriveren wij in onze B&B Lyts Kanaän in Mantgum, gedreven door twee schoonzusters. Een hartvormige lei heet ons op zijn Fries ‘Wolkom’ in onze riante studio. We gaan nog even naar het café tegenover de kerk. Hier ontmoeten we twee zussen die het Elfstedenpad achter elkaar lopen, in twee weken. Dat lijkt ons ook aantrekkelijk om te doen. Zij dragen alle bagage in een rugzak mee, iets waarvoor wij veel respect hebben. Een tip van de oudste zus: neem babyshampoo mee. Daar kun je alles mee wassen: jezelf, je haar, je kleren en eventueel de afwas. Gezellig om wandelervaringen uit te wisselen.

We verlaten Mantgum de volgende ochtend in oostelijke richting langs It Boisk en lopen tot de Swette, of de Sneker trekvaart, die we naar het zuiden volgen. Het pad is omzoomd met roze bloemen, dagkoekoeksbloemen denk ik. Ter hoogte van Easterwierrum passeren we theetuin De Dille, die volgens de website en het bord ter plaatse open zou zijn vanaf half elf. Dat is het allang, maar helaas, de theetuin is dicht en de kop koffie waar we ons op verheugd hadden gaat niet door. Maar een stuk verderop, in Boazum, is een café, compleet met Perzische kleedjes op de tafels.  Een verrassing, want op de kaart staat niet het bekende kopje koffie als symbool voor een horecagelegenheid.

Via Skearnegoutum lopen we Sneek binnen, ons einddoel van vandaag. We zijn al snel in het centrum waar prachtige gebouwen staan, zoals het stadhuis, helemaal gerestaureerd . De zon schijnt en wij gaan lekker op een terras in de hoek van de Markt zitten. In Limburg schijnt het te sneeuwen. Het terras van Onder de Linden bevalt zo goed, dat we hier ’s avonds ook gaan eten. Asperges met een geweldige Hollandaise-saus.

De twee minuten stilte voor dodenherdenking maken we in het restaurant mee. Om ongeveer kwart voor acht gaat de muziek uit en de radio aan, afgestemd op de nationale herdenking op de Dam. Even na achten passeert een stoet mensen het plein, op weg naar een Joods monument. Jannewietske de Vries, sinds vorig jaar burgemeester van Zuid-West Friesland, waaronder Sneek valt, loopt voorop met haar ambtsketting om.

We overnachten in Logement 3B dat staat voor bier, bed & breakfast. De inrichting is leuk retro, met veel hout en planten. Op de begane grond is een biercafé gevestigd waar men een overweldigende keus aan bieren schenkt. M. geniet. In de hal en het trappenhuis hangen uitvergrotingen van oude ansichtkaarten van Sneek. Onze kamer is gelukkig aan de achterkant, want er wordt hier in Sneek zo te zien flink gestapt.


De ontbijtzaal is gedecoreerd met een wandschildering van de Elfstedentocht. Hoe toepasselijk voor ons. We verheugen ons op de mooie oude steden en dorpen die we nog gaan zien op deze tocht.
De volgende ochtend wandelen wij Sneek uit door de bekende Waterpoort. Aan de kant van de stad staat een beeld in het water van een man die water uit een hoorn van overvloed schenkt. Hij lijkt net echt.
.
Langs een prachtig pad door de weilanden lopen we naar IJlst, een klein stadje dat vroeger belangrijker was dan Sneek. We lopen langs een fraaie gracht. De weg loopt tussen de gevels en de voortuinen, die aan het water liggen. Overtuinen, heet dat. Tussen de huizen door vangen we af en toe een glimp op van het uitzicht over de weilanden.

We verlaten het dorp via een jachthaven waar ook een klein strandje aan het water is, althans dat denken we. Als we er langs lopen zien we dat het een oefenterrein is voor fierljeppen, poolstokspringen.

Na IJlst wordt de wandelroute minder interessant: een lange, rechte weg, eerst naar Jutryp en dan naar De Hommerts, twee lintdorpen. Het pad loopt langs de autoweg. Het regent af en toe een beetje en heel even vallen er zelfs hagelstenen. Gisteren zaten we nog in de zon op een terras.

Noch in Jutryp, noch in De Hommerts komen we wat anders dan woonhuizen tegen terwijl wij zo’n zin hebben in een kop koffie. Iets voorbij de kerk in De Hommers is een dorpshuis. Terwijl we ernaar toe lopen, komt een vrouw ons tegemoet die vertelt dat er vanmorgen een kerkdienst in het dorpshuis is geweest omdat de kerk wordt verbouwd, en dat er ook koffie is geschonken, maar dat het nu net afgelopen is. Zij stelt zich voor als de dominee en nodigt ons bij haar thuis uit voor een kop koffie. Op deze aardige en gastvrije uitnodiging gaan wij graag in en even later zitten wij bij de dominee thuis. Zij werkt 7,5 jaar in de gemeente Jutryp – Hommerts, vertelt zij, en heeft daarvoor twintig jaar gereisd. Een bijzondere ontmoeting.

Wij verlaten De Hommerts en lopen verder naar Woudsend, weer een rechte weg naar het zuiden. Langs de kant van de weg staat een klein Mariakapelletje met een bord: ‘Santiago 2653 km’. 

Woudsend is een mooi dorp waar we op een terras aan het water neerstrijken. De wegen hier zijn soms saai, maar de dorpen en steden des te mooier. Aan het eind van de kade staat een negentiende-eeuwse kerk, die nu als woonhuis in gebruik is. Door de oude dorpskern lopen we verder. Er is kennelijk een actieve historische vereniging, want aan veel huizen hangen bordjes waarop informatie staat over de geschiedenis van de huizen, met oude foto’s. Ik wil hier graag nog eens naar toe om dit beter te bekijken. We komen langs de oudste katholieke kerk van Nederland, vroeger een schuilkerk. Langs molen Het Lam lopen we het dorp uit. Eigenlijk wilden we doorlopen naar Ypecolsga, nog wat verder dan Woudsend, maar ook hier bij Woudsend blijkt een halte te zijn van de bus naar Sneek. We stappen hier op en reizen terug. Volgende keer starten wij onze tocht hier.