In september vervolgen we het pad langs de Romeinse Limes, de grens, die grotendeels langs de Rijn loopt. We begonnen met het Romeinse Limespad in augustus van dit jaar. Van Katwijk tot Bodegraven legden we zo'n zestig kilometer af. In Bodegraven pakken we nu de draad weer op, waarbij we min of meer de etappes van Wandelnet.nl volgen.
Vanaf Bodegraven lopen we een stuk langs de Rijn, net als vorige keer langs beeldschoon aangelegde tuinen. De dahlia's bloeien met uitbundig grote bloemen in felle kleuren. Het is schitterend weer.
Aan het einde van het dorp buigen we naar het zuiden, richting de A12 die je helaas duidelijk hoort. We steken er met een tunneltje onderdoor. Verder naar het zuiden passeren we Driebruggen, dat nog maar twee van de oorspronkelijke drie bruggen heeft. Het Limespad loopt hier parallel met het Pelgrimspad.
Vanaf Driebruggen gaat het pad verder naar het gehucht Papekop, volgens de uitleg in het boekje een samenvoegsel van cope en paap. Een cope is een contract om een gebied te mogen ontginnen, in dit geval een moerassig gebied dat van de bisschop van Utrecht was. Deze gaf stuken grond uit, de zogenaamde copeontginning. De opbrengst ervan moest gebruikt worden om te voorzien in het levensonderhoud van de pastoor, de paap, van Waarder. We passeren boomgaarden waar de bomen vol appels hangen. Verder zijn er overal bessen: rood, roze en oranje. Verderop zien we een walnotenboom, ik moet even opzoeken wat het is. Behalve de bekende bast waarin je de noten in de winkel koopt, hebben ze nog een dikke groene schil.Jammer genoeg is er in Papekop geen horeca te vinden, ondanks het symbooltje op de kaart.
Langs de spoorlijn lopen we richting Woerden. Voordat we het plaatsje binnenlopen moeten we weer via een tunnel de A12 onderdoor. Niet voor de eerste keer betreur ik de hoofdrol die de auto in het verkeer gekregen heeft. Het kabaal verpest vele natuurgebieden.
Op een van de laatste boerderijen voordat we Woerden binnenlopen staat een fraaie verzameling pompoenen uitgestald. We hebben vandaag volop kunnen genieten van al het moois dat de herfst te bieden heeft.Door het historische centrum en langs Kasteel Woerden lopen we naar het station.
Ten zuiden van Odijk, richting Werkhoven, komen we een schitterend wit kasteel tegen, Beverweerd. Van oorsprong is dit een dertiende eeuws kasteel en ridderhofstad. . Ooit was het kasteel eigendom van de familie Oranje-Nassau. Sinds 2004 wordt het bewoond door Geert Jan Jansen, een kunstvervalser van wie ik tot nu toe nooit had gehoord. Hij heeft er een paar jaar gevangenisstraf wegens het vervalsen van werken van onder meer Karel Appel op zitten. Nu woont en werkt hij in dit luisterrijke kasteel. Dat kan slechter. Jansen is een soort Van Meegeren van deze tijd.
Woerden - Utrecht
De maand erop, in oktober, reizen we weer per trein naar Woerden om ons pad weer op te pakken. We komen nu in het gebied waar de Rijn de Leidse Rijn heet. De Leidsche Rijn is eigenlijk een kanaal, gegraven omdat de Oude Rijn te ondiep werd door dichtslibbing. Het eerste deel van de tocht vandaag gaat over een zeventiende eeuw jaagpad langs de Oude Rijn. Er staan prachtige huizen met al even mooie tuinen. Het pad is wat drassig. Voor ons, met onze wandelschoenen, geen probleem, maar je kunt je voorstellen hoe het voor de schipper en zijn gezin geweest moet zijn om hier te lopen, ingespannen om de zware schuit te trekken, en dat steeds opnieuw. Het personenvervoer over het water liep sterk terug toen de treinen kwamen, maar voor goederenvervoer heeft het water nog tot ver in de vorige eeuw een rol gespeeld.
De maand erop, in oktober, reizen we weer per trein naar Woerden om ons pad weer op te pakken. We komen nu in het gebied waar de Rijn de Leidse Rijn heet. De Leidsche Rijn is eigenlijk een kanaal, gegraven omdat de Oude Rijn te ondiep werd door dichtslibbing. Het eerste deel van de tocht vandaag gaat over een zeventiende eeuw jaagpad langs de Oude Rijn. Er staan prachtige huizen met al even mooie tuinen. Het pad is wat drassig. Voor ons, met onze wandelschoenen, geen probleem, maar je kunt je voorstellen hoe het voor de schipper en zijn gezin geweest moet zijn om hier te lopen, ingespannen om de zware schuit te trekken, en dat steeds opnieuw. Het personenvervoer over het water liep sterk terug toen de treinen kwamen, maar voor goederenvervoer heeft het water nog tot ver in de vorige eeuw een rol gespeeld.
