Pagina's

zaterdag 13 december 2014

Hertogdom Gelre (Pieterpad: Swalmen - Montfort)

Wat zijn wij blij dat wij vandaag wandelen en niet gisteren, toen het stormde en regende. Vandaag is het in Midden-Limburg droog. Om half elf zijn wij op het marktplein van Swalmen, waar we de vorige keer zijn geëindigd. Vóór ons lopen twee andere wandelaars, die uit dezelfde trein zijn gestapt. Wij zijn niet blij met dit gezelschap – dat zal vast wederzijds zijn – maar kunnen het toeval niet keren. Iets buiten Swalmen lopen wij langs Kasteel Hillenraedt. Dit imposante veertiende-eeuwse kasteel wordt nog steeds bewoond door een nazaat van de oorspronkelijke familie, de gravin van Wolff Metternich.

We passeren een berg knollen, waarvan M. weet dat het suikerbieten zijn. Die heb ik nog nooit gezien, hoewel ik vaak in Zeeland ben geweest. Daar worden ze volop verbouwd. Voorbij Boukoul (of Boekoel) komen we langs een zestiende-eeuwse kasteelboerderij, verbonden aan kasteel Hillenraedt. Zuidewijk Spick bestaat uit verschillende gebouwen. Aan de brievenbussen te zien zijn er vier huishoudens. Prachtig wonen hier. Een van de ramen is versierd met roze tule: een jarig meisje?
Verderop lopen we langs weilanden. Het pad is onbegaanbaar, dus we stappen over het prikkeldraad en lopen langs de rand van de wei. In de wei aan de andere kant van het pad rent een groepje jonge stiertjes rond. Speels bokken ze tegen elkaar.

Onze medewandelaars zijn gestopt voor een pauze. Mooi, dan zullen ze de rest van de dag achter ons lopen en niet voor ons. Even later komen we ze weer tegen, maar in tegenovergestelde richting. Wie lopen de verkeerde kant op? Wij zijn het; ergens hebben we iets verkeerd gedaan. We keren ons om, deze vriendelijke mensen achterna, maar bestuderen eerst maar even de kaart zodat er wat afstand ontstaat. Wij komen het stel vandaag niet meer tegen.

Bij Roermond kruisen we langs de provinciale weg de IJzeren Rijn, een stukje spoorbaan dat niet meer wordt gebruikt. Tussen 1879 en 1991 maakte het deel uit van de verbinding Antwerpen – Ruhrgebied. Het moest een concurrent worden van de Rijn, die Rotterdam met het Ruhrgebied verbindt. Omdat de Belgen heropening van de spoorlijn willen zijn de rails in het wegdek gehandhaafd. Er staan waarschuwingsborden bij, hoewel het spoor dus al decennia niet meer wordt gebruikt.

Na Melick zien we de basiliek van Sint Odiliënberg liggen. Vanaf de brug over de Roer stralen de twee witte torens ons tegemoet. In het dorp zelf is weinig ouds over. Net als in de omringende dorpen is hier in de Tweede Wereldoorlog zwaar gevochten en gebombardeerd. We hebben overwogen onze tocht hier te eindigen. Maar het gaat goed met de blessures en het is nog licht, dus we lopen door naar Montfort. In totaal 22 kilometer. In het laatste stuk door het bos, Het Sweeltje, staat het pad op sommige plekken onder water. De vette klei is glibberig en naast het pad lopen gaat moeilijk vanwege de braamstruiken.


Montfort hoorde vroeger bij Gelderland. Het was het bestuurscentrum van het Hertogdom Gelre. Ook hier is het centrum vooral naoorlogs. Net als in veel andere dorpen die wij passeren op het Pieterpad staat er veel te koop, tot het oude Raadhuis op de Markt aan toe. Vriendin en burgermoeder van  Roerdalen M. haalt ons hier op en onthaalt ons gastvrij bij haar thuis. Roerdalen is (nog) geen krimpgemeente, legt zij uit, maar een anticipeergemeente, hetgeen betekent dat bevolkingsafname dreigt. Haar man brengt ons later naar station Roermond. Hier checken wij alsnog uit bij de NS, wat ’s ochtends mislukte. Na tussenkomt van de lokettiste lukt het vervolgens om weer in te checken.

zondag 30 november 2014

Bernse vinex (Bern)

Zondagmiddag in Bern: tijd voor een wandeling. Van het Paul Klee Centrum, waar we een tentoonstelling van Klees werk bekijken, lopen we ongeveer anderhalf uur terug naar het centrum. Het museum ligt aan de rand van de stad. Rondom het bijzondere gebouw zijn de paden genoemd naar citaten uit titels van werken van Paul Klee. 


