Vandaag een dagwandeling rond het Veerse meer, samen met M, M en A. ’s Ochtends starten wij aan de Walcherse kant van de Veerse Dam,
in de buurt van Vrouwenpolder. Langs een strandje waaraan witte strandhuisjes
liggen komen we op een graspad dat het water volgt. Strandgangers zijn bezig
hun huisjes te openen. Een van hen heeft al haar spulletjes mooi gestyled in
roze: een kralengordijn langs de ingang, kussens, handdoeken etc. Bij een
kleine jachthaven buigt het pad het binnenland in. We volgen een stukje dijk
waarbij wij mooi uitzicht hebben over het lager gelegen land, waar volop gele
bloemen bloeien. Jakobskruiskruid, zegt mijn wilde-planten-boekje.
We lopen door het Veerse Bos waarna het pad weer de kustlijn volgt. In de verte tekent zich het typische silhouet van de Campveerse Toren af. Via de vestingwerken lopen wij het prachtige Veere binnen. Na een lunch in de Struyskelder, waar wij niet in de kelder maar in de tuin achter het eeuwenoude pand zitten, gaan M en ik weer op pad want wij willen hier met het veer oversteken naar Kamperland om via de andere oever van het Veerse meer richting Breezand en de Veerse Dam terug te lopen. Dit is mogelijk omdat wij ’s ochtends met twee auto’s zijn vertrokken: die van A staat in Veere en die van M staat bij de Veerse Dam. M en A zullen met A’s auto terug rijden.
Als M en ik bij de afmeerplaats van het veer arriveren blijkt dat de veerpont pas over ruim een uur zal vertrekken en er bovendien drie kwartier over doet om naar de overkant te komen. Dat gaat te lang duren. Wij besluiten dezelfde weg terug te lopen, geen straf, want het is een prachtige route. Die overkant houden wij dan wel te goed. Een mooie aanleiding om nog eens naar Veere te gaan.