Maandag 12 augustus nemen we tijdig de bus terug naar de veerhaven, waar het pad begint. We lopen aan de linkeroever van de Mokbaai, waar in de achttiende eeuw schepen voor anker gingen. Als de wind gunstig stond, vertrokken ze van hieruit naar het verre Oosten. Het is een soort mini-Waddenzee die deels droog valt bij laag water. Hier ook die prachtige felgroene kleuren langs het water.
Langs het pad staan volop bloemen, bessen en rozenbottels. Ook zijn op sommige plekken de bramen al rijp. Texel doet zijn naam als schapeneiland eer aan, want we komen er veel tegen.
Door de duinen lopen we naar het strand, waar we uitkomen bij paal 8. Bij strandtent Paal 9, die ooit is weggeslagen door de zee en nu herbouwd is ter hoogte van paal 10, drinken we koffie. Tussen paal 11 en 12 verlaten we het strand en lopen door een stukje bos en duingebied, de Westerduinen.
Bij paal 16 gaan we het strand weer op. Hier is een surfschool. Het waait behoorlijk en de golven zijn hoog. Via de duinen wandelen we even later terug naar De Koog.
De dorpsstraat in De Koog is een toeristisch straatje met veel horeca en winkeltjes. Het bezoek bestaat vooral uit Duitse gezinnen. Wij vinden al snel een prettig terras, Eigewijs!, waar we deze dagen meerdere keren zullen zitten.
De volgende ochtend, dinsdag 13 augustus, lopen we vanuit de Koog verder naar het noorden langs de Westkust van het eiland. Een fazant, niet de eerste die we vandaag zullen zien, gaat ons voor op het pad. Hier in de duinen volop kamperfoelie, soms met bloemen, soms met bessen, en plukken paars bloeiende hei.
Halverwege de ochtend een kort maar hevig buitje. We schuilen onder een groepje bomen.
Dan wandelen we langs het beroemde natuurreservaat De Slufter. Een wetland-achtig gebied dat in open verbinding staat met de zee. Het zoute water zorgt voor bijzondere bloemen en planten. Het staat vol lamsoor, dat in paarse bloei staat. Ook is er volop zeekraal, niet alleen in het natuurgebied zelf, waar je niet kunt komen, maar ook langs en op het pad langs De Slufter. We genieten van de zoute zeekraal, afgewisseld met zoete bramen. Verder zien we zeealsem en zeeraket. Wat een uitzonderlijk mooi gebied is dit. Ik begin dit grote eiland, waarvan we ons eerst afvroegen of het ons wel het eilandgevoel van de andere, kleinere, waddeneilanden zou bieden, steeds meer te waarderen.
Bij paal 29 gaan we het strand op. Aan het begin van de strandovergang staat een houten wegwijzer, die kunstzinnig is bekleed met wat er zoal aanspoelt: knalblauwe vissersnetten, oranje werkhandschoenen, boeien, stukken touw. Zo wordt wat lelijk is, mooi.
Het waait nog steeds behoorlijk. Op het immens brede strand wordt gekitesurfd en ook zijn er kite-buggies, lichte karretjes die door kites worden voortbewogen. Vandaag gaat dat in vliegende vaart.
In de verte zien we de rode vuurtoren liggen. Door de Eierlandsche Duinen lopen we richting De Cocksdorp, ons eindpunt vandaag. Veel bloeiende planten. Ook al paddenstoelen, ik zie een paar parelbovisten.
Over een hoge grasdijk gaan we verder. Ook hier weer veel schapen, die zich - anders dan we op Schiermonnikoog gewend zijn - laten aanraken.
In De Cocksdorp, een kleiner en minder toeristisch dorp dan De Koog, gaan we de Waddenkerk aan het begin van de dorpsstraat in. Bijzonder is dat delen van het interieur afkomstig zijn van een kerk die ooit aan het Haagse Noordeinde stond. Veel meer dan de dorpsstraat, die eindigt met een andere kerk, is hier niet. We drinken wat op een terras en nemen het busje terug naar De Koog.
We eten in Passie, het restaurant dat bij ons hotel hoort. Heerlijke kreeft, oesters en harder.
De derde wandeldag, woensdag 14 augustus, reizen we per bus terug naar De Cocksdorp waar we ons pad weer oppakken. We lopen nu aan de oostelijke kant van het eiland naar het zuiden. De route voert ons langs akkers, die aan de randen vol papavers, korenbloemen en andere wilde planten staan. Een schitterend gezicht. Daar tussendoor rijen zonnebloemen, die hun gezichten met de zon meedraaien. Ongetwijfeld werken de boeren hier samen met natuurbeschermers en levert dat dit fraaie resultaat op.
Na ruim zes kilometer steken we het Eierlands kanaal over met een zelfbedieningspontje. Altijd leuk. Aan de overkant gaan we een grasdijk op waar we tussen de schapen doorlopen. De hoge dijk biedt een weids uitzicht over de met bloemen omzoomde akkers.
Bij vogelreservaat Utopia drinken we koffie bij Prins Hendrik, achter de dijk. Daarna lopen wij de dijk op en lopen langs de zee. De lucht begint nu toch wel te betrekken. Als we het dorpje Oost binnenlopen, begint het te regenen. We besluiten door te lopen naar Oosterend, een mooi oud stadje met huizen in een ring rondom de kerk. Deze Maartenskerk, althans het oudste deel ervan, stamt uit de twaalfde eeuw. Al in de Romeinse tijd was hier een dorp.
We lunchen hier en eindigen onze tocht. Volgende keer verder, naar Oudeschild, Den Burg en terug naar de Veerhaven. We zijn niet er niet rouwig om dat we binnenkort nog een keer naar dit mooie eiland gaan.