Deze Paasmaandag begint met wat motregen, maar in de loop
van de dag klaart het op. De zon breekt zelfs door. Om half vier ’s middags
lopen wij vanaf het Strafhof langs de Waalsdorpervlakte en door Meijendel naar
het strand. De struiken beginnen uit te komen. Het voorjaar hangt in de lucht.
Het is minder druk dan je zou verwachten met zulk mooi weer. Het strand is
bezaaid met zeesterren. Wij kunnen niet anders dan erover heen lopen.
Zeesterren heb ik hier nog nooit gezien. De eerste keer zag ik ze in Zeeland, een paar jaar geleden, toen wij meevoeren met de mosselvisser. Zeesterren eten graag mosselen, zodat de netten niet alleen vol met mosselen maar ook met zeesterren raken. De mosselen worden over een kleine lopende band gehaald, waar twee mannen handmatig de zeesterren verwijderen. Die worden aan het eind van de dag op een zandbank gestort, waar de meeuwen vervolgens op af duiken.
Zeesterren heb ik hier nog nooit gezien. De eerste keer zag ik ze in Zeeland, een paar jaar geleden, toen wij meevoeren met de mosselvisser. Zeesterren eten graag mosselen, zodat de netten niet alleen vol met mosselen maar ook met zeesterren raken. De mosselen worden over een kleine lopende band gehaald, waar twee mannen handmatig de zeesterren verwijderen. Die worden aan het eind van de dag op een zandbank gestort, waar de meeuwen vervolgens op af duiken.
Behalve zeesterren ligt er nog veel meer op het strand: scheermessen, krabben,
platte vissen, een halve damesschoen, allerlei touw, plastic flessen, andere stukken plastic, grote
witte en paarsige dubbele schelpen, stukken hout. Die stukken hout hebben door
de zee prachtig afgeronde vormen gekregen. Ze lijken qua vorm op stenen maar
zijn vederlicht. Het is vloed en het lopen door het zand is zwaar. Gelukkig
staat de strandtent er weer, dus we kunnen genieten op het terras. Om zes uur lopen we langs de watertoren en de duinen terug.