Via Harmelen lopen we naar De Meern, een plaats die zowel heel oud als heel nieuw is. Er zijn resten van een Romeinse nederzetting gevonden. En er is een enorme nieuwbouwwijk: de Vinexlocatie Leidsche Rijn, waar meer dan honderdduizend mensen wonen. Het oude is gevonden dankzij de bouw van het nieuwe. De huizen zien er best aardig uit en de wijk is inmiddels oud genoeg om bomen te hebben. Er is een mooi aangelegd park waar het pad deels over houten vlonders gaat. De wijk doet een beetje denken aan de nieuwbouwwijken in Amsterdam Noord, die er ook wel aantrekkelijk uitzien.
Dan lopen we de grootste attractie van deze etappe binnen: Castellum Hoge Woerd, op de plaats waar meer dan tweeduizend jaar geleden een Romeins fort stond. De wachttoren is nagebouwd. Als je het terrein oploopt, ervaar je echt hoe het in zo'n Romeinse legerplaats was. Het formaat is hetzelfde, de muren zijn even hoog. Het kabaal en de drukte van de soldaten moet je erbij denken.
Dan lopen we de grootste attractie van deze etappe binnen: Castellum Hoge Woerd, op de plaats waar meer dan tweeduizend jaar geleden een Romeins fort stond. De wachttoren is nagebouwd. Als je het terrein oploopt, ervaar je echt hoe het in zo'n Romeinse legerplaats was. Het formaat is hetzelfde, de muren zijn even hoog. Het kabaal en de drukte van de soldaten moet je erbij denken.
Hier is een Romeins schip te bewonderen, dat in de bodem is aangetroffen. Dat gebeurde in 1997, bij het bouwen van de wijk Leidsche Rijn. Dat leidde tot het grootste onderzoek naar Romeinse resten dat ooit in Nederland is gedaan, volgens de site van het Castellum. Waarschijnlijk is het schip vastgelopen op een ondiepte in de rivier en verlaten door de bemanning. Met achterlating van de scheepsinventaris en andere voorwerpen. Het schip ligt in volle glorie in een speciaal ervoor gebouwd klein museum, waar ook de voorwerpen die gevonden zijn liggen. Verder staan er wassen beelden van twee Romeinse vrouwen.
Indrukwekkend. De geschiedenis komt op een geweldige manier tot leven. Op school moest ik me langdurig verdiepen in de taal en de cultuur van de Romeinen, niet steeds tot mijn genoegen, maar er is best wat van blijven hangen en dat maakt het bekijken van deze vondsten en reconstructies extra leuk. Maar wat ging dat vertalen, onder andere stukken van De bello Gallico van Caesar, destijds moeizaam en langzaam...
Blij met wat we hier gezien hebben, lopen we verder richting Utrecht. Daarvoor steken we het Amsterdam-Rijnkanaal over via de Dafne Schippersbrug, de brug voor fietsers en voetgangers uit 1997 die Leidsche Rijn en Utrecht met elkaar verbindt. Hier, aan de rand van de Utrechtse wijk Oog in Al, eindigt onze tocht vandaag. Per bus en trein reizen we terug.
Blij met wat we hier gezien hebben, lopen we verder richting Utrecht. Daarvoor steken we het Amsterdam-Rijnkanaal over via de Dafne Schippersbrug, de brug voor fietsers en voetgangers uit 1997 die Leidsche Rijn en Utrecht met elkaar verbindt. Hier, aan de rand van de Utrechtse wijk Oog in Al, eindigt onze tocht vandaag. Per bus en trein reizen we terug.
Utrecht - Bunnik
Later in de maand oktober pakken we de draad weer op. Vandaag gaan we dwars door Utrecht. De wijk Oog in Al heeft een verrassing: het park Oog in Al. Hier was vroeger een buitenplaats. We passeren een houten koepeltje, zo te zien een folly die misschien wel bij het buitenhuis hoorde. Vijf jaar heb ik in Utrecht gewoond, maar hier ben ik nooit geweest. Er is ook een leuk restaurant: Landhuis in de stad. Nu uiteraard dicht vanwege de coronamaatregelen.
