zondag 27 november 2016

Maria (Pelgrimspad II: Thorn - Born)

Inmiddels zijn we zo diep in het zuiden aanbeland dat wij zaterdag 26 november al naar Thorn zijn gereisd. We eten en slapen in het witte stadje, waar we de vorige keer zijn geëindigd. Hotel La Ville Blanche is gevestigd in een achttiende-eeuws pand dat vroeger werd bewoond door de Stiftdames Felicitas, gravin van Merode, en Leopoldine, prinses van Arenberg. Onze kamer ligt recht tegenover de kolossale abdijkerk, die als het donker is verlicht wordt. Een schitterend gezicht. Toen we hier de vorige keer waren heb ik de abdij bezocht.  
De volgende ochtend vertrekken we op tijd, want we hebben een kleine 25 kilometer voor de boeg en het wordt vanaf vier uur al donker. Langs Kessenich en Geistingen lopen we naar het zuiden. Aan de overkant van de Maas ligt Stevensweert, bekend van de daar gevonden kantharos. Bij Maaseik, waar het pad helaas niet doorheen maar langs voert, steken we de Maas over. In Roosteren steken we kaarsjes aan in een kleine kapel. Via Illikhoven en Papenhoven komen we bij het Julianakanaal. Born ligt aan de overkant.

We zijn er ruim voor het donker wordt en nemen de tijd om even naar een café te gaan. Midden in het dorp, tegenover de kerk, ligt ‘De Auw Pastorie’. Het meisje achter de bar informeert naar onze wandeltocht en als wij niet zonder trots melden dat wij er zo’n 25 kilometer op hebben zitten vraagt zij of wij de Kennedymars wel eens hebben gedaan. Dit blijkt een jaarlijks wandelevenement te zijn waarbij de deelnemers 80 kilometer op één dag lopen, binnen 20 uur. Nee, dat hebben wij nooit gedaan. Zij wel. Wij zouden het niet kunnen, vrees ik. M. vindt vooral dat wij het niet willen. Lange Afstands Wandelaars lopen om andere redenen dan om zo'n prestatie neer te zetten.