dinsdag 28 juli 2020

Langs de Zuiderzee (Elfstedenpad: Stavoren - Workum - Bolsward)

De hoogste tijd om weer eens verder te lopen op het Elfstedenpad. De laatste keer was in november vorig jaar. Dit voorjaar kwam het er niet van door ziekte en coronamaatregelen; meer dan een rondje in de buurt zat er niet in. Heerlijk dus om weer in de trein te stappen, zij het met mondkapje op.

Onze etappe begint in Stavoren, maar Hindeloopen is zo'n prachtig stadje dat we daar naar toe reizen om te overnachten.
Onze kamer in de Stadsboerderij heeft klassiek beschilderd Hindeloopens meubilair. Ik neem snel een kijkje in het Schaatsmuseum dat om de hoek ligt.

We lopen door het schilderachtige stadje. Hindeloopen was vroeger een belangrijke stad waar handel werd gedreven op de Oostzee. Nu is het rustig. Smalle straten, veel bruggetjes, fraai gerestaureerde kapiteinshuizen. Aan de kant van het water en de haven zijn veel toeristen. In de stad zelf is het veel stiller.

We eten buiten op een terras, met uitzicht op een beeld van Vrouwe Justitia dat aan de gevel van het naburige pand is bevestigd. Vroeger waren in dit gebouw het stadhuis, het gerecht en de gevangenis gevestigd.

De volgende ochtend gaan we verder op het pad. We reizen per trein naar Stavoren, waar het pad langs de voormalige Zuiderzee loopt. Het is schitterend weer, zonnig en niet te warm, perfect om te wandelen.
Halverwege Stavoren en Hindeloopen, bij Molkwerum, zien we een groepje paarden dat in het water wordt geleid. 'Aquajogging', zegt de begeleider. Goed voor de spieren. Even later zien we een platbodem varen met bruine en witte zeilen.

Zo'n soort boot ligt ook bij de kade bij de Stadsboerderij in Hindeloopen, waar we halverwege de dag weer even neerstrijken. Het Elfstedenpad loopt door het stadje. We verlaten het op dezelfde manier als we dat vanmorgen deden, over een houten loopbrug.

Het pad volgt nog een stukje de Zuiderzeedijk en buigt dan landinwaarts af. We lopen grotendeels over grasdijken die vol met schapen liggen. Als je doorloopt, blijven ze liggen maar als je ze probeert aan te raken, springen ze op het laatste moment op en gaan er op een holletje vandoor. Vooral de lammetjes zijn nieuwsgierig, maar durven toch niet te blijven staan. Heel af en toe lukt het zo'n vettig vachtje aan te raken.

 In de loop van de middag arriveren we in Workum. Net zo'n mooi oud stadje als Hindeloopen, wat minder toeristisch. Er zijn wat meer 'normale' winkels, zo te zien. We zijn nog op tijd om het Jopie Huismanmuseum te bezoeken, het museum van de autodidact die vooral oude spullen schilderde. Veel over gehoord, nu eindelijk gezien. Vooral een schilderij van een verstelde gebreide lange onderbroek maakt indruk. Hyperrealistisch. 'Ik brei met verf', zei Jopie daarover.

We hebben er ongeveer 18 kilometer opzitten en voelen dat wel. Omdat het zo lang geleden is dat we wat langere afstanden liepen.

In Workum logeren we in Op de hoek van de stal, in de hoofdstraat. Het is een negentiende eeuwse stolpboerderij op een historische plek, bij de ingang van het stadje en aan de Zuiderzee. 's Avonds eten we buiten, op een van de terrassen op het plein bij de reusachtige kerk.

Na een heerlijk ontbijt in de voormalige stal beneden vertrekken we de volgende ochtend niet al te vroeg voor de tweede etappe dit weekend: van Workum naar Bolsward. Na een rondje door de oude stad lopen we via een zestiende eeuws kerkepad Workum uit. Stad en platteland grenzen hier scherp aan elkaar. Achterom kijkend hebben we een fraai uitzicht op de kerk van Workum.

Ook vandaag lopen we veel over grasdijken. We passeren een paar mooie kerken, zoals in Ferwoude. Het mooiste dorp is Allingawier, dat ook het Friese Museumdorp wordt genoemd. Een oud terpdorp ten oosten van Makkum, waar een paar gebouwtjes zijn ingericht zoals vroeger. We pauzeren op het terras van It Ferhaal, dat binnen sfeervol is ingericht met oude balken en blauw geverfde muren.


Het staat vol zomerbloemen: klaver, boterbloemen, blauwe distel, koekoeksbloem en veel meer. In de steden staat het vol stokrozen in alle kleuren.

Via Exmorra arriveren we in Bolsward. Het openbaar vervoer rijdt hier niet frequent, zeker niet op zondag, dus we haasten ons voor de bus. De terugreis duurt drieƫneenhalf uur. Ver reizen, maar dan heb je ook wat. Wat een geweldige provincie, en wat een prachtig pad. De wegen zijn soms heel recht - deze twee dagen trouwens niet, het is lekker lopen over die grasdijken, maar de elf steden maken alles goed.