Via duinen en naaldbossen gaan we via het Pad van Dertig
weer richting kust. Via de veenvallei waar vanaf september cranberries te
vinden zijn komen we bij hotel Seeduyn het strand op. Het terras is bevolkt met
keurige gezinnen, vaak met jonge kinderen. We pauzeren er even om van de zon te
genieten. Het pad voert ons dan weer
even landinwaarts, langs de tweede camping van het eiland, Stortemelk, die er
onaantrekkelijk uitziet. Het dorp is wat ons betreft de beste plek om te
logeren.
In het uiterste oosten gaan we
weer het strand op. Langs de kust varen een paar platbodems richting de
jachthaven. Het hooggelegen terras van de jachthaven biedt uitzicht over zee en
over de haven vol zeiljachten. Een goederenveerboot manoeuvreert zich er handig
tussen.
Als we bij de veerhaven zijn zit onze wandeling er weer op. Een prachtig eiland, Vlieland, met veel natuur. We blijven nog een derde dag op dit eiland, die we gebruiken om het Tromp’s Huys uit 1575 te bezoeken en een fietstocht over het eiland te maken. Het is vast niet de laatste keer dat wij hier zijn.