zaterdag 25 februari 2017

De Pier

Op deze frisse maar zonnige zaterdag maken wij een wandeling door Meijendel. Bij Wassenaar gaan wij het strand op en lopen terug naar Scheveningen. Er staat een harde wind en er zijn maar weinig wandelaars. Er is veel aangespoeld op het strand: grote mosselachtige schelpen, zeesterren, kleine blauwe schelpen, netten, plastic afval, stukken hout en meer.

We lopen de Pier op, die de laatste jaren vrij toegankelijk is. Vroeger was hier een kassa, waar ik in de zomer van 1978 een paar weken kassadame was. We lopen naar het restaurant op het achterste gedeelte van de Pier, van waar het uitzicht specatulair is. Na een tosti lopen we via het Westbroekpark terug.

woensdag 22 februari 2017

Weekend Schier (WaddenWandelen)


Vrijdagochtend vroeg op pad naar Groningen. Daar nemen wij de bus, die vol zit met mede-Schiermonnikooggangers. Precies op tijd arriveren wij bij de boot in Louwersoog, waar zoals altijd het vakantiegevoel al begint. Drie kwartier later stappen we in de bus die ons naar het dorp brengt. We maken een wandelingetje, volgen de Westerburenweg tot het dorp eindigt en lopen dan met een lus weer terug. ’s Avonds zitten wij heerlijk in de gelagkamer bij Van der Werff en eten bij Bernstorff.

De volgende ochtend staan we redelijk bijtijds op om een mooie wandeling te maken. De lucht is grauw, maar het is de hele dag droog. Koud is het ook niet, dus al met al prima wandelweer. We nemen de Reeweg naar het zuiden tot de bank van Banck. De Haagse jurist Eric Banck was eigenaar van het eiland van 1858 tot 1892, toen hij het aan de familie Von  Bernstorff verkocht. Banck zorgde goed voor zijn bezit: hij polderde kwelders in, vergrootte de landbouwgronden en plantte duinen en helmgras. Ook begon hij met het toerisme. Hij zette een veerdienst naar Groningen op en opende in 1887 het Badhotel, het eerste luxueuze hotel. In 1923 stortte het in zee door kusterosie. Later werd Van der Werff de grote man van het toerisme.

Op de dijk aangekomen gaan wij rechtsaf het Minne Onnespad op. We volgen in grote lijnen het traject van het streekpad WaddenWandelen. We kijken even in de vogelhut bij de Westerplas. Bij helder weer kun je hier de witte en de rode vuurtoren zien liggen. Vandaag lukt dat niet. Dan lopen we via het Westerduinenpad en het Vuurtorenpad naar de rode vuurtoren, die nog in gebruik is. In deze omgeving liggen prachtige rietgedekte vakantiehuizen, grotendeels ook te huur.

Vlak voor het Strandhotel aan de Badweg buigen wij rechtsaf de duinen in. Hoewel het in het dorp druk is, komen wij nauwelijks andere wandelaars tegen en maar weinig fietsers. Ongerepte natuur. We lopen langs de duinenrij naar het Noordoosten. Flarden visnetten hangen hier en daar in de struiken, in een fraaie kleur blauw. De duindoorn zit vol oranje bessen.

In het begin van de middag arriveren wij bij De Marlijn, waar wij gelukkig een tafeltje kunnen bemachtigen om heerlijk te lunchen. Daarna vervolgen we ons pad naar het Vredehof, het lieflijke begraafplaatsje waar geallieerden naast Duitse soldaten en anonieme drenkelingen liggen. Ook liggen hier de beroemde hotelier Sake van der Werff en zijn zoon, die korte tijd voor hem is overleden. Verder is Jan Fischer hier begraven, de opvolger van Van der Werff, overleden in augustus 2014. Hij heeft inmiddels ook een steen op zijn graf.

Langs de Berkenplas lopen we terug naar het dorp. Traditiegetrouw eten wij vanavond bij Ambrozijn, waarna wij nog even de gelagkamer van Van der Werff aandoen. We besluiten de volgende ochtend niet de boot van half één maar van half elf te nemen. Want in Groningen is een Rodin-tentoonstelling die wij dan even kunnen meepakken.

Die tentoonstelling blijkt zeer de moeite waard. De foto’s die Erwin Olaf maakte van dansers van het Nationaal Ballet zijn een fraaie aanvulling op de beelden van Rodin. Aardig is ook dat er veel uitleg wordt gegeven over de technieken en materialen: klei, gips en brons. Van sommige beelden zijn de gietnaden en -gangen bewust aanwezig gelaten. Met dit bezoek aan het Groninger Museum, waarvan het gebouw al prachtig is, komt een eind aan dit heerlijke weekend.  

zaterdag 11 februari 2017

Winters (Pieterpad I: Hardenberg - Ommen - Hellendoorn)


