donderdag 23 oktober 2025

Over de grens

Om de draad van het Noaberpad weer op te pakken bij Weiteveen reizen we een dag tevoren naar Coevorden. Het kasteel in de stad, oorspronkelijk uit de elfde eeuw, is nu een restaurant. Het is verschillende keren vernietigd en herbouwd; de huidige vorm stamt uit de Middeleeuwen. In een nabijgelegen pakhuis is een hotel gevestigd. We eten en slapen heerlijk. Een goedbegin van deze driedaagse wandeltocht. 

De volgende ochtend nemen we de eerste bus naar Weiteveen, waar we onze wandeling starten. Omdat er wordt gewerkt aan een wildviaduct kunnen we de route niet helemaal volgen maar we vinden onze weg. We lopen door Schoonebeek, een mooi klein dorp. Tussen grote rietgedekte boerderijen is een pleisterplaats voor wandelaars ingericht, met koffie, thee, koek en meer. Onder een overkapping zetten we koffie en drinken die op met een stroopwafel terwijl we tijdschriften inkijken. 'In de Boogaard' heet deze fijne plek. Des te fijner omdat we verder helemaal geen horeca of winkels tegenkomen. Uiteraard zijn wij goed voorzien van proviand, zoals altijd.

In de middag kruisen we de grens met Duitsland, voor het eerst sinds we dit pad lopen. Daarmee verlaten we Zuidoost-Drenthe en komen we in het Graafschap Bentheim. We passeren wat verlaten olievelden. De NAM is hier in 1996 gestopt met boren. Aan de andere kant van de grens wordt nog wél geboord en we passeren verschillende jaknikkers, die ik nooit eerder in werking had gezien. Eén jaknikker staat naast een windmolenpark. Het levert een mooi beeld op van oude en nieuwe energiewinning.

Duitsland is duidelijker veel rustiger dan Nederland. Het landschap is uiteraard hetzelfde maar er zijn minder auto's en fietsen. De fietsers die we tegenkomen zijn vrijwel allemaal Nederlands. 

Het is goed weer, niet zonnig maar wel droog. De bomen hebben schitterende herfstkleuren. We lopen over tapijten van roodgekleurde eiken- en beukenbladeren. Op de akkers die we passeren staat vooral mais. Sommige zijn al gerooid, op andere staat de mais metershoog. We zie hoe de mais geoogst wordt: de hele plant wordt afgesneden, verhakseld en in containers geladen. Veevoer, denk ik.

Verder passeren we af en toe koolzaadvelden, en aan de Nederlandse kant van de grens ook aardappels en suikerbieten.

Natuurlijk zijn er volop paddenstoelen. Rood met witte stippen, rood, bruin, wit, verschillende kleuren geel. Ik herken alleen parelbovisten, vliegenzwammen, inktzwammen en parasolzwammen. Prachtig. 

Aan het eind van de middag steken we het Coevorden - Piccardiekanaal over. We zijn dan niet ver meer van onze eindbestemming van vandaag: Emlichheim, of Emmelkamp in het Nederlands. Het pad loopt ten westen van de plaats, terwijl ons logeeradres helemaal in het noordoosten ligt. Al met al lopen we vandaag heel wat kilometers, ook meer dan we gewend zijn. De teller staat uiteindelijk op 29 kilometer.

Op mijn vraag aan onze gastheer per email of we ergens in de buurt konden eten, antwoordde hij dat er verschillende restaurants waren op een half uur lopen afstand. Dat is best ver, als je er al 29 km op hebt zitten. We lopen dwars door het centrum van Emlichheim en verwachten dat we daar restaurants, café's en winkels vinden. Helaas, dat is in het geheel niet zo. Later blijkt dat die restaurants wel allemaal op een half uur lopen afstand zijn, maar niet vlak bij elkaar. 

Een duidelijk centrum kunnen we niet onderscheiden. Zelfs in de Bahnhofsstrasse is niets te beleven. Het station is verworden tot busstation. Maar er is bedrijvigheid: de spoorlijn wordt hersteld en er zal in de toekomst weer een trein rijden. Goed nieuws, wat ons betreft. 

