vrijdag 7 november 2014

Asperges en champignons (Pieterpad: Swolgen - Venlo)

Limburg ligt voor ons niet naast de deur. Wij nemen de bus van half acht en zijn om half twaalf in Swolgen om onze etappe te starten. Het pad voert ons langs het Schuitwater, een gebied rond een oude Maasmeander. Het is er nat en drassig, bijna een moeras. Het pad bestaat uit houten planken, een soort brug over het moeras. Tegen de gladheid zijn de planken bedekt met ijzergaas. De vegetatie is felgroen. Het lijkt wel een tropisch regenwoud, maar dan zonder de kleuren van bloemen en zonder de benauwde temperatuur. 

Nog steeds veel paddenstoelen, in vele soorten, maten en kleuren. Veel ervan zijn nu aan het rotten of ze zijn aangevroten door insecten. We zien nog wel een paar parelstuifzwammen in goede staat, wit en stevig. Bij Houthuizen passeren we een kapelletje, opgericht door de buurtbewoners uit dankbaarheid dat de buurtschap de oorlog goed is doorgekomen. Af en toe lopen we door bos, maar vooral langs bosranden met uitzicht op open velden. 

In Grubbenvorst lopen we langs het oude Ursulinenklooster uit 1860, inmiddels niet meer in die functie in gebruik. Voor het klooster staan drie witte obelisken, als fallussymbolen: een eerbetoon aan de asperge. Limburg doet er goede zaken mee, gezien de bijnaam ‘het witte goud’. Op sommige plaatsen zien we de aspergebedden liggen. In Grubbenvorst staat een groot aantal huizen te koop, zoals in veel dorpen die we op wandelingen zien. Prachtige huizen, ongetwijfeld voor een laag bedrag, maar wat gaat men hier doen? Onlangs was in het nieuws dat de huizenmarkt aantrekt in de grote steden, maar daarbuiten helemaal niet. Lege huizen leiden tot lege winkels en horecagelegenheden. Een trieste neerwaartse spiraal. Naast een leeg winkelpand staat een cafetaria waar zo te zien ook weinig reuring (meer) is. In het centrum van Grubbenvorst vinden wij een mooi café waar we van een echte Limburgse vlaai genieten. Daarna is het nog maar een klein stukje naar het veer over de Maas. Vanaf de overkant hebben we mooi zicht op de kerk van Grubbenvorst.


Vanaf dit punt  loopt het pad langs de Maas naar het zuiden. Onder Velden is er een alternatieve route voor als het hoog water is. Wij willen de hoofdroute lopen, die hier vlak langs het water moet gaan, maar de markering leidt ons langs de hoog waterroute. We volgen een pad door weilanden en gaan onder de snelweg door. Bij Genooi lopen we langs een bedrijventerrein om vervolgens bij een mooi kapelletje uit te komen. De oorspronkelijke kapel is van 1631. Cuypers breidde hem uit in 1916. Er komen veel mensen langs. In dit gebied is Océ prominent aanwezig. ‘Océ van der Grinten’, zeggen M en ik allebei, en we denken daarbij aan kleurstof, inkt of papier. In het boekje staat dat de oorsprong van het bedrijf sinds 1857 ligt in het boterkleursel van apotheker Van der Grinten in Venlo. Nu is Océ onderdeel van Canon. Kopieermachines, dus dachten we terecht aan inkt en kleurstof. Océ-weerd is de naam van dit gebied langs de Maas, waar men herstel van de natuurlijke Maasoevers nastreeft. Er grazen runderen met een krullende vacht als van een poedel. Af en toe ruiken wij een onmiskenbare champignongeur. Bij het passeren van een groot bedrijf wordt die geur heel sterk: Lutèce, een champignon-verwerkingsbedrijf. Door de ramen zien we mannen met blauwe plastic mutsjes aan het werk. Het doet laboratoriumachtig aan. 

Na Genooi loopt het pad dicht langs de Maasoever, wat mooie vergezichten oplevert. Aan de overkant staan de kale bomen als pluimen tegen de horizon. In de verte zien we de skyline van Venlo liggen. In het mooie oude centrum van Venlo zijn de straten versierd met verlichte mijters in kleur. Zulke sinterklaasverlichting zie je bij ons niet. Bij ons gebruiken de winkeliers een neutrale decemberverlichting, geschikt voor zowel Sinterklaas als Kerstmis. Zou het komen omdat de bisschop hier meer leeft dan in de Randstad? 

Ons hotel, het Wilhelminahotel, ligt recht tegenover het station. Een ouderwets hotel, waar treden van de krakende houten trap met oud beige tapijt is belegd. Het buurpand heeft interessant glas in lood in de voordeur. M heeft last van haar voeten en van een knie, zodat wij niet het centrum van Venlo ingaan maar in het hotel eten. Een heerlijke saté van hertenbiefstuk met wildsaus en rode kool. M is zo moe dat zij al om kwart over acht in de rust gaat. Ik loop nog even een klein stukje door het centrum, lees een krant in de eetzaal van het hotel en ga tegen half tien slapen. Ondanks het geluid uit de ruimte recht onder onze kamer, waar de Venlose Huzaren  -althans: de leden van de cultuurhistorische vereniging; huzaren zijn er allang niet meer in Venlo -een feestje hebben, slapen wij heerlijk tot een uur of half acht de volgende ochtend.