25 km, 650 m stijgen, 280 m dalen
Toscane
heeft met een nat voorjaar te kampen gehad. Als M. en ik maandagavond op
een overdekt terras van een restaurantje in San Miniato zitten, begint het te
regenen. De regenbui voegt een regenboog toe aan het toch al schitterende
uitzicht op de middeleeuwse burcht. Het avondlicht maakt de kleuren extra schilderachtig.
De
volgende ochtend is het droog, en dat blijft het gedurende onze vijfdaagse
wandeltocht van San Miniato naar Siena, over de oude pelgrimsroute naar Rome:
de Via Francigena. Perfect wandelweer, zo’n twintig graden. We lopen door het
typische Toscaanse landschap van glooiende heuvels met wijngaarden en
olijfboomgaarden. Tegen de horizon de smalle donkergroene cipressen en de wat
bredere pijnbomen op hun hoge stammen. De bloemen in het veld bloeien
uitbundig. Veel rode klaverachtige bloemen, blauwe en paarse distelbloemen, boterbloemen,
brem, madeliefjes, klaprozen, korenbloemen en nog tal van andere bloemen
waarvan ik de naam niet weet.
In
tuinen en op terrassen staan de rozen volop in bloei. Ook zien we veel
citroenboompjes, die tegelijk bloemen en vruchten dragen. Staan er genoeg bij
elkaar, dan komt de geur van oranjebloesem je tegemoet.
De
struiken ritselen van de hagedissen, die zich soms even laten zien. Groen, of
zwart met geel. Zwaluwen vliegen af en aan. Al het groen is fris van kleur en
de lucht ruikt naar bloemen en kruiden. Wat is het voorjaar toch een prachtig seizoen
om buiten te zijn. En wat is wandelen toch een prachtige manier om een
landschap mee te maken.
Het
traject van vandaag is 25 kilometer. Dat lopen wij wel vaker op een dag, maar
aan het stijgen en dalen zijn we minder gewend. Het valt soms niet mee. Hebben
M. en ik precies hetzelfde tempo als we door vlak land lopen, hier blijf ik
achter zodra het pad stijgt of daalt. We worden beloond door de overweldigend
mooie uitzichten. De Via Francigena blijkt perfect te zijn gemarkeerd, met de
ons bekende internationale rood-witte tekens plus een afbeelding van een
pelgrim. Daarnaast blijven we zekerheidshalve onze routebeschrijving in de
gaten houden.
In
de middag wijkt de routebeschrijving af van de officiële Via Francigena. Ondanks
intensief speurwerk kunnen we het alternatieve pad niet vinden en we besluiten
de officiële weg te volgen, hoewel die een stuk over een asfaltweg gaat. Als we
de eindbestemming van vandaag, het stadje Gambassi Terme, naderen, zoeken we de
weg naar ons hotel op. Dat gaat een eind goed, maar door het ontbreken van een
routebeschrijving van het laatste stuk vinden we het uiteindelijk niet. Als we
vanaf het laatste punt waar we zeker wisten dat we goed zaten nog ongeveer een
uur een asfaltweg omhoog hebben geklommen, bellen we het hotel. Al snel
verschijnt Christina in haar Smart, die ons in tien minuten naar het hotel
rijdt. Niemand kan die alternatieve route vinden, zegt zij.
Op
het terras van Tenuta Sant’Ilario, een fraai gelegen en ingerichte agriturismo,
komen we op adem. De avondzon verlicht het dal waar we op uitkijken. Later eten
we verrukkelijk in het naastgelegen restaurant van het hotel en lopen vroeg
naar onze kamer in een gebouw dat wat hoger op de heuvel ligt. Het getjilp van
de zwaluwen in het nestje bij de trap, vlakbij onze kamer, is het enige dat
onze welverdiende rust verstoort. Het was een flinke, maar prachtige tocht.
Wo 10 mei: Gambassi Terme -
San Gimignano
18 km, 600 m stijgen, 550 m dalen
Na
een ontbijt in de ochtendzon op het terras vertrekken we voor onze tweede
etappe, die ons naar San Gimignano voert. Ook vandaag zijn we onder de indruk
van de vergezichten en de bloemenweelde onderweg. Hier in Toscane is alles
mooi. En dan hebben we de kunstschatten van Siena nog niet eens gezien.
Als
het middag wordt zien we San Gimignano met zijn vele hoge torens in de verte
liggen. Er schijnen er nog maar 15 van de oorspronkelijke 72 torens over te
zijn.
Tegen
vijven lopen wij door de noordelijke poort het stadje binnen. Precies zoals
pelgrims en handelsreizigers dat al eeuwenlang gedaan hebben, te voet. In de
Etruskische tijd was hier al een dorp, later een Romeins stadje. De huidige
bebouwing is middeleeuws, net als de stadsmuren, die uit de dertiende eeuw
stammen en nog helemaal intact zijn.
Ons
hotel La Cisterna ligt zo centraal als maar mogelijk is. Een ruim plein met een
grote waterput, cisterne, in het midden. Als we aankomen zijn er veel
toeristen. We lopen door de smalle straatjes en borrelen op een terras met
uitzicht naar het zuiden, waar we de volgende dag zullen lopen. Daarna wandelen
we nog wat door het stadje. Zodra je uit de drukte van winkeltjes en toeristen
bent waan je je in de middeleeuwen.
