zondag 30 november 2014

Bernse vinex (Bern)

Zondagmiddag in Bern: tijd voor een wandeling. Van het Paul Klee Centrum, waar we een tentoonstelling van Klees werk bekijken, lopen we ongeveer anderhalf uur terug naar het centrum. Het museum ligt aan de rand van de stad. Rondom het bijzondere gebouw zijn de paden genoemd naar citaten uit titels van werken van Paul Klee. 


We passeren rijen huizen van rond negentienhonderd. Degelijke huizen met stevige fundamenten, die een dik pak sneeuw aankunnen. Vaak zijn ze gepleisterd en wit of geel en hebben ze geschilderde houten luiken. Een soort vinex-wijk, maar dan oud. Aan Sinterklaas wordt hier natuurlijk niet gedaan en de kerstversiering en –verlichting is al volop aanwezig.

zaterdag 15 november 2014

Eekhoorns (Clingendael)

Terwijl de wereld in brand staat houden de gasten in praatprogramma’s zich bezig met het analyseren van het Sinterklaasjournaal. Buiten regent het. Dat zal bijna de hele dag zo blijven. Ik ga naar buiten met het vage plan via het Haagse Bos en de Horsten naar Katwijk of zelfs Noordwijk te lopen, maar zie daar mede met het oog op het weer vanaf. In plaats daarvan doe ik een rondje Clingendael en Oosterbeek van een uur. Het is rustig. Een paar mensen laten hun hond uit. Twee keer zie ik een eekhoorn lopen. Fotograferen lukt niet. Ze zijn me te snel af.


zaterdag 8 november 2014

Mikwe (Pieterpad: Venlo - Swalmen)

Na een prima ontbijt in ons hotel, waarbij wij ook broodjes voor onderweg buit maken, vertrekken wij iets over negen. De koffie in het Limburgs museum slaan wij toch maar over, want we hebben vandaag meer dan 20 kilometer voor de boeg. In het museum hadden wij het zogenaamde Mikwe, Joods badhuis, kunnen bezichtigen. Deze oude stenen kelder is tien jaar geleden gevonden en integraal overgebracht naar een daarvoor speciaal gebouwde vleugel in het Limburgs museum. Kosten: drie miljoen. Vervolgens kwam men tot de ontdekking dat het hier helemaal niet om een mikwe gaat. Er is hier nooit een Joodse nederzetting geweest. Het Venlo Magazine van oktober, dat in de eetzaal van het hotel ligt, wijdt er een artikel aan met de titel: “Wat zou jij doen met het ‘Mikwe’?’ De drie bevraagde Venloërs vinden dat het behouden moet blijven, alleen al door het verhaal eromheen. Frans Pollux, zanger en schrijver: ‘Je kunt aan de hand van dat vermeende mikwe de museumbezoeker iets vertellen over hoe archeologie werkt, hoe wetenschap werkt, hoe politiek werkt en hoe journalistiek werkt. (…) Het is nog steeds niet duidelijk wat de functie van de kelder en het gebouw daarboven geweest is. Ik zou me dus richten op (…) het vertellen van het spannende verhaal over hoe een mikwe toch geen mikwe bleek te zijn. Schaam je niet voor dat pijnlijke traject, maar buit het uit en maak inzichtelijk hoe het zo heeft kunnen lopen. Menige thriller heeft een minder sterk plot.’

Vandaag is het stralend weer. Gisteren viel het trouwens ook mee. Zoals voorspeld viel er wat regen maar dat mocht geen naam hebben. De poncho’s konden in de rugzak blijven. Ten zuiden van Venlo is de route verlegd wegens de aanleg van de A74. Gelukkig is de nieuwe route goed gemarkeerd. We lopen een klein stukje verkeerd maar weten de route snel weer op te pakken. Bij een hertenkamp fotografeer ik een paar herten, waaronder een mannetje met een imposant gewei. In het wild lukt dat niet, zo dichtbij. We zijn in Limburg, dus we passeren verschillende kapelletjes met een mooi gebeeldhouwde Jezus aan het kruis. 

We volgen precies de grens tussen Nederland en Duitsland en lopen af en toe stukjes door Duitsland. De weg die over de grens loopt heet de Prinsendijk. Het is een oude Romeinse verbindingsweg. Net over de helft van de etappe van vandaag pauzeren wij voor een bospaddenstoelensoep in café De Grens. Het terras zit vol op deze prachtige dag. 