Als we dit eenmaal weten, komen we op diverse plekken verkeersborden tegen waarop een trein is afgebeeld. Plus een bord dat je maar 20 km mag rijden omdat je een spoorlijn nadert. Nieuwe borden. Voor in de toekomst, als de treinen hier weer rijden. 

Op onze tocht dwars door de stad komen we een Aldi tegen, vlakbij het voormalige - en toekomstige- station. We zitten er inmiddels behoorlijk doorheen en besluiten daar proviand voor de avond in te slaan. Want we hebben geen puf om na aankomst nog eens een half uur te lopen naar een restaurant en daarna weer terug. Met boodschappen in de rugzak arriveren we tegen half zes bij B&B Piccardie. De eigenaren hebben jarenlang in Picardië gewoond, en hun huis kijkt uit op het Coevorden-Piccardiekanaal. Vandaar de naam.

We hebben een huisje in de tuin met aparte slaapkamer. Onze gastheer- en vrouw bieden ons een glas bier en wijn aan. Het is nog niet te koud, dus met een extra trui genieten we daar buiten van, in ons eigen zitje. Daarna eten we binnen onze aangeschafte emmer Kartoffelsalat. Heerlijk. We gaan héél vroeg naar bed. Want ook morgen gaan we tegen de dertig kilometer lopen.

De volgende ochtend krijgen we een heerlijk ontbijt. De eigenaar van de B&B is zo vriendelijk ons te brengen naar het punt in het zuiden van de stad zodat we direct ons pad weer kunnen oppakken en niet weer de hele stad door te hoeven. Het scheelt zeker een uur lopen, schat ik. 

Vandaag lopen we vrijwel de hele dag door Duitsland. Heerlijk rustig is het hier. Af en toe komen we een bushalte tegen. Een bus rijdt er niet meer, behalve als je die tevoren bestelt en dan komt er een soort taxi. Maar de haltes hebben allemaal een overkapping met bank en dat komt vandaag goed uit, want we hebben af en toe een flinke bui. 

Halverwege de dag lijkt er een bushalte midden in het bos te staan. Als we verder kijken, komen we op een soort jeugdhonk. Aan het begin inderdaad een bushalte, verderop een oude bus en een overkapping met plastic stoelen eronder. Verder grote stapels bierkratten vol lege flesjes en wat kleinere stapels kratten met gevulde flesjes. Ook wat kratten met cola en andere frisdrank. Dit komt erg goed uit, want volgens de buienradar komt er een enorme bui aan van ongeveer een half uur. En zo gaat het ook. Dat halve uur brengen we comfortabel door op de plastic stoelen. We eten onze boterhammen en hardgekookte eieren. Alleen de koffie ontbreekt. Die hebben we niet bij ons en ook vandaag komen we geen enkele horecagelegenheid tegen die open is. 

Als dank voor het aangenaam verpozen vegen we met de bezem die er staat de grond onder de overkapping schoon van bladeren en eikels.

Af en toe lopen we een mooi stuk langs de Vechte, de rivier die door het Graafschap Bentheim slingert. De route is niet overal even duidelijk gemarkeerd, maar Google Maps zet ons steeds weer op het juiste pad. Hoewel we aan het eind van de dag de route wat inkorten, want het is al laat als ruim 25 km hebben gelopen. 

Aan het eind van de middag lopen we Uelsen binnen. Hier wel een aardig centrum met een café-restaurant dat open is. Maar wij willen op tijd in ons hotel zijn, waar ook een restaurant aan verbonden is. Met 'gut bürgerliche Küche', precies waar we aan toe zijn. Het hotel is wat lastig te vinden en als we Google Maps raadplegen laat die ons via een kronkelig bospad uitkomen op het dak van een van de bijgebouwen. Het is hier wat heuvelachtig. Google Maps doet het hier niet zo goed. We dalen het pad weer af en zoeken de hoofdingang op van Hotel Am Linnenbach, tot voor kort Hotel Zum Wald geheten.