Als
we op ‘ons’ plein van de cisterne terugkomen, zijn de meeste toeristen vertrokken met hun auto’s of touringcars. Zo genieten wij in rust van de
eeuwenoude schoonheid van dit plein, waar alles geschiedenis ademt.
Do 11 mei: San Gimignano - Gracciano
21 km, 200 m stijgen, 350 m dalen
De
volgende ochtend verlaten wij San Gimignano via een stadspoort aan de zuidkant.
Vandaag voert het pad ons ook door bossen, waar de vegetatie weer heel anders
is. We zien veel varenachtige planten en tal van felroze wilde cyclamen. De
rode klaverachtige plant komen we nog maar weinig tegen. Wel steeds brem, die
heerlijk ruikt.
Drie
keer voert het pad vandaag door een oversteekplaats bij een rivier. Het water
staat laag en we kunnen makkelijk oversteken via de grote keien die erin
liggen. In de middag drinken we een cappuccino bij een locale bar met plastic
stoeltjes in Quartaia, het eerste dorp dat we tegenkomen.
Vr 12 mei: Gracciano - Monteriggioni
13 km, 130 m stijgen, 50 m dalen
Na
een ontbijt met een vers gekookt eitje en zelfgemaakte patisserie gaan we op
pad voor een vrij korte etappe. De ‘officiële’ etappe loopt van San Gimignano
naar Monteriggioni, dus zonder stop in Gracciano. Wij zijn blij met deze
verdeling over twee dagen. Zo hebben we tijd over om niet alleen van de
wandeling maar ook van de plaats van aankomst te genieten.
We
zien Monteriggione al van verre liggen, met zijn verdedigingstorens rondom.
Vandaag weer overweldigend mooie bloemen: zeeën klaprozen in velden, maar ook
op muurtjes, fel blauwe korenbloemen, een soort wilde orchidee en natuurlijk
brem.
In
een klein middeleeuws stadje, Strove, zoeken en vinden we een café om
cappuccino te drinken. Strove heeft een kerk met een Mariabeeld aan de
buitenkant. De kerk zelf is gesloten.
We
passeren een bord dat ons goede reis wenst en waarop staat dat Rome nog 300 km
is. De Via Francigena bevalt ons uitstekend, en we nemen ons voor volgend jaar
verder te gaan, richting Rome. Als we zin hebben kunnen we doorlopen tot
Jerusalem. Of de andere kant op, naar Canterbury in Engeland.
In
de buurt van Monteriggione zien we ineens een grote slang in de berm liggen.
Hij is zeker een meter lang. Ik nader hem om een foto te maken, maar durf niet
al te dichtbij te komen.
Het
pad is vandaag tamelijk vlak, alleen het laatste stuk naar de stadspoort is
zeer steil. Als beloning arriveren we op een fraai middeleeuws plein, met een
kleine kerk en een restaurant waar de tafels wit gedekt onder de grote parasols
staan. We hebben vandaag tijd genoeg om uitgebreid te pauzeren.
Veel
groter dan dit Piazza di Roma is het stadje niet. Het diende om Siena te
verdedigen tegen Florence. De twee steden vochten om de macht over de Via
Francigena, die niet alleen als pelgrimsroute maar ook als belangrijke
handelsroute diende. Later zullen we er in Siena fresco’s van zien.
We
verlaten Monteriggione via de andere poort – er zijn er maar twee. Na een paar
kilometer arriveren we in Borgo Gallianaio, alweer een prachtige agriturismo.
In deze oude burcht hebben wij een enorme kamer met een oud balkenplafond. Net
als vanmiddag kiezen we vanavond voor pasta met truffel.
Bij
de ingang van onze kamer zit een zwaluwnestje, net te hoog om in te kunnen
kijken. Als we na het diner naar onze kamer gaan zien we twee zwaluwen zitten, een
in het nest en een ernaast, doodstil. Vlakbij. We laten ze gauw weer alleen.
Za 13 mei: Monteriggioni - Siena
In
het dorp Vila passeren we een informatiepunt, gedreven door Marcello. Hij heeft
zijn tuin ingericht als pleisterplaats voor de pelgrim en biedt van alles:
koffie en thee, vruchten, gekookte eieren, boeken om in te kijken, een
badkamer. We treffen een ouder Engels stel dat zes weken loopt over de Via
Francigena. Daarna houden ze nog een paar weken vakantie. Al hun bagage, voor
een week of tien, hebben ze in de rugzak. Een prestatie.
We
treffen deze dagen weinig mede-wandelaars. Dat is op een pad als de Camino naar
Santiago de Compostella wel anders, schijnt het. We prijzen ons gelukkig met de
keuze voor de Via Francigena.
Ook
vandaag weer uitzichten en bloemen, weer andere dan andere dagen: een grote
witte bloem met een geel hart, roze dagkoekoeksbloemen, en weer velden vol
klaprozen.
Na
een pittig laatste stuk, over stijgende asfaltwegen, passeren we het eerste
voorportaal van Siena, al snel gevolgd door de Porta Camollia. Het zit erop:
het eindpunt is bereikt. Zo'n honderd kilometer door dit geweldige landschap.