maandag 17 juli 2017

Weids (Drenthepad: Beilen – Ruinen – Uffelte)

Wat is Drenthe een waanzinnig mooie provincie. M. en ik hebben er kennis mee gemaakt toen we, afzonderlijk van elkaar, het Pieterpad liepen. Die kennismaking is uitgemond in de wens hier nog eens naar toe te gaan om te wandelen. En zo starten wij vandaag het Drenthepad, een streekpad dat ons door de hele provincie voert. Als je het pad op de kaart bekijkt, zie je een omgekeerd hart. Dat is helemaal van toepassing. Het is niet moeilijk je hart aan dit gebied te verliezen.

We beginnen in Beilen, in de buurt van de plek waar in december 1975 een treinkaping plaatsvond. Molukkers kaapten de stoptrein Groningen - Zwolle ter hoogte van Wijster, tussen Hoogeveen en Beilen. De machinist en twee passagiers werden doodgeschoten. Na twaalf dagen hebben de kapers zich overgegeven.

Hoe vredig is het nu in het Dwingelderveld. Het Nationaal Park Dwingelderveld omvat twee heidegebieden: de Dwingelose heide en de Kraloërheide. Er liggen allerlei kleine vennetjes, die gevoed worden door regenwater. In het gebied grazen grote runderen.

We passeren de schaapskooi. De kudde is daar aanwezig. De schapen worden vandaag geschoren. Schapen eten de beplanting om de heideplanten heen, zodat de heide blijft bestaan. Wij passeren een paar grafheuvels uit de bronstijd, die duidelijk in het landschap te zien zijn.

In het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten bij de Benderse Berg pauzeren we even voor een biologisch sapje. Er is een aantrekkelijke tuin aangelegd, die mooi bij het natuurlijke landschap past. Hier vlakbij heeft Anne de Vries, auteur van onder meer ‘Bartje’, gewerkt. Bij de Benderse heide zou een tweede schaapskudde moeten grazen. Wij hebben de kudde niet gezien.

Na het passeren van de Benderse molen de Zaandplatte arriveren wij na 20 kilometer wandelen in Ruinen. Wat een verrassing: het dorp leeft volop, in tegenstelling tot veel andere dorpen waar wij in de loop van de tijd doorheen gelopen zijn. We strijken neer bij café Luning, een 19-eeuwse caféboerderij aan de Brink. Een brink is de plek waar vroeger de dieren stonden. Hier is het nu het centrum van het dorp geworden. Aan de Brink de kerk, winkels en horecagelegenheden. We logeren in De Stobbe, een fijn ouderwets hotel, vlakbij de Brink, en vrijwel aan de route.

De volgende ochtend lopen wij het dorp uit langs mooie oude boerderijen. Een landweg voert ons over de Groote Esch, een hoger gelegen gebied dat ontstaan is door het eeuwenlange uitstrooien van schapenmest en heideplaggen. We genieten van de weidse uitzichten over de velden. Felblauwe korenbloemen staan tussen het koren.

In het Theehuis bij de Anserdennen drinken we koffie in de tuin. Een mooie plek, smaakvol ingericht. Het gebied is volgens het boekje bekend om de paddenstoelen, maar die zie ik helaas niet staan.
In het algemeen is hier vrij weinig horeca. Wel zien we her en der parkeerplaatsjes, waar oudere stellen naar toekomen per auto, met de fietsen achterop, om hier fietstochten te maken. Vooral per e-bike. Ze maken een vriendelijke en ontspannen indruk. Wandelaars komen we nauwelijks tegen.

Na 12 kilometer komen we in Uffelte aan. We steken de Oude Vaart en vervolgens de Drentse Hoofdvaart over.  Na rijp beraad besluiten we daar de bus terug te nemen, want de lucht ziet er dreigend uit en er is onweer voorspeld. De volgende plaats met een bushalte is 20 kilometer verderop. Te ver voor nu.