Een prima hotel, eenvoudig en echt Duits. We zijn erg moe want we hebben weer bijna 30 km gelopen. Dus vroeg eten in het restaurant van het hotel. De 'gut bürgerliche Küche' smaakt ons uitstekend. Weer vroeg naar bed.

De volgende ochtend haasten we ons niet, want we hebben nu nog maar een kilometer of vijftien voor de boeg. Weer hopen we dat we ergens koffie kunnen drinken onderweg, maar weer is dat niet het geval. Ondanks aantrekkelijke borden, zoals een restaurant dat ons toeroept 'Schön dass du da bisst', maar helaas, ook dat is dicht. Wij zijn er, maar zij niet.

Al snel passeren we de grens met Nederland, gemarkeerd door een grote houten poort met 'Niederlande' aan de ene kant en 'Duitsland' aan de andere kant. Je merkt direct dat het drukker is aan de Nederlandse kant.

Tegen het middaguur lopen we het fraaie stadje Ootmarsum binnen. Hier eindigt onze tocht. We zijn er trots op dat we deze drie dagen zo'n 75 km hebben afgelegd. De zon is gaan schijnen en we lunchen op een terras midden in het centrum. Dan pakken we de bus naar Almelo, waar we een rechtstreekse trein hebben.











maandag 29 september 2025

Bargerveen

Onze wandeltocht start ten zuiden van Ter Apel, waar de vorige keer gebleven zijn op het Noaberpad. We passeren Emmer Compascuum, hier meestal 'Emmer compas' genoemd. Compascuum staat voor het gemeenschappelijk weiderecht tussen Emmen en Bargeres, vandaar Emmer Compascuum en Barger Compascuum. Dat weiderecht werd eind negentiende eeuw opgeheven. De Duitse boeren die er gebruik van maakten kregen als compensatie een strook grond langs de grens.

We volgen hier de rivier de Runde. Het gebied eromheen is omgetoverd naar natuurlandschap, mede dankzij Wiebe Russchen, die in Klazienaveen Noord een standbeeld heeft gekregen. 

We passeren het landgoed Scholtenszathe aan het Scholtenskanaal. Dit was van de Groningse industrieel Willem Scholten. Hij liet het kanaal graven en stichtte het dorp Klazienaveen, genoemd naar zijn vrouw. Voor zijn werknemers liet hij de Veenkerk bouwen. We lopen door veengebied. Nu zie je hier kassen, want er zijn veel Westlanders neergestreken. 

Ook in Klazienaveen: de Norit-fabriek. Wie kent die zwarte pillen niet? Ik dacht dat de grondstof koolstof was, maar het schijnt - in ieder geval van oorsprong- zwarte turf te zijn. Uit dit veengebied dus. We zien de fabriek niet liggen, maar passeren later in het Bargerveen een betonnen monument dat mede door Norit is bekostigd. 
We passeren fraai aangelegde tuinen met soms bijzondere dieren erin. De eerste dag komen we een paar struisvogels tegen, die nieuwsgierig naar het hek komen. Gigantisch grote vogels. 

Op dag twee komen we een boerderij tegen waar twee kamelen staan. Die heb ik nog zelden gezien, niet hier en niet elders. In het Midden-Oosten zie je vooral dromedarissen, de dieren met één bult. Voor zover ik weet heten zowel de kameel als de dromedaris 'camel'. De kamelen staan tegen een achtergrond van kassen.

We wijken een beetje van de route af om bij ons logeeradres terecht te komen. Aan het lange Scholtenskanaal staan naast eikenbomen die voor een tapijt van eikels zorgen ook tamme kastanjes. Die zijn hier en daar aan het openbarsten. Heerlijk, de nootachtige smaak van rauwe kastanjes. Her en der vinden we ook rijpe bramen. En overal zien we bessen en bottels. De bladeren beginnen bij sommige bomen en heesters te verkleuren. Een ideale herfstdag vandaag met perfect wandelweer. Droog en zonnig, goede temperaturen. Eén enkele bui.