Na Oog in Al passeren we het gebouw van de Rijksmunt. Hier lopen we tussen de oude wijk Lombok en het Jaarbeursgebied in. Het Jaarbeursgebied is treurigstemmend lelijk, maar Lombok is onverwacht leuk. Opgeknapte huizen waar zo te zien jonge gezinnen wonen.
Later in de maand oktober pakken we de draad weer op. Vandaag gaan we dwars door Utrecht. De wijk Oog in Al heeft een verrassing: het park Oog in Al. Hier was vroeger een buitenplaats. We passeren een houten koepeltje, zo te zien een folly die misschien wel bij het buitenhuis hoorde. Vijf jaar heb ik in Utrecht gewoond, maar hier ben ik nooit geweest. Er is ook een leuk restaurant: Landhuis in de stad. Nu uiteraard dicht vanwege de coronamaatregelen.
Na Oog in Al passeren we het gebouw van de Rijksmunt. Hier lopen we tussen de oude wijk Lombok en het Jaarbeursgebied in. Het Jaarbeursgebied is treurigstemmend lelijk, maar Lombok is onverwacht leuk. Opgeknapte huizen waar zo te zien jonge gezinnen wonen.
De grootste verrassing hier is molen De Ster, een oude houtzaagmolen die met behulp van buurtbewoners in oude luister is hersteld. Dat gebeurde in 1988, en dat verklaart dat ik hier nooit eerder ben geweest, want ik studeerde tot 1985 in Utrecht. We drinken er koffie aan het water. Een heerlijke plek.
Dan duiken we het Jaarbeursgebied in, waar auto's de hoofdrol in het verkeer hebben. We passeren de Jaarbeurszijde van Hoog Catharijne en steken de spoorlijnen over via de Moreelse brug. Deze leidt ons naar de andere kant van het station, het Moreelse park.
Nu voert het pad ons door het centrum van Utrecht. Ook hier was een Romeinse nederzetting, vlak bij het Castellum in De Meern. Op het Domplein zijn er resten van te zien. De naam Utrecht herinnert aan de Romeinse naam Trajectum, letterlijk: oversteekplaats.
Dan duiken we het Jaarbeursgebied in, waar auto's de hoofdrol in het verkeer hebben. We passeren de Jaarbeurszijde van Hoog Catharijne en steken de spoorlijnen over via de Moreelse brug. Deze leidt ons naar de andere kant van het station, het Moreelse park.
Nu voert het pad ons door het centrum van Utrecht. Ook hier was een Romeinse nederzetting, vlak bij het Castellum in De Meern. Op het Domplein zijn er resten van te zien. De naam Utrecht herinnert aan de Romeinse naam Trajectum, letterlijk: oversteekplaats.
Langs de Oude Gracht, een deel van de Rijn, lopen we naar het Zuiden. Vroeger werd het grachtenwater gedronken en gebruikt voor het wassen en de bierbrouwerij. Er stonden hier vroeger tientallen brouwerijen. Sommige zijn nog te zien. Ook werd de gracht gebruikt voor vervoer, hier voor graan, hop, turf en biervaten.
Bij het Ledig Erf houdt het oude centrum op. Het water heet hier de Vaartsche Rijn. We lopen door de weinig interessante wijken Hooggraven en Lunetten, waar het verkeerslawaai prominent aanwezig is. Bij het Knooppunt Lunetten kruisen de A12 en de A27 elkaar.
Bij het Ledig Erf houdt het oude centrum op. Het water heet hier de Vaartsche Rijn. We lopen door de weinig interessante wijken Hooggraven en Lunetten, waar het verkeerslawaai prominent aanwezig is. Bij het Knooppunt Lunetten kruisen de A12 en de A27 elkaar.
Ten zuiden van de A12 lopen we naar het Oosten, waar we alweer een Romeins fort tegenkomen: Fort Fectio, nu Vechten genaamd. Iets verderop, in de buurt van Amelisweerd, ontmoeten we mijn lieve nichtje L., die in Utrecht studeert en met wie deze wandeling besluiten met koffie en heerlijke taart van de Veldkeuken, het restaurant in het koetshuis van Oud Amelisweerd.
Bunnik - Cothen
Begin november vervolgen we het Limespad in Oud Amelisweerd. Net als de vorige drie keren hebben we prachtig weer. Volop zon en weinig wind. Ideaal voor een herfstwandeling. We lopen naar kasteel Rhijnauwen, vlakbij Amelisweerd, en volgen vanaf daar de Kromme Rijn. Links aan de overkant van het water ligt Fort Rhijnauwen. We zien het niet liggen, maar wel de Hofstede Rhijnauwen, een achttiende eeuwse boerderij die bij het landgoed hoort.
