Mata Hari, zoals de uit Leeuwarden afkomstige Margaretha
Zelle zich noemde, fascineert mij al sinds mijn middelbare schooltijd, toen ik
een scriptie over haar schreef. Inmiddels is er meer informatie beschikbaar dan
toen. Correspondentie van Mata Hari met de familie van haar ex-echtgenoot,
processen-verbaal van verhoor tijdens de laatste maanden van haar leven, foto’s
die ik nog nooit had gezien. Allemaal te zien en te lezen in het Fries Museum. De mooiste foto blijft wat mij betreft die waarin zij met een Mona-Lisa-achtig glimlachje poseert in het uniform van een van haar vriendjes. Het staat haar prachtig, ondanks de bepaald niet elegante laarzen, die wel een paar maten te groot zullen zijn geweest.
We passeren het Hofplein. Hier staat het Stadhouderlijk Hof,
nu een hotel, en bevindt zich de MMS die Margaretha bezocht. Later passeren we
het imposante pand aan de Kerkstraat 212, waarnaar zij op haar zesde verhuisde,
toen het haar vader zakelijk voor de wind ging. Het drama in haar leven begon
toen zij twaalf was. Haar vader ging failliet en vertrok naar Den Haag,
Margaretha verhuisde met haar moeder en broertjes naar een bovenhuis. Een jaar
later scheidden haar ouders en kort daarna overleed Margaretha’s moeder aan
tuberculose. Margaretha werd tijdelijk bij familie in Sneek ondergebracht, haar
broertjes elders. Toen ze vijftien was ging ze naar de kweekschool voor het
kleuteronderwijs in Leiden. In Friesland zou ze nooit meer terugkeren.
Wij vervolgen onze route langs zeventiende-eeuwse huisjes,
een voormalige synagoge en een pand waar Slauerhoff heeft gewoond. Er is nog
een steeds een bedrijf met de naam Slauerhoff gevestigd. Aan de gevel een plaquette met het bekende gedicht 'Alleen in mijn gedichten kan ik wonen'.
Dan is het tijd om naar café De Ossekop te gaan, een
prachtig oud café waar vele jaren weinig aan het interieur is veranderd. Het
ligt schuin tegenover het geboortehuis van Saskia van Uylenburg, de vrouw van
Rembrandt van Rijn. Nu is hier het kantoor van de gebroeders Anker gevestigd. Ook de Ossekop biedt een gedicht, gemaakt door Drs P. en afgedrukt op de achterkant van de bonnetjes.
De volgende dag, in de trein terug, lees ik ademloos de biografie die Jan Brokken schreef. Hij heeft de versie uit 1975 herzien en uitgebreid. Dat komt goed uit, vooral omdat ik mijn exemplaar uit 1975 kwijt ben.