Verderop komen wij langs het lieflijk door het landschap meanderende riviertje de Swalm. Daar begint Swalmen. Aan de buitenrand zien we keurig aangelegde moestuinen met rozen, boerenkool, prei en aspergebedden. Midden in het centrum ligt de Markt, met de kerk en het oude raadhuis waarin nu een café is gevestigd (‘de Mert’). Daarnaast staat het nieuwe gemeentehuis en een nieuw politiebureau. Van hier lopen wij naar het station, van waar wij in ruim twee uur thuis zijn. Treinen gaan een stuk sneller dan streekbussen.

vrijdag 7 november 2014

Asperges en champignons (Pieterpad: Swolgen - Venlo)

Limburg ligt voor ons niet naast de deur. Wij nemen de bus van half acht en zijn om half twaalf in Swolgen om onze etappe te starten. Het pad voert ons langs het Schuitwater, een gebied rond een oude Maasmeander. Het is er nat en drassig, bijna een moeras. Het pad bestaat uit houten planken, een soort brug over het moeras. Tegen de gladheid zijn de planken bedekt met ijzergaas. De vegetatie is felgroen. Het lijkt wel een tropisch regenwoud, maar dan zonder de kleuren van bloemen en zonder de benauwde temperatuur. 

Nog steeds veel paddenstoelen, in vele soorten, maten en kleuren. Veel ervan zijn nu aan het rotten of ze zijn aangevroten door insecten. We zien nog wel een paar parelstuifzwammen in goede staat, wit en stevig. Bij Houthuizen passeren we een kapelletje, opgericht door de buurtbewoners uit dankbaarheid dat de buurtschap de oorlog goed is doorgekomen. Af en toe lopen we door bos, maar vooral langs bosranden met uitzicht op open velden. 

In Grubbenvorst lopen we langs het oude Ursulinenklooster uit 1860, inmiddels niet meer in die functie in gebruik. Voor het klooster staan drie witte obelisken, als fallussymbolen: een eerbetoon aan de asperge. Limburg doet er goede zaken mee, gezien de bijnaam ‘het witte goud’. Op sommige plaatsen zien we de aspergebedden liggen. In Grubbenvorst staat een groot aantal huizen te koop, zoals in veel dorpen die we op wandelingen zien. Prachtige huizen, ongetwijfeld voor een laag bedrag, maar wat gaat men hier doen? Onlangs was in het nieuws dat de huizenmarkt aantrekt in de grote steden, maar daarbuiten helemaal niet. Lege huizen leiden tot lege winkels en horecagelegenheden. Een trieste neerwaartse spiraal. Naast een leeg winkelpand staat een cafetaria waar zo te zien ook weinig reuring (meer) is. In het centrum van Grubbenvorst vinden wij een mooi café waar we van een echte Limburgse vlaai genieten. Daarna is het nog maar een klein stukje naar het veer over de Maas. Vanaf de overkant hebben we mooi zicht op de kerk van Grubbenvorst.


Vanaf dit punt  loopt het pad langs de Maas naar het zuiden. Onder Velden is er een alternatieve route voor als het hoog water is. Wij willen de hoofdroute lopen, die hier vlak langs het water moet gaan, maar de markering leidt ons langs de hoog waterroute. We volgen een pad door weilanden en gaan onder de snelweg door. Bij Genooi lopen we langs een bedrijventerrein om vervolgens bij een mooi kapelletje uit te komen. De oorspronkelijke kapel is van 1631. Cuypers breidde hem uit in 1916. Er komen veel mensen langs. In dit gebied is Océ prominent aanwezig. ‘Océ van der Grinten’, zeggen M en ik allebei, en we denken daarbij aan kleurstof, inkt of papier. In het boekje staat dat de oorsprong van het bedrijf sinds 1857 ligt in het boterkleursel van apotheker Van der Grinten in Venlo. Nu is Océ onderdeel van Canon. Kopieermachines, dus dachten we terecht aan inkt en kleurstof. Océ-weerd is de naam van dit gebied langs de Maas, waar men herstel van de natuurlijke Maasoevers nastreeft. Er grazen runderen met een krullende vacht als van een poedel. Af en toe ruiken wij een onmiskenbare champignongeur. Bij het passeren van een groot bedrijf wordt die geur heel sterk: Lutèce, een champignon-verwerkingsbedrijf. Door de ramen zien we mannen met blauwe plastic mutsjes aan het werk. Het doet laboratoriumachtig aan. 

Na Genooi loopt het pad dicht langs de Maasoever, wat mooie vergezichten oplevert. Aan de overkant staan de kale bomen als pluimen tegen de horizon. In de verte zien we de skyline van Venlo liggen. In het mooie oude centrum van Venlo zijn de straten versierd met verlichte mijters in kleur. Zulke sinterklaasverlichting zie je bij ons niet. Bij ons gebruiken de winkeliers een neutrale decemberverlichting, geschikt voor zowel Sinterklaas als Kerstmis. Zou het komen omdat de bisschop hier meer leeft dan in de Randstad? 