Bunnik - Cothen
Begin november vervolgen we het Limespad in Oud Amelisweerd. Net als de vorige drie keren hebben we prachtig weer. Volop zon en weinig wind. Ideaal voor een herfstwandeling. We lopen naar kasteel Rhijnauwen, vlakbij Amelisweerd, en volgen vanaf daar de Kromme Rijn. Links aan de overkant van het water ligt Fort Rhijnauwen. We zien het niet liggen, maar wel de Hofstede Rhijnauwen, een achttiende eeuwse boerderij die bij het landgoed hoort.
De Kromme Rijn loopt hier in een wijde bocht van de A12 om Bunnik heen, terug naar de A12. Die hoor je hier jammer genoeg de hele tijd. Als je het geluid wegdenkt, is het hier een oase van prachtige rust. Vlakbij de stad, en toch heel landelijk. De huizen hebben vaak rieten daken en tuinen tot aan het water. Het is goed wonen hier, zo te zien.
Bunnik is een aardig dorp met een oude kern. Als we eromheen zijn gelopen kruisen we weer de A12. Hier staan geluidsschermen, die goed werken. De Kromme Rijn meandert hier verder. In de volgende bocht ligt het dorpje Odijk. Dorpen zijn kennelijk ontstaan in de bocht van de rivier.
Bunnik is een aardig dorp met een oude kern. Als we eromheen zijn gelopen kruisen we weer de A12. Hier staan geluidsschermen, die goed werken. De Kromme Rijn meandert hier verder. In de volgende bocht ligt het dorpje Odijk. Dorpen zijn kennelijk ontstaan in de bocht van de rivier.
Ten zuiden van Odijk, richting Werkhoven, komen we een schitterend wit kasteel tegen, Beverweerd. Van oorsprong is dit een dertiende eeuws kasteel en ridderhofstad. . Ooit was het kasteel eigendom van de familie Oranje-Nassau. Sinds 2004 wordt het bewoond door Geert Jan Jansen, een kunstvervalser van wie ik tot nu toe nooit had gehoord. Hij heeft er een paar jaar gevangenisstraf wegens het vervalsen van werken van onder meer Karel Appel op zitten. Nu woont en werkt hij in dit luisterrijke kasteel. Dat kan slechter. Jansen is een soort Van Meegeren van deze tijd.
Op het terrein van het kasteel is een boerderij met een tafel buiten waarop potten appelmoes en jam staan. Zelfgemaakt en biologisch geteeld. Er liggen ook zakken walnoten. Daarvan neem ik er een mee. Er staat een potje om geld in te doen, maar je kunt het ook overmaken of om een Tikkie vragen. Handig.
We blijven de Kromme Rijn volgen, langs Werkhoven. Het pad maakt een soort lus langs een watertoren. Richting Cothen wordt de rivier wat breder. Op veel plaatsen staan knotwilgen langs de oevers. Soms zijn ze oud, knoestig en gebarsten. Maar ze blijven uitlopen. Hoe ouder, hoe mooier ze zijn. Af en toe is een stukje berm langs het pad bezaaid met bloemen. Klaprozen, korenbloemen en een soort margrietjes. Prachtig om te zien, en onverwacht. Want ik dacht dat dit voorjaarsbloemen waren.
We lopen langs de rand van het dorp Cothen. Ook hier weer fraaie huizen. De snelweg is hier helemaal niet meer te horen. Wat een verademing. Wat dat betreft is het slechter toeven bij Amelisweerd, waar het knooppunt Lunetten ligt, de kruising van de A12 en de A27. Tegen de aanleg van het stuk A27 is in de jaren zeventig en ook weer in deze eeuw veel geprotesteerd. Tevergeefs.
We lopen langs de rand van het dorp Cothen. Ook hier weer fraaie huizen. De snelweg is hier helemaal niet meer te horen. Wat een verademing. Wat dat betreft is het slechter toeven bij Amelisweerd, waar het knooppunt Lunetten ligt, de kruising van de A12 en de A27. Tegen de aanleg van het stuk A27 is in de jaren zeventig en ook weer in deze eeuw veel geprotesteerd. Tevergeefs.
In Cothen nemen we de bus terug naar station Utrecht. We hebben inmiddels meer dan de helft van het Limespad afgelegd. Op weg naar het eindpunt, Nijmegen, hebben we nog heel veel moois voor de boeg.