Vanuit de trein zien we al hoe winters het landschap hier is: alles wit. Vanaf station Hardenberg lopen we door het centrum om het pad weer op te pakken. We steken de Vecht over, die vandaag nooit ver weg zal zijn. Er ligt een dunne laag sneeuw in het Vechtdal. Na ruim vijf kilometer arriveren we in Rheeze, een fraai esdorp met brink, waar de boerderijen omheen liggen. Ze zijn rietgedekt en de schuren zijn versierd met gevlochten stro. Hier is volgens het boekje koffie te krijgen. En ja, een van de boerderijen heeft een hartvormig bord buiten hangen waarop wij warm welkom worden geheten en ons huisgemaakte taart in het vooruitzicht wordt gesteld. Een geel plakbriefje op het raam instrueert ons om te lopen en bij het privéhuis aan te bellen. Maar helaas, de eigenaar deelt mee dat men gesloten is. ‘Tot ziens’, zegt hij nog. Dat zit er niet in. We vervolgen onze weg door de bossen van Hardenberg.

Bij de stuw in Junne steken wij eerst een afgedamde rivierloop en vervolgens de Vecht over. Via de Koedrift betreden wij landgoed Junne. Na een krappe kilometer maakt de weg een bocht naar links. In de bocht ligt een boerderij. Als het pad die nadert rennen twee grote herdershonden ons blaffend en grommend tegemoet. Wij zien maar één optie: rechtsomkeert. Achter ons naderen twee andere wandelaars. We vragen hen of zij misschien bekend zijn met deze situatie. Maar de twee wandelaars uit Roermond lopen ook het Pieterpad en zijn hier net als wij voor het eerst. Met zijn vieren besluiten we ruim voor de boerderij het pad te verlaten en het veld over te steken. Maar zodra we één stap in het veld zetten komen de honden er alweer aan. Brrr. Er zit niets anders op: we lopen een stuk terug, nemen een parallel pad en pakken het Pieterpad bij de Marsweg weer op. Better safe than sorry, vinden wij alle vier.

In het Zeesserbosch passeren wij twee keer de spoorlijn en naderen Ommen, een oude handelsplaats en Hanzenstad met tolrecht. Al in 1248 kreeg Ommen stadsrechten. Het is een klein stadje met een mooi oud centrum, waar volop winkels en horecagelegenheden zijn. We eten bij Brasserie Tante Pos, gevestigd in het voormalige postkantoor. Slapen doen wij bij hotel De Zon, dat aan de andere kant van de Vecht ligt. We genieten van het uitzicht over de Vecht én van de hyperrealistische schilderijen van Henk Helmantel, die hier volop hangen. Het hout op zijn schilderijen lijkt meer op hout, email meer op email, eierschaal meer op eierschaal en aardewerk meer op aardewerk dan in de werkelijkheid. De texturen zijn realistischer en fraaier dan een foto kan zijn.

De volgende ochtend vertrekken wij na een uitgebreid ontbijt in De Zon. Vandaag betreden wij de Sallandse Heuvelrug. De Besthmerberg is de eerste heuvel die wij tegenkomen. Na Nieuwerbrug, waar we de Vecht weer oversteken, komen we op een buitengewoon mooi stuk van de route. We beklimmen de Archemerberg, een stuwwal van ruim 75 meter hoog. Dat zorgt voor een prachtig uitzicht. Het pad is soms glad, dus we kijken goed uit, zeker met dat stijgen en dalen. Her en der zien we jeneverbessen staan. Na de Lemelerberg, waar we een stuk lager blijven dan de Archemerberg, zijn we op de helft. Tijd voor een koffie in Lemele.

Het meest spectaculaire deel van de tocht hebben we dan wel gehad. Het laatste stuk van de route loopt langs de Hellendoornsche Esch, een licht verhoogde akker aan onze rechterzijde. In Hellendoorn zijn we prachtig op tijd voor de bus, die eens in het uur gaat op zaterdag. Voldaan begeven we ons huiswaarts.


zaterdag 4 februari 2017

Meijendel - Noordwijk

Het weerbericht zag er zo slecht uit dat we ons plan om weer een traject van het Pelgrimspad af te leggen laten varen. Maar nu het weekend is aangebroken lijkt het mee te vallen. We besluiten een wandeling in de buurt te maken. Via Meijendel lopen we naar het strand. Honderden strandlopertjes rennen heen en weer over het zand, vergezeld van de veel grotere meeuwen.

We passeren de nu nog verlaten Wassenaarse slag. In de verte zien we de witte vuurtoren van Katwijk al liggen. Als we daar aangekomen zijn verlaten we het strand en lopen de boulevard op. Tijd voor een pauze en een kom erwtensoep. Later lopen we langs de vuurtoren, die uit 1605 dateert, en langs het witte kerkje, iets verderop.

We willen nog wat verder lopen en besluiten door te gaan tot Noordwijk. Niet langs het strand, maar door de duinen. Als we bij de Koningin Astrid-boulevard zijn zien we het huis van Heineken, De Ark, in de duinen achter de boulevard liggen. In het centrum zijn we toevallig precies op tijd voor de bus, die maar eens in het uur gaat.