vrijdag 14 september 2018

Sint Servaas, Maastricht

Wandel.nl, het magazine van de KWBN (Koninklijke Wandel Bond Nederland), publiceerde in editie 4 (september 2018) mijn verslag als lezersverhaal.

'Sint Servaas, Maastricht': de afsluiting van het Pelgrimspad, van Amsterdam naar Maastricht. Lees het verhaal hier.

Natuurlijk staan alle etappes, van Amsterdam tot Maastricht, ook op dit blog.

zondag 9 september 2018

Aan zee: Schiermonnikoog


Zodra we in Lauwersoog aan boord gaan, begint het vakantiegevoel. Drie kwartier later zetten wij voet op Schiermonnikoog. Zondag, kwart over één. Veel mensen vertrekken nu van het eiland, weinigen komen aan, zoals wij. Wij hebben het nog voor de boeg.

Eerst was regen voorspeld voor deze dagen, maar naarmate de dag van vertrek naderde veranderde dat. Als wij aankomen is het goed weer, droog en niet te koud. 

Later op de dag breekt de zon door. Ook maandag hebben wij schitterend weer. Dinsdag wordt het pas onstuimig, met harde wind en regen. De ochtend van ons vertrek.

We huren een tandem en fietsen zondagmiddag het hele eiland rond. Langs de rode vuurtoren, die nog als vuurtoren in gebruik is, en langs de witte, die er verwaarloosd uitziet. Afgelopen zomer logeerden wij vlakbij de vuurtoren van Haamstede, die die weken in de steigers werd gezet. De steigerbouwers vertelden dat de witte vuurtoren van Schiermonnikoog het volgende project zou zijn. De witte vuurtoren kan wel een opknapbeurt gebruiken. 

Bij de Kobbeduinen parkeren wij de fiets en lopen wij de duinen in. Het ziet er al herfstig uit. Rode rozenbottels, oranje bessen aan de duindoorns. De bladeren beginnen hier en daar te vallen.

De wolken worden prachtig beschenen door de zon. Toch kun je de weidsheid van het landschap, het gevoel dat dat geeft, niet met een foto vastleggen. Hoe mooi sommige foto’s die ik met mijn telefoon maak ook worden, nooit is het beeld zo mooi als de werkelijkheid. De zee, de lucht en het licht zijn niet te vangen in een camera. Ik laat het op me inwerken en pak maar heel af en toe de telefoon omdat ik het toch niet kan laten.

Kort geleden bekeek ik de schilderijen van Domburgse schilders, gemaakt aan de Walcherse kust, onlangs tentoongesteld in de het gemeentemuseum (‘Aan zee’). Daar hingen onder meer ‘Zeegezicht’ van Mondriaan en ‘Zoutelande’ van Hart Nibbrig. Tegelijkertijd was daar een expositie van schilders ‘De Haagse school op Scheveningen’. Daar hingen o.a. ‘Strandgezicht’ van Weissenbruch, en ‘Schemering’ en ‘Ondergaande zon bij Scheveningen’ van Mesdag. Prachtige schilderijen, die de zee en de luchten daarboven vangen zoals een foto dat nooit kan doen. Dat komt wellicht, schrijft Stine Jensen in een column in het bij ‘Aan zee’ verschenen gelijknamige magazine, omdat de schilders de werkelijkheid abstraheren. ‘Niet de werkelijkheid zelf, maar de (esthetische) ervaring, beleving en interpretatie daarvan wordt weergegeven. Die ervaring is subjectief, maar krijgt in zijn abstractie een universele betekenis.’  Jensen vindt dat mooi, schrijft ze, en ik ben het van harte met haar eens.

Maandag fietsen we naar de Marlijn, aan de noordkust, en daar lopen we het strand op naar het oosten. Over het brede, witte zand. Het is eb. Na een paar kilometer steken we de eerste duinenrij over en lopen terug naar het westen tussen de eerste en de tweede duinenrij, over het Waterstaatpad. Hier is het groen, er staan allerlei soorten grassen en bloeiende planten. Roze, wit en geel.

We eindigen onze wandeling bij de Marlijn, waar we lunchen. De Berkenplas bleek op maandag gesloten.

We fietsen nog wat verder over het eiland, en dan is het tijd voor de borrel bij het Oude Boothuis, naast Hotel van der Werff. We eten vanavond vroeg en we fietsen om half acht naar de Jachthaven waar we een schitterend uitzicht hebben op de avondlucht. De zon gaat nu al onder om iets over acht. Omdat het bewolkt is, kleurt de lucht maar een klein beetje. We fietsen via een omweg terug naar het dorp, door de schemering. Een bijzondere ervaring. We deden dit niet eerder, maar het is voor herhaling vatbaar. Zo stil als het hier nu is, maak je het niet vaak mee.

Dat valt hier altijd op: zo druk als het soms in het dorp kan zijn, zo rustig is het als je even het dorp uitloopt of – fietst. Dat geldt ’s avonds helemaal. De lamp op de fiets hebben we nodig om wat te kunnen zien, niet zozeer om gezien te worden, want er is hier verder niemand. Dit is een van de weinige plekken waar het ’s nachts nog helemaal donker wordt. En helemaal stil.