Nooit
geweten hoe prachtig de kust van de Algarve is. En er zijn veel mogelijkheden
om te wandelen. In januari is het overdag heerlijk warm in dit mediterrane
klimaat en zijn er haast geen toeristen. Palmbomen, bougainville, bloeiende
amandelbomen en sinaasappels, vooral veel sinaasappels. De bomen hangen er in
deze streek vol mee.
's Ochtends vroeg maken we een wandeling door natuurgebied Pera March /Salgados Lagoon. Paralel aan het strand, dat hier Praia Grande de Pera heet, en verderop Praia de Salgados, loopt een pad van houten planken.
Als
we starten tegen achten is alles wat op de bodem groeit, gras en lage planten,
bedekt met een laagje rijp. 's Nachts is het hier koud, maar de zon zorgt snel
voor warmte. In het uur dat wij hier lopen, verkleurt de lucht. Eerst lichtblauw
met roze. Dan meer roze en oranje, in wisselende patronen. Aurora, de rozevingerige dageraad. De morgenstond heeft goud in de mond, een cliché dat waar is. Rond
acht uur zien we de zon recht voor ons omhoog komen. Een zonnebril is geen
overbodige luxe met zo'n zon die nog laag staat.
Dit
natuurgebied ligt tussen de mondingen van twee rivieren, waar moeras is en een
zoetwatermeer waar het vol vogels zit. Het Lagao dos Salgados. Vogels rusten er
op weg naar en van Afrika. Er schijnen onder andere flamingo's, ooievaars en
lepelaars te zitten. Die zie ik hier niet, wel kleine kwetterende vogeltjes met
meerdere kleuren. En een prachtige felgekleurde vogel met groen, blauw en rood,
misschien een bijeneter. Het is een ecologisch belangrijk gebied.
Het
plankier loopt prettig. Natuurlijk is het leuk om op onverharde paden te lopen,
maar op een verhard pad kun je lekker om je heen kijken en toch tempo houden.
Links de natuur met laag struikgewas en hoge witte grasachtige pluimen. Rechts
de intens blauwe zee. Recht vooruit de zon die steeds hoger komt. Je hoort
zowel de vogelgeluiden als het geluid van de branding.
Na
ongeveer een half uur keren we terug, met de zon in de rug. In de verte rijst
de witte hoogbouw van Armacao de Pera op.
In
dit gebied zijn verschillende wandelmogelijkheden, ook over het strand.
Een
paar dagen later doen we de wandeling langs de zeven hangende valleien. Bij
Praia da Marinha starten we. Bovenop op de rotsen hebben we een prachtig
uitzicht over de rotsformaties. In grillige vormen rijzen ze steil op uit uit
de diepblauwe zee. Ze zijn wit, lichtgeel, oker en koperkleurig. Het uitzicht
is als een ansichtkaart. We lopen langs de kust, over de rotsen, naar het
westen. Hoog boven de zee.
Onder
ons, in de verte, liggen verschillende kleine strandjes. Daar is de ondiepe zee
turquoise. De golven zijn bruisend wit. Het uitzicht verandert voortdurend en
is steeds spectaculair.
Langs
het pad staan lage jeneverbessen en mastiekbessen. In de verte pijnbomen en
cipressen. Allerlei bloemen, gele kelken en kleine witte bloemetjes. Zo midden
op de dag is het meer dan achttien graden, heerlijke temperatuur om te
wandelen.
Een
dag later gaan we weer naar het gebied van de zeven valleien, maar nu gaan we naar
Praia de Benagil om een boottocht te maken langs de kust. De zon schijnt,
alweer. Wat een geluk. Benagil is een klein vissersplaatsje met wit met blauwe
huisjes. Als we het kleine zandstrand oplopen, in een inham van de rotsen, zien
we ineens een dolfijn uit het water opduiken. Van kop tot staart boven water,
zodat we hem goed kunnen zien. Heel even. We zien er daarna nog een paar, maar
niet zo duidelijk als die eerste.
Dan
stappen we in een open boot en daar gaan we, de zee op. De kliffen en grotten
waar we tijdens de wandeling op uitkeken zien we nu van dichtbij. Elke grot
varen we in. Sommige hebben daglicht omdat er openingen in de rots boven zijn,
sommige zijn helemaal donker. De steen is verweerd aan de onderkant, waar het
water komt. Het gesteente bevat mineralen die kleur geven: onderaan donkerrood,
paarsachtig, dan wat lichter, tot roze, en dan oranje, geel en wit. Duizenden
jaren heeft de zee erover gedaan om deze vormen uit de steen te slijpen.
De
zee is intens blauw, en turquoise. Ook de lucht is stralend blauw. Wat een
kleuren. Ongetwijfeld is in die prachtige kleuren blauw de inspiratie gevonden
om de huizen wit met blauw te schilderen. We passeren verschillende kleine
strandjes tussen de rotsen. In vijf kwartier bestrijken we de kust. Een hoge
rots met een vuurtoren erop is ons eindpunt.
In de
Algarve kun je niet alleen heerlijk in de natuur te wandelen, er zijn ook
schitterende steden. We maken een stadswandeling door Silves, de vroegere
hoofdstad van de Algarve toen die nog Al-Gharb heette. De Moorse burcht uit de
vroege middeleeuwen domineert de stad. Door smalle straatjes lopen we omhoog.
Veel huizen zijn wit met blauw. Andere zijn roze, groen of feloranje. De
bougainville bloeit volop, in die hardroze kleur die zo mooi afsteekt tegen het
blauw van de lucht en van de huizen. In perkjes langs de bredere straten staan
sinaasappelbomen vol vruchten
We
bezoeken de burcht, waarvan de muren helemaal gerestaureerd zijn, zodat je er
rondom overheen kunt lopen. De steen is rood van kleur, de rode zandsteen uit
deze streek. We hebben fraai uitzicht op de omgeving. Beneden zien we de
vijftiende eeuwse brug over de rivier de Arade. Binnenin de burcht zijn de
gebouwen niet hersteld, maar je kunt wel zien waar de muren stonden.
Buiten
de toegangspoort van de burcht staat een meer dan levensgroot bronzen beeld van
Koning Sancho I, die Silves in 1189 met hulp van kruisvaarders op de Moren
veroverde. Ernaast is een zaak waar ze wijn, port en andere producten van de
streek verkopen, met een heerlijk terras. De banken zijn bedekt met geweven
kleden in mooie kleuren. We hebben uitzicht op de oude Moorse stadsmuur.
Via
een andere weg zakken we weer af naar beneden. Nu door straatjes waar geen
winkels zijn, alleen woonhuizen. Verschillende huizen hebben een voordeur in
twee delen met op elke smalle deur een metalen klopper in de vorm van een
handje. Ook hier beschilderde huizen. Van sommige is de verf aan het
afbladderen, waardoor eerdere verfkleuren tevoorschijn komen. Ook mooi.