Bij de stuw in Junne steken wij eerst een afgedamde rivierloop
en vervolgens de Vecht over. Via de Koedrift betreden wij landgoed Junne. Na
een krappe kilometer maakt de weg een bocht naar links. In de bocht ligt een
boerderij. Als het pad die nadert rennen twee grote herdershonden ons blaffend
en grommend tegemoet. Wij zien maar één optie: rechtsomkeert. Achter ons
naderen twee andere wandelaars. We vragen hen of zij misschien bekend zijn met
deze situatie. Maar de twee wandelaars uit Roermond lopen ook het Pieterpad en
zijn hier net als wij voor het eerst. Met zijn vieren besluiten we ruim voor de
boerderij het pad te verlaten en het veld over te steken. Maar zodra we één
stap in het veld zetten komen de honden er alweer aan. Brrr. Er zit niets
anders op: we lopen een stuk terug, nemen een parallel pad en pakken het
Pieterpad bij de Marsweg weer op. Better
safe than sorry, vinden wij alle vier.
In het Zeesserbosch passeren wij twee keer de spoorlijn en
naderen Ommen, een oude handelsplaats en Hanzenstad met tolrecht. Al in 1248
kreeg Ommen stadsrechten. Het is een klein stadje met een mooi oud centrum,
waar volop winkels en horecagelegenheden zijn. We eten bij Brasserie Tante Pos,
gevestigd in het voormalige postkantoor. Slapen doen wij bij hotel De Zon, dat
aan de andere kant van de Vecht ligt. We genieten van het uitzicht over de
Vecht én van de hyperrealistische schilderijen van Henk Helmantel, die hier
volop hangen. Het hout op zijn schilderijen lijkt meer op hout, email meer op
email, eierschaal meer op eierschaal en aardewerk meer op aardewerk dan in de
werkelijkheid. De texturen zijn realistischer en fraaier dan een foto kan zijn.
De volgende ochtend vertrekken wij na een uitgebreid ontbijt
in De Zon. Vandaag betreden wij de Sallandse Heuvelrug. De Besthmerberg is de
eerste heuvel die wij tegenkomen. Na Nieuwerbrug, waar we de Vecht weer
oversteken, komen we op een buitengewoon mooi stuk van de route. We beklimmen
de Archemerberg, een stuwwal van ruim 75 meter hoog. Dat zorgt voor een
prachtig uitzicht. Het pad is soms glad, dus we kijken goed uit, zeker met dat
stijgen en dalen. Her en der zien we jeneverbessen staan. Na de Lemelerberg,
waar we een stuk lager blijven dan de Archemerberg, zijn we op de helft. Tijd
voor een koffie in Lemele.
Het meest spectaculaire deel van de tocht hebben we dan wel
gehad. Het laatste stuk van de route loopt langs de Hellendoornsche Esch, een
licht verhoogde akker aan onze rechterzijde. In Hellendoorn zijn we prachtig op
tijd voor de bus, die eens in het uur gaat op zaterdag. Voldaan begeven we ons
huiswaarts.