zaterdag 19 maart 2016

Knotwilgen (Pelgrimspad I: Groot-Ammers - Giessenburg)

We hebben deze wandeling een paar keer uitgesteld omdat het slecht weer was of omdat het langdurig had geregend, maar vandaag is het droog. En de hele afgelopen week is het droog geweest dus voor geglibber in de modder zijn wij niet bang. We starten niet eerder dan half elf met lopen omdat we na de treinreis naar Utrecht nog een uur in de bus richting Rotterdam zitten. Vanaf het Fortuijnplein in Groot-Ammers, waar net de catechisatie uitging toen we er vorige keer waren, lopen we naar het zuiden langs de Molenkade. 

We passeren een aantal groen geschilderde houten molens, waarvan het bovenste gedeelte met een steile trap te bereiken is. Zo te zien dienden deze molens om de polder te bemalen. De meeste draaien vandaag. Als je vlak bij de met zeil beklede zoevende wieken staat kun je je voorstellen dat een tik van de molen een behoorlijke impact heeft.  

We zijn in de Alblasserwaard. Het landschap is open en doorsneden door waterstromen. Opvallend is het grote aantal knotwilgen. Zo te zien is het nu de tijd om te knotten. Dat wordt aan het eind van de dag bevestigd door de eigenares van de B&B in Giessenburg, die zelf ook knotwilgen in de tuin heeft staan en vertelt dat de mannen vandaag geknot hebben.
Vroeger waren hier veel heuvels, rivierduinen uit de IJstijd, donken genaamd. Daarvan is een groot deel afgegraven. Een ervan, die zes meter boven de omgeving uitsteekt, is er nog. Het bevat een gehucht dat De Donk heet. Behalve eenden en ganzen zien we tijdens onze wandeling een groot aantal futen, reigers en waarschijnlijk ook kievieten. Helaas weten we de vogels niet goed te herkennen. Een wandelaar met een hond maakt ons attent op een witte reiger in de verte en vertelt dat die zojuist werd aangevallen door een kieviet. Op het pad zien we veel kapotte eierschalen. Lichtgroen; waarschijnlijk van eenden. Ook hier schiet onze kennis tekort. Verder liggen er veel grote schelpen, vaak in stukken, sommige zijn heel. Ze lijken uit de rivieren te komen want waar net gebaggerd is liggen de mooiste exemplaren. Ik neem er een paar mee.

We passeren de Betuwelijn en komen langs een punt waar het graf van een vrouw is gevonden. Vlak bij haar is een hond begraven. Bij het aanleggen van de spoorlijn zijn op voormalige rivierdonken resten van bewoning gevonden van 5000 voor Christus. De vrouw is om voor de hand liggende reden postuum ‘Trijntje’ genoemd.

Via Bleskensgraaf naderen wij Giessenburg. Het laatste lange rechte stuk lijkt erg lang… Wij lopen vandaag zo’n 23 kilometer. Tegen vijven arriveren wij in Bed & Breakfast De Giessenhoeve, gevestigd in het oude stalgedeelte van een zeventiende-eeuwse boerderij. We hebben er een heerlijke kamer met keuken en badkamer. Op advies van de eigenares gaan wij eten in restaurant 'De Koperen Snor', gevestigd in het gebouw dat vroeger bij het treinstation hoorde.