Bij een van de huizen aan het Scholtenskanaal kun je pompoenen en kalebassen kopen. Ook hebben ze groene en gele courgettes. Prachtige vruchten. Jammer genoeg kan ik ze onmogelijk meenemen. Onze tocht van vandaag zit er bijna op, maar morgen hebben we een kleine dertig kilometer te gaan. Vandaag waren het er ruim vijftien. 

Aan het eind van de middag arriveren we bij onze B&B ''t Aole Pakhuus' in Klazienaveen-Noord. Een heerlijk huisje in de tuin met een eigen terras. Beneden een eettafel, koffie- en theevoorziening, een ijskast en een magnetron en een goede badkamer. Boven een ruime slaapkamer met een heerlijk bed. Omdat er geen horeca in de buurt is hebben we proviand meegenomen. De temperatuur is nog steeds goed, dus we starten onze avond in de zon op ons terras. 

De volgende ochtend serveert onze gastvrouw een uitgebreid ontbijt, waarna we onze tocht vervolgen langs het Scholtenskanaal en later het verlengde Scholtenskanaal. 

De vorige keer kwamen we mooie paddenstoelen tegen en deze dagen is dat weer het geval. Een paar grote parelbovisten in een groepje bij elkaar. En later op de dag blijkt het veengebied vol te zitten met heel kleine parelbovisten, die als eitjes op de grond liggen. Ik hoop op een reuzenbovist, maar helaas, die komen we niet tegen. Verder zien we vliegenzwammen in allerlei stadia: van al verbleekt en aan het vergaan tot felrood en bol.

Het Scholtenskanaal biedt een leuke attractie: een voetveer over het kanaal. Een houten platte bak, drijvend in het water tussen kabels. Daaraan trek je de pont naar de overkant. In het midden heb je fraai uitzicht over het kanaal.

We lopen hier weer langs de Runde. Een lint van beton slingert zich door het natuurgebied, alleen voor voetgangers en fietsers. Heerlijk rustig hier. Drenthe heeft schitterende natuur te bieden.

Dan komen we bij het Bargerveen, een natuurgebied. Het is ontstaan uit het grote Bourgtangermoeras. Nu wordt geprobeerd het hoogveengebied in stand te houden door te zorgen dat het niet uitdroogt. Want het is een van de laatst overgebleven veengebieden. 

In het project Bargerveen - Schoonebeek werken Nederland en Duitsland samen. Het gebied is 2100 hectare groot. 

Het Noaberpad loopt hier grotendeels precies op de grens met Duitsland en doet zijn naam dus eer aan. 

We passeren via een grotendeels verhard pad graslanden, heidevelden, moerassen en meertjes. Er is hier nu niets anders dan natuur. 

Vroeger was dat anders. Borden geven aan waar huizen stonden en wie daar woonden, met foto's. Er waren boerderijen, winkels en een grenskantoor. Op dit moment staan er 35 informatieborden in het Nederlands en in het Duits. Zo wordt de geschiedenis voor iedereen toegankelijk. De verhalen van de historische route zijn na te lezen.

Op een paar punten zijn heuvels gemaakt zodat je een weids uitzicht hebt over het hele veengebied.

Aan het eind van het Bargerveen komen we langs de grootste schaapskooi van Nederland. De stal is te bezoeken, maar als wij er zijn is hij dicht. Wel is er een horecagelegenheid met een heerlijk terras, waar we neerstrijken. Dat hebben we wel verdiend, na dertig kilometer wandelen.

Vanaf hier is het nog een kwartiertje naar Weiteveen, van waar bus 94 ons in een half uur naar station Coevorden brengt. 

woensdag 20 augustus 2025

Bourtange

Verder op het Noaberpad, nog steeds in het fraaie Westerwold. We starten in het volledig gerestaureerde vestingplaatsje Bourtange, waar we eind van de middag arriveren. We logeren midden in de vesting in B&B Bij de Friesche Poort, met uitzicht -zoals de naam al zegt - op de Friesche Poort van de vesting, en schuin tegenover de oude synagoge, een eenvoudig wit gebouwtje. 

