Het
wordt vandaag net als gisteren zeer warm. Wij waren van plan de bus van tien
over acht uit Midsland te nemen om in de koelte van de vroege ochtend flink wat
kilometers af te leggen. Maar het loopt anders en wij nemen de bus van half
tien die ons een minuut of tien later aflevert in de Badstraat in Hoorn. Van
daar leidt het pad ons door woeste duinen en heidevelden naar het oosten van
het eiland. Er liggen een paar resten van vogels, jonge meeuwen aan de veren te
zien. Mijn vermoeden dat hier roofvogels bezig zijn geweest lijkt bevestigd te
worden als wij later op de dag een grote roofvogel vlak naast ons zien
opvliegen. Blijkbaar hebben we hem laten schrikken. Met veel geraas vliegt hij
weg.
Het
land is paarsig van de heide en geel van het duingras. Af en toe een struik met
oranje bessen, een duinroos en een struik met rode bessen. Cranberries zijn het
volgens mij niet, hoewel het eiland daar wel bekend om staat. Wat het wel is,
weet ik niet. Tussen de heide en ook soms op het zandpad groeit een plantje met
beeldige lichtblauwe bloemetjes, de kleur van korenbloemen.
Na
de Muzeplak en de Bietworteldune, zoals duingebieden hier heten, buigen wij af
naar het noorden. We lopen kennelijk niet helemaal goed en in plaats van via
het pad arriveren wij dwars door de duinen, zonder pad, op het strand. Dat is
zeer breed en volkomen verlaten. Je hoort alleen het geluid van de golven.
Helaas zijn er kwallen, maar er is ook een minizeetje (kinderzee, noem ik het)
en dat is vrij van kwallen. Dus in plaats van een duik in de zee nemen wij genoegen
met een ondiep badje, maar ook dat is heerlijk. Daarna lopen we op blote voeten
verder op het strand.
We
pauzeren in het Heartbreakhotel, een strandtent in de stijl van de Amerikaanse
jaren vijftig die dit jaar 25 jaar bestaat. Oude radio's, jukeboxen, foto's van
sterren en natuurlijk muziek van Elvis Presley. Het houtwerk is pastelkleurig
roze, blauw en geel geschilderd.
Daarna
lopen we nog een kilometer of drie over het strand om daarna af te buigen naar
het zuiden. Nu moeten wij volgens het
boekje dwars door de duinen lopen ('geen pad, geen markering'). De duinen zijn
hoog, dus we klimmen een stuk en dalen een soort zandravijn af. Weer voert het
pad ons langs duinen en heide. Aan de zuidkant van het eiland aangekomen lopen
wij over het gras op de dijk. Een fantastisch uitzicht over het grotendeels
droog liggende wad. De lucht ruikt naar zee: zilt, met iets van rotting. We
passeren een kudde schapen. Echt bang voor ons zijn ze niet, maar de meesten
lopen toch een eindje door als wij ze passeren.
Later
komen we langs een kudde koeien in een weiland. Ze staan op een kluitje rondom
de bak water. Niet dat ze drinken, maar ze genieten van de verkoeling die het
water biedt. Het is iets minder warm dan gisteren, maar toch tegen de dertig
graden. We hebben vier flessen water bij ons die we aanvullen als dat mogelijk
is. Het is geen overbodige luxe.
Ter
hoogte van Hoorn verlaten wij de dijk en buiten af naar het noorden. Wij strijken
neer op het terras van Zonneweelde, in dubio of wij nu nog vijf kilometer lopen
om bij onze stacaravan in Midsland aan te komen, of de bus nemen. We besluiten
door te lopen, ook al om praktische redenen: de bus is net weg en de volgende komt
pas over een uur. Net voor zes uur komen we thuis. We zoeken in ons tuintje de
schaduw op en koelen onze voeten in een bak water. We hebben er ruim twintig
kilometer opzitten. Later gaan we een hapje eten in Midsland, net als gisteren.