Vorige zomer begonnen M. en ik het streekpad
WaddenWandelen op Schiermonnikoog. Deze zomer
is Vlieland aan de beurt. Een traject van in totaal 35 kilometer dat wij in
twee dagen lopen. Als we ’s middags met de veerboot aankomen hebben we het
eilandgevoel direct te pakken. Het eiland is autovrij, net als Schiermonnikoog.
Ons logeeradres is een fraai appartement in het dorp, vlak achter de
Dorpsstraat. Oost-Vlieland heet het dorp, het enige op het eiland sinds West
–Vlieland in 1714 door de zee werd verzwolgen. We hebben geluk met het weer. Tussen vele regenachtige dagen treffen wij
twee droge en grotendeels zonnige dagen voor onze wandelingen.
De veerhaven is het startpunt. Vandaar lopen wij naar het
zuidwesten, langs de onderrand van het eiland.
We passeren de vuurtoren, die niet hoog is maar op een 40 meter hoog
duin staat zodat hij van verre te zien is. Hier is Liesbeth List opgegroeid.
Een idyllische plek.
We passeren donkerroze en witte duinrozen, en ook een wat
kleinere soort die zacht roze met witte bloembladeren heeft. Verder
vingerhoedskruid, distel, koekoeksbloemen, klaprozen en paardenbloemen, die
hier nog bloeien. In Brabant waar wij
een paar weken geleden wandelden waren het al pluizebollen geworden. De
temperatuur schijnt op de Waddeneilanden iets lager te liggen dan op het
vasteland. Meer zonuren zijn er ook, net als in Zeeland. Opvallend is het grote
aantal kamperfoeliestruiken. Behalve bloemen zien wij een felgele paddenstoel.
‘Blijf om je heen kijken en geniet, de wereld is zo mooi’.
Deze regels van wijlen Rein Rollingswier, een vogelringer, staan op een bordje
onderweg. Ware woorden, zeker voor ons als wandelaars.
We passeren het Posthuys, tot 1927 een belangrijk
verbindingspunt voor de post tussen Amsterdam en de eilanden, nu een
horecagelegenheid. Voordat we er neerstrijken lopen we nog door de Kroons polders, een paradijs voor vogels.
We bereiken het meest zuidelijke punt van de wandeling en vervolgen ons pad naar het noorden. In de duinen ziet M. een kat die zich razendsnel uit de voeten maakt. Wat hij achter laat is een griezelig bewegend stuk reptiel, hetzij een deel van een kleine slang, hetzij de staart van een hagedis. Het duurt wel een minuut voordat het stil ligt. We steken het smalle eiland over naar de zuidkant om de dag af te sluiten bij het Posthuys. Daar nemen wij de bus naar het dorp.