In het Fries Museum is een grote tentoonstelling over Mata
Hari. Café de Ossekop serveert de jaarlijkse boerenkoolmaaltijd. Leeuwarden is
dit jaar culturele hoofdstad van Europa, en er is een NS-wandeling dwars door
de stad. Genoeg redenen om Leeuwarden eens aan te doen.
Tegenover het Fries Museum ligt het midden-negentiende-eeuwse
Paleis van Justitie. Hier pakken wij de stadswandeling op. Via de Oldenhove, de
zestiende-eeuwse toren die al tijdens de bouw scheef zakte, zodat hij niet is
afgebouwd, lopen we naar de Prinsentuin. Vandaar naar het Raadhuisplein, waar
voor het Raadhuis een boom staat die is geplant in het kroningsjaar van
Wilhelmina, 1898. Her en der zien we restanten van de feestelijke opening van
Leeuwarden als culturele hoofdstad, die gisteren plaatsvond in aanwezigheid van
de koning en koningin. Steigers en podia worden afgebroken. De wind laat kartonnen
bekertjes en ander afval rondvliegen.
We passeren het Hofplein. Hier staat het Stadhouderlijk Hof,
nu een hotel, en bevindt zich de MMS die Margaretha bezocht. Later passeren we
het imposante pand aan de Kerkstraat 212, waarnaar zij op haar zesde verhuisde,
toen het haar vader zakelijk voor de wind ging. Het drama in haar leven begon
toen zij twaalf was. Haar vader ging failliet en vertrok naar Den Haag,
Margaretha verhuisde met haar moeder en broertjes naar een bovenhuis. Een jaar
later scheidden haar ouders en kort daarna overleed Margaretha’s moeder aan
tuberculose. Margaretha werd tijdelijk bij familie in Sneek ondergebracht, haar
broertjes elders. Toen ze vijftien was ging ze naar de kweekschool voor het
kleuteronderwijs in Leiden. In Friesland zou ze nooit meer terugkeren.
Wij vervolgen onze route langs zeventiende-eeuwse huisjes,
een voormalige synagoge en een pand waar Slauerhoff heeft gewoond. Er is nog
een steeds een bedrijf met de naam Slauerhoff gevestigd. Aan de gevel een plaquette met het bekende gedicht 'Alleen in mijn gedichten kan ik wonen'.
Dan is het tijd om naar café De Ossekop te gaan, een
prachtig oud café waar vele jaren weinig aan het interieur is veranderd. Het
ligt schuin tegenover het geboortehuis van Saskia van Uylenburg, de vrouw van
Rembrandt van Rijn. Nu is hier het kantoor van de gebroeders Anker gevestigd. Ook de Ossekop biedt een gedicht, gemaakt door Drs P. en afgedrukt op de achterkant van de bonnetjes.
De volgende dag, in de trein terug, lees ik ademloos de biografie die Jan Brokken schreef. Hij heeft de versie uit 1975 herzien en uitgebreid. Dat komt goed uit, vooral omdat ik mijn exemplaar uit 1975 kwijt ben.