Stap je de voordeur uit, dan zie je het Marktplein in het midden van de vesting al liggen. Er zijn meerdere restaurants en we kiezen een van de terrassen uit om te eten. Het is heerlijk weer; ook 's avonds nog warm genoeg om buiten te zitten. Het plein is omzoomd door bomen waarvan er een een hartvorm heeft. Een idyllische plek, heerlijk om hier te zijn.

Na een heerlijk ontbijt in de voorkamer beneden van onze B&B gaan we weer op pad. Het Noaberpad slingert vlakbij de grens met Duitsland naar beneden. Door mooie landschappen en leuke dorpen. Noaberpad betekent nabuurpad vanwege de grensstreek. Helaas is het openbaar vervoer hier zelden nabij. Het is telkens een enorme puzzel om bussen uit te zoeken voor de heen- en terugweg. Maar zoals altijd is het ook deze keer weer gelukt. 

Aan de uitgebreide vestingwerken rond Bourtange kun je zien dat hier behoorlijk is gevochten. Langs Rijsdam en Jipsinghuizen lopen we langs de rand van de Sellinger bossen. 

We eten wat in Westerkamp, een dorp met horeca en een supermarkt, dat komen we niet vaak tegen in deze streken. Net als Wedde, Vlagtwedde en Sellingen is het een middeleeuws esdorp. 

Dan zijn we al vlakbij Ter Borg, een natuurgebied. Met heidevelden, bossen, vennen, weilanden met bloemen en akkers. Het riviertje de Ruiten Aa is nooit ver weg. 

We komen schitterende paddenstoelen tegen. Twee enorme ronde paddenstoelen die op biefstukken lijken, boleten waarschijnlijk. En een paddenstoel die ik nooit eerder heb gezien, hij lijkt op een spons. Jammer genoeg heb ik geen app op paddenstoelen te determineren. Thuisgekomen zoek ik ze op in mijn paddenstoelenboeken, maar ik kom er niet uit. AI weet het natuurlijk: de bruine is een boleet, mogelijk een gewone boleet of Beukenboleet. De sponsvormige paddenstoel is waarschijnlijk een Eikhaas, of misschien een berken- of zwavelzwam.

We lopen langs de Ruiten Aa, die hier door het landschap meandert en ons pad meandert mee. Later volgen we het Ruiten Aakanaal. Bij Ter Wisch komen we de Ruiten Aa weer tegen. Dan is Ter Apel niet ver weg meer.

Ter Apel is het grootste dorp in de gemeente Westerwolde. Het ontstond in de dertiende eeuw rond het klooster, dat er nog steeds staat. Inmiddels aan de rand van het dorp, in het Noordoosten.

Aan de andere kant van het dorp, in het Zuidwesten, staat het asielzoekerscentrum waar Ter Apel inmiddels vooral bekend door is. Het werd daar in 1995 gevestigd. Vrijwel iedereen die asiel in Nederland wil aanvragen moet zich hier melden. Het is er regelmatig te vol, zelfs zo vol dat een paar jaar geleden mensen buiten moesten slapen. Ik benijd de burgemeester van Westerwolde niet. Het Noaberpad blijft aan de Oostkant van Ter Apel, dus wij komen niet langs het AZC. 

Vanavond logeren we bij een leuk adres van Vrienden op de fiets: een tuinhuis voor onszelf, compleet met badkamer, koffieapparaat en ijskast voor het ontbijt. Gelegen in een schitterende tuin achter het huis, waar de eigenaren veel aan doen. Eerst eten we heerlijk op het terras van Hotel Boschhuis, vlakbij het klooster.

De volgende ochtend verlaten wij na het ontbijt Ter Apel. Daarmee verlaten we ook het gebied (en de gemeente) Westerwolde en we betreden Zuidoost-Drenthe. 

