woensdag 14 september 2016

Terschelling II (WaddenWandelen)

Het wordt vandaag net als gisteren zeer warm. Wij waren van plan de bus van tien over acht uit Midsland te nemen om in de koelte van de vroege ochtend flink wat kilometers af te leggen. Maar het loopt anders en wij nemen de bus van half tien die ons een minuut of tien later aflevert in de Badstraat in Hoorn. Van daar leidt het pad ons door woeste duinen en heidevelden naar het oosten van het eiland. Er liggen een paar resten van vogels, jonge meeuwen aan de veren te zien. Mijn vermoeden dat hier roofvogels bezig zijn geweest lijkt bevestigd te worden als wij later op de dag een grote roofvogel vlak naast ons zien opvliegen. Blijkbaar hebben we hem laten schrikken. Met veel geraas vliegt hij weg.

Het land is paarsig van de heide en geel van het duingras. Af en toe een struik met oranje bessen, een duinroos en een struik met rode bessen. Cranberries zijn het volgens mij niet, hoewel het eiland daar wel bekend om staat. Wat het wel is, weet ik niet. Tussen de heide en ook soms op het zandpad groeit een plantje met beeldige lichtblauwe bloemetjes, de kleur van korenbloemen.

Na de Muzeplak en de Bietworteldune, zoals duingebieden hier heten, buigen wij af naar het noorden. We lopen kennelijk niet helemaal goed en in plaats van via het pad arriveren wij dwars door de duinen, zonder pad, op het strand. Dat is zeer breed en volkomen verlaten. Je hoort alleen het geluid van de golven. Helaas zijn er kwallen, maar er is ook een minizeetje (kinderzee, noem ik het) en dat is vrij van kwallen. Dus in plaats van een duik in de zee nemen wij genoegen met een ondiep badje, maar ook dat is heerlijk. Daarna lopen we op blote voeten verder op het strand.
   
We pauzeren in het Heartbreakhotel, een strandtent in de stijl van de Amerikaanse jaren vijftig die dit jaar 25 jaar bestaat. Oude radio's, jukeboxen, foto's van sterren en natuurlijk muziek van Elvis Presley. Het houtwerk is pastelkleurig roze, blauw en geel geschilderd.

Daarna lopen we nog een kilometer of drie over het strand om daarna af te buigen naar het zuiden.  Nu moeten wij volgens het boekje dwars door de duinen lopen ('geen pad, geen markering'). De duinen zijn hoog, dus we klimmen een stuk en dalen een soort zandravijn af. Weer voert het pad ons langs duinen en heide. Aan de zuidkant van het eiland aangekomen lopen wij over het gras op de dijk. Een fantastisch uitzicht over het grotendeels droog liggende wad. De lucht ruikt naar zee: zilt, met iets van rotting. We passeren een kudde schapen. Echt bang voor ons zijn ze niet, maar de meesten lopen toch een eindje door als wij ze passeren.

Later komen we langs een kudde koeien in een weiland. Ze staan op een kluitje rondom de bak water. Niet dat ze drinken, maar ze genieten van de verkoeling die het water biedt. Het is iets minder warm dan gisteren, maar toch tegen de dertig graden. We hebben vier flessen water bij ons die we aanvullen als dat mogelijk is. Het is geen overbodige luxe.

Ter hoogte van Hoorn verlaten wij de dijk en buiten af naar het noorden. Wij strijken neer op het terras van Zonneweelde, in dubio of wij nu nog vijf kilometer lopen om bij onze stacaravan in Midsland aan te komen, of de bus nemen. We besluiten door te lopen, ook al om praktische redenen: de bus is net weg en de volgende komt pas over een uur. Net voor zes uur komen we thuis. We zoeken in ons tuintje de schaduw op en koelen onze voeten in een bak water. We hebben er ruim twintig kilometer opzitten. Later gaan we een hapje eten in Midsland, net als gisteren.