Met
trein en bus reizen wij naar Veldhoven, waar volgens afspraak de taxi op ons
wacht. Hij brengt ons naar Vessem. Openbaar vervoer rijdt hier niet in het
weekend. We beginnen onze tocht waar de vorige keer zijn geƫindigd: op het
terras van De Gouden Leeuw. Dan vertrekken we in oostenlijke richting en
passeren Knegsel en Steensel.
Bij
de hoeve Broekhoven is in een klein bijgebouwtje een videopresentatie ingericht
over de geitenboerderij. De melk wordt geleverd aan een Belgische fabrikant van
zachte geitenkaas. De productie is enorm. Interessant om te zien hoe
zo'n boerderij reilt en zeilt. Triest vind ik dat de geitjes direct na de
geboorte bij de moeder worden weggehaald. De melk is voor de mensen. Zelfs de
allereerste melk is ze niet gegund. In het eerste halfuur van hun leven krijgen
ze kunstbiest te drinken. Bij koeien gaat het trouwens ook zo.
Wij
lopen verder langs de Broekhovensche Velden. Veel land langs het pad staat
blank. Het heeft in deze streek een paar dagen geleden enorm geregend. Op een
gegeven moment verandert ook het pad in een beek. Net als twee weken geleden
ontdoen we ons van sokken en schoenen en waden wij voorzichtig door het water.
In de buurt van de Volmolen is het pad weer begaanbaar. We drogen onze voeten
aan het gras. Vlak voor de Volmolen is een camping met houten huisjes. Hier
loopt het riviertje de Dommel, dat nu snel stroomt en waarvan het water hoog
staat. In een bocht gaat het zo snel dat een stuk oever is meegenomen. Het
water stroomt gevaarlijk dicht langs een van de huisjes. Twee mannen zijn in
de weer met stukken zeil en zandzakken.
Als
we bij ons logeeradres in Valkenswaard aankomen horen we van onze gastheer en
-vrouw dat het hier tot gisteren ook blank heeft gestaan. Het huis bleef
gelukkig droog maar in de lager gelegen tuin stond het water decimeters hoog.
De sporen van het water zijn in de straten nog duidelijk zichtbaar.