Oorspronkelijk wilden we ook deze tweede dag een heel eind verder komen, maar we hebben gisteren een mooi natuurgebied rond Ter Apel overgeslagen uit tijdgebrek. We besluiten dat stukje van het pad vandaag alsnog te lopen, en dan maar minder ver te komen. Bovendien is het vandaag eigenlijk te warm om te wandelen.


Een goed besluit, want we lopen door een heerlijk bos. Een extra attractie is dat je hier een water dat uitkomt op het Ruiten Aa-kanaal oversteekt met een kabelbaan. Aan een kabel hangt een ouderwetse groen geverfde metalen cabine met een rad binnenin. Je haalt de cabine naar de oever toe, stapt in en als je op het bankje zit draai je met twee handen aan dat rad en daardoor verplaats je de cabine naar de overkant van het water. Vinden we leuk.

Daarna is het nog maar een klein stukje naar bushalte Sluis 8 aan de Barnflair, iets ten Zuiden van Ter Apel. Hier eindigt onze tocht deze keer. 





 

woensdag 2 juli 2025

Westerwolde


Eindelijk weer eens verder op het Noaberpad, een pad langs de grens met Duitsland. Twee prachtige zomerse wandeldagen door een schitterend landschap. Met op twee plekken een gruwelijke geschiedenis.

Vorig jaar liepen we de eerste trajecten, van Bad Nieuweschans naar Bellingwolde (Groningen). Deze keer starten wij in Winschoten, waar we overnachten. 

De dorpen hier vallen onder de gemeente Westerwolde, vlakbij de Duitse grens. In het oosten dus. De naam Westerwolde verraadt dat dit gebied ooit bij Duitsland hoorde. Vanuit dat land bezien ligt deze streek in het westen. 

Voordat we aan onze wandeling beginnen lopen we door Winschoten. In de negentiende eeuw woonde hier de grootste Joodse gemeenschap van Nederland, na Amsterdam. Ruim tien procent van de inwoners hier was Joods, in Amsterdam was dat bijna twaalf. 

De bijnaam van Winschoten was dan ook Lutje Mokum, klein Amsterdam. Er is niets van over. In de tweede wereldoorlog werden alle Joodse inwoners weggevoerd naar concentratiekampen en vermoord. In het centrum van Winschoten staat nog de synagoge, achter de voormalige woning van de rabbijn. 

Tegenwoordig heeft Den Haag de op een na grootste Joodse gemeenschap van Nederland.

De volgende ochtend reizen we per bus naar het punt tot waar we vorige keer zijn gekomen in Bellingwolde. We starten onze wandeling bij de kerk.

Bellingwolde staat vol gigantische huizen, gebouwd door boeren die rijk zijn geworden door het graan. Zij lieten het breed hangen, maar niet iedereen profiteerde van de welvaart. De landarbeiders bleven arm. Daar ligt de kiem voor het communisme in de provincie Groningen. 
 
Het is goed wandelweer, niet te warm, af en toe een licht buitje dat geen naam mag hebben. Langs het Veendiep en Wedderbergen lopen we naar Wedde. Het is een prachtig, afwisselend gebied met bossen, vlaktes en heel veel wilde bloemen. Daar is het nu de perfecte tijd voor. In wit, roze, geel, blauw en paars bloeit het langs ons pad.

In de vroege middag komen we aan bij ons logeeradres in Wedde. We logeren bij Vrienden op de fiets. Wedde betekent doorwaadbare plaats. Vroeger was het hier moerasgebied. 

We zijn mooi op tijd om iets heel bijzonders te bekijken: de Burcht Wedde, nu verbouwd tot kinderhotel. Een hotel voor kinderen 'die aan de andere kant van het geluk zijn geboren'. Het is een schitterend gerestaureerd gebouw, dat uit de veertiende eeuw dateert en nu wordt beheerd door vrijwilligers. Onder hen ook onze gastheer- en vrouw van vandaag.