Ons hotel, het Wilhelminahotel, ligt recht tegenover het station. Een ouderwets hotel, waar treden van de krakende houten trap met oud beige tapijt is belegd. Het buurpand heeft interessant glas in lood in de voordeur. M heeft last van haar voeten en van een knie, zodat wij niet het centrum van Venlo ingaan maar in het hotel eten. Een heerlijke saté van hertenbiefstuk met wildsaus en rode kool. M is zo moe dat zij al om kwart over acht in de rust gaat. Ik loop nog even een klein stukje door het centrum, lees een krant in de eetzaal van het hotel en ga tegen half tien slapen. Ondanks het geluid uit de ruimte recht onder onze kamer, waar de Venlose Huzaren  -althans: de leden van de cultuurhistorische vereniging; huzaren zijn er allang niet meer in Venlo -een feestje hebben, slapen wij heerlijk tot een uur of half acht de volgende ochtend. 










zaterdag 1 november 2014

Warmterecord (Meijendel en strand)


Op het strand staat een dame, ontkleed vanaf haar middel, zich ongegeneerd met een grote handdoek af te drogen. Zij en haar man hebben net in zee gezwommen en ze zijn bepaald niet de enigen. Vrij bijzonder, in november. De vele wandelaars langs de kust dragen hun jassen over de arm. Sommigen hebben ook hun schoenen uitgedaan en lopen op blote voeten door de branding. Op deze wonderlijk warme eerste novemberdag lopen wij langs het nieuwe internationale strafhof in aanbouw langs de Waalsdorpervlakte naar Meijendel. Het is, naar later blijkt, de warmste eerste novemberdag ooit gemeten. We lopen zonder speciale route te volgen, op gevoel. Omdat wij geen van beiden over een goed ontwikkeld richtingsgevoel beschikken maken we een lange wandeling voordat we iets ten zuiden van Wassenaar het strand op komen. Als wij er met behulp van het kompas achter komen dat we al enige tijd naar het oosten lopen in plaats van naar de zee in het westen maken we rechtsomkeert. Het geeft niet, want het is een dag om zo veel mogelijk buiten te zijn. We zien paddenstoelen die in grote circels groeien, bomen met takken zonder blad maar vol felroze bessen, duinrozen die tegelijkertijd witte bloemen en rode bottels dragen, en verschillende soorten mos, van diepgroen tot bijna wit.

In de duinen zien we deze keer geen vossen. Dit weekend schrijft John Jansen van Galen in de NRC wat te doen bij een ontmoeting met al dan niet wilde dieren. Praktische tips, die wij op onze tochten goed kunnen gebruiken. De schrijver stond eens op een plank over een sloot in het Varkensland bij Broek in Waterland met aan twee kanten een kudde overenthousiaste pinken. Hij baande zich een weg tussen de runderen, die geen kwaad in de zin hadden, maar de wandelaars wel last bezorgden. 'Bij Ilpendam dreven ze ons steeds verder een sloot in en wisten we nog maar net, via de modderige oever, te ontsnappen', vervolgt hij zijn relaas. Vossen moet je niet voeren, want ze kunnen dan iets te gretig toehappen. Gelukkig zijn wij niet van plan vossen of welk wild dier dan ook te voeren. Zwanen verdedigen hun territorium fanatiek, vooral als ze broeden of jongen hebben. Ze kunnen met de kracht van hun vleugels je arm breken. Loop dus met een boog om zwanennesten heen, is het devies. Bij een kudde paarden kun je beter uit de buurt blijven. Ontmoet je een hond, probeer dan in te schatten of hij speels of kwaadaardig is, en let op je lichaamstaal. Angstig ineenskrimpen ziet de hond als een sein om ten aanval te gaan. Indringend aankijken ervaart een hond als provocatie.

Op het strand is het nog voller dan in de duinen. Wandelaars, zwemmers en ruiters genieten van deze dag. Het strand is op sommige plekken bezaaid met scheermessen. Zeemeeuwen doen zich te goed aan de inhoud. We lopen tot de hoge trap op de plek waar in de zomer ‘t Puntje staat. Jammer dat er helemaal geen strandtenten meer staan. Ze zouden op een dag als vandaag goede zaken doen. Door de duinen lopen we naar de Watertoren, waar we toevallig ook waren toen het open Monumentendag was. Leuk om dit negentiende-eeuwse monument, waar we zo vaak langs lopen, ook eens van binnen te zien. Aan de voet van de watertoren is een koffietentje waar wij heerlijk van de zon genieten. Op het strand was beter geweest maar nu is dit een goed alternatief. Vrijwel elk tafeltje buiten is bezet. Dan lopen we terug door de duinen, parallel aan de Van Alkemadelaan, tot we weer bij het strafhof in aanbouw zijn.