In Gorinchem lopen we vanaf het station langs de
vestingwallen naar de Veerhaven. Dat het veer maar eens in het uur gaat biedt
gelegenheid voor een koffiepauze in Sweet Ima, waar de aanblik van heerlijke
broden en zelfgemaakte patisserie ons doet watertanden. Het interieur is ook
het bekijken waard: oude bakstenen muren, een kroonluchter gemaakt van
tientallen peertjes aan zwart draad, kunstig met haakjes aan het plafond
gedrapeerd.
Als de veerboot richting Woudrichem vaart hebben we zicht op
Gorinchem ongeveer zoals Vermeer Delft zag. Het silhouet van de stad met
trapgevels en een molen, het spiegelende water ervoor. De veerboot zelf is ingericht met rechte banken van wit kunstleer. Hypermodern en jaren zeventig
tegelijk. Een tochtje per veerboot is altijd een attractie tijdens een
wandeling, en vandaag geldt dat des te meer.
We gaan van boord en lopen via de stadsmuren en de Gevangenpoort Woudrichem in, een overweldigend mooi vestingstadje. Inscripties in de stadspoort laten zien dat het water er in 1995 hoger heeft gestaan dan tijdens de stormvloed in 1953 (4,66 en 3,95 meter t.o.v. NAP). In de Hoogstraat zijn de huizen gebouwd rond zestienhonderd, zo zien we aan de gevelstenen. Ik kijk mijn ogen uit. Op een van de gevels staat een wijze spreuk: ‘DIE TIDT IS CORT DIE DOOT IS SNEL WACHT V VAN SONDEN SO DOET GHY VEL 1608’.
Langs het oude Raadhuis, nu een restaurant, verlaten we Woudrichem. We volgen de afgedamde Maas die we bij Poederoijensehoek
oversteken. Dan zijn we in de Bommelerwaard, gelegen tussen de Maas en de Waal.
Het gebied is vaak geteisterd door overstromingen. De dijken zijn er hoog en
veel boerderijen liggen op terpen. De lente is onmiskenbaar. Vogels kwetteren
erop los, bomen en struiken botten uit en overal in het gras staan gele, witte
en paarse bloemen.
Voorbij Brakel pauzeren we even langs de Meidijk in theetuin
de Welldaad, die achter de Zuilichemse molen ligt. Het is de eerste dag van het
seizoen dat de theetuin weer open is en dat wordt gevierd met activiteiten als
dromenvangers maken en massages. Wij houden het op een kop thee en lopen verder
over de dijk, waar het erg druk is vandaag. Dat komt, legt eigenares Margje
Beekenkamp uit, omdat hier alleen op zaterdag en niet op zondag wordt
gevoetbald en vanwege een wegafzetting in de buurt. Zelfs te voet is het
moeilijk doorkomen.
Via Aalst, waar fraaie dijkhuizen staan, lopen we langs de
Drielsche wetering. De bewoners in deze streek zijn ware buxus-kunstenaars. Veel tuinen hebben
strak gesnoeide hagen met daarin rozenstruiken. De leilindes voor de
boerderijen zijn vaak mooi oud en knoestig. Tegen half zes arriveren wij bij B&B ’t Kreekhuuske in Wellseind. Ons appartement heeft een terras met uitzicht op de
afgedamde Maas. Daar genieten wij van de karaf wijn die de gastvrouw voor ons
heeft klaargezet. Bijzonder om zo vroeg in het jaar in de zon te kunnen
borrelen. Later genieten wij van een diner in Amadeus, op een paar minuten
loopafstand. Gamba’s en zalm, Carpaccio en snoekbaars, heerlijk. Ik probeer
niet te veel te kijken naar de betreurenswaardige kreeften in het aquarium
naast ons. De zaak zit vol en dat is terecht.