We krijgen een rondleiding door het kasteel, horen over de geschiedenis en bekijken vondsten die hier zijn aangetroffen, waaronder een mes, speciaal gemaakt voor een huwelijk. De inscripties zijn zo minuscuul dat je ze pas kunt zien op de foto van het mes. 

Ook is er een stempel gevonden om munten te slaan. Die lag bij de toegangspoort. Waarschijnlijk hebben de toenmalige bewoners die verstopt, want zij hadden het recht niet om munten te slaan en maakten zich dus schuldig aan valsemunterij. Twee leden van de familie die het slot eeuwenlang bewoonde zijn vermoord door buurtbewoners. Ze hebben zich in de omgeving kennelijk niet populair gemaakt. 

De burcht was lange tijd in gebruik als locatie van rechtspraak. Gruwelijke dingen zijn hier gebeurd. Veroordeelden en vast ook verdachten werden gemarteld en gebrandmerkt. 

Ook werden er de doodsvonnissen uitgesproken. De ter dood veroordeelden werden op de galgenheuvel de Geselberg (lokaal ‘Giezelbaarg’) net buiten het dorp Wedde terechtgesteld. 

Onder de ter dood veroordeelden bevonden zich ook 'heksen'. Om te bepalen of iemand een heks was of niet, werd de persoon in de gracht rondom de burcht gegooid, in de hoek rechts voor. Ter nagedachtenis is daar nu een fontein. Bleef de verdachte drijven, dan was het een heks. Zo niet, dan volgde vrijspraak. 

Ik probeer me voor te stellen hoe dat moet zijn gegaan. Werd je in het water gegooid en slaagde je erin je hoofd boven water te houden door met je armen en benen te bewegen - zwemles bestond uiteraard nog niet, dan verdronk je niet. Maar dan wachtte je een gruwelijke dood. Lukte het niet om boven water te blijven, dan zonk je en verdronk je bijna. Dan moest je hopen dat je op tijd naar boven gehaald zou worden. De beste optie was om je te laten zinken, dan was je geen heks en werd je niet levend verbrand. Maar dat gaat tegen de menselijke natuur in. Een duivels dilemma. Laveren tussen Scylla en Charybdis. 

De volgend ochtend verlaten we Wedde. Een stukje voorbij de burcht passeren we de Geselberg. Er staat een gedenksteen ter nagedachtenis van een aantal mensen die hier om het leven zijn gebracht. 

In 1587 is een zekere Ricque Sebens niet alleen in het water gegooid, maar ook 'ter tortuir' gesteld, gemarteld. Dat kon dus blijkbaar ook. Maar Ricque werd tegen betaling van tweehonderd gulden vrijgelaten. 

Was een vrouw als heks verbrand, dan werd aan haar echtgenoot de turf voor het vuur in rekening gebracht, zo staat fijntjes onderaan de gedenkplaat.

Gisteren hebben we ruim twintig kilometer gelopen, vandaag zal dat niet anders zijn, want we lopen door tot Bourtange. Vanwege het openbaar vervoer, dat hier bijzonder dun gezaaid is.

Op weg van Wedde naar het ten zuiden daarvan gelegen Vlagtwedde lopen we langs het riviertje de Ruiten Aa. Het dal van de Ruiten Aa is een natuurgebied van de Vereniging voor Natuurmonumenten. De loop van het water is vroeger her en der gekanaliseerd, maar nu is de oorspronkelijke loop teruggebracht. Het is dal is breed voor de kleine rivier, omdat die vroeger veel breder is geweest.

De Ruiten Aa meandert in oude glorie door het landschap, en het wandelpad meandert mee. 

Ook hier weer volop wilde bloemen, waarvan ik de namen jammer genoeg niet weet, op een paar na: klaproos of papaver, de felblauwe korenbloem, chicorei die iets meer naar lila neigt, en valeriaan, met witte schermbloemen die naar roze zwemen. 

In de middag bereiken we Bourtange, waar we de bus nemen. Volgende keer verder op het Noaberpad.