We passeren rijen huizen van rond negentienhonderd. Degelijke huizen met stevige fundamenten, die een dik pak sneeuw aankunnen. Vaak zijn ze gepleisterd en wit of geel en hebben ze geschilderde houten luiken. Een soort vinex-wijk, maar dan oud. Aan Sinterklaas wordt hier natuurlijk niet gedaan en de kerstversiering en –verlichting is al volop aanwezig.

zaterdag 15 november 2014

Eekhoorns (Clingendael)

Terwijl de wereld in brand staat houden de gasten in praatprogramma’s zich bezig met het analyseren van het Sinterklaasjournaal. Buiten regent het. Dat zal bijna de hele dag zo blijven. Ik ga naar buiten met het vage plan via het Haagse Bos en de Horsten naar Katwijk of zelfs Noordwijk te lopen, maar zie daar mede met het oog op het weer vanaf. In plaats daarvan doe ik een rondje Clingendael en Oosterbeek van een uur. Het is rustig. Een paar mensen laten hun hond uit. Twee keer zie ik een eekhoorn lopen. Fotograferen lukt niet. Ze zijn me te snel af.


zaterdag 8 november 2014

Mikwe (Pieterpad: Venlo - Swalmen)

Na een prima ontbijt in ons hotel, waarbij wij ook broodjes voor onderweg buit maken, vertrekken wij iets over negen. De koffie in het Limburgs museum slaan wij toch maar over, want we hebben vandaag meer dan 20 kilometer voor de boeg. In het museum hadden wij het zogenaamde Mikwe, Joods badhuis, kunnen bezichtigen. Deze oude stenen kelder is tien jaar geleden gevonden en integraal overgebracht naar een daarvoor speciaal gebouwde vleugel in het Limburgs museum. Kosten: drie miljoen. Vervolgens kwam men tot de ontdekking dat het hier helemaal niet om een mikwe gaat. Er is hier nooit een Joodse nederzetting geweest. Het Venlo Magazine van oktober, dat in de eetzaal van het hotel ligt, wijdt er een artikel aan met de titel: “Wat zou jij doen met het ‘Mikwe’?’ De drie bevraagde Venloërs vinden dat het behouden moet blijven, alleen al door het verhaal eromheen. Frans Pollux, zanger en schrijver: ‘Je kunt aan de hand van dat vermeende mikwe de museumbezoeker iets vertellen over hoe archeologie werkt, hoe wetenschap werkt, hoe politiek werkt en hoe journalistiek werkt. (…) Het is nog steeds niet duidelijk wat de functie van de kelder en het gebouw daarboven geweest is. Ik zou me dus richten op (…) het vertellen van het spannende verhaal over hoe een mikwe toch geen mikwe bleek te zijn. Schaam je niet voor dat pijnlijke traject, maar buit het uit en maak inzichtelijk hoe het zo heeft kunnen lopen. Menige thriller heeft een minder sterk plot.’

Vandaag is het stralend weer. Gisteren viel het trouwens ook mee. Zoals voorspeld viel er wat regen maar dat mocht geen naam hebben. De poncho’s konden in de rugzak blijven. Ten zuiden van Venlo is de route verlegd wegens de aanleg van de A74. Gelukkig is de nieuwe route goed gemarkeerd. We lopen een klein stukje verkeerd maar weten de route snel weer op te pakken. Bij een hertenkamp fotografeer ik een paar herten, waaronder een mannetje met een imposant gewei. In het wild lukt dat niet, zo dichtbij. We zijn in Limburg, dus we passeren verschillende kapelletjes met een mooi gebeeldhouwde Jezus aan het kruis. 

We volgen precies de grens tussen Nederland en Duitsland en lopen af en toe stukjes door Duitsland. De weg die over de grens loopt heet de Prinsendijk. Het is een oude Romeinse verbindingsweg. Net over de helft van de etappe van vandaag pauzeren wij voor een bospaddenstoelensoep in café De Grens. Het terras zit vol op deze prachtige dag. 

Verderop komen wij langs het lieflijk door het landschap meanderende riviertje de Swalm. Daar begint Swalmen. Aan de buitenrand zien we keurig aangelegde moestuinen met rozen, boerenkool, prei en aspergebedden. Midden in het centrum ligt de Markt, met de kerk en het oude raadhuis waarin nu een café is gevestigd (‘de Mert’). Daarnaast staat het nieuwe gemeentehuis en een nieuw politiebureau. Van hier lopen wij naar het station, van waar wij in ruim twee uur thuis zijn. Treinen gaan een stuk sneller dan streekbussen.

vrijdag 7 november 2014

Asperges en champignons (Pieterpad: Swolgen - Venlo)

Limburg ligt voor ons niet naast de deur. Wij nemen de bus van half acht en zijn om half twaalf in Swolgen om onze etappe te starten. Het pad voert ons langs het Schuitwater, een gebied rond een oude Maasmeander. Het is er nat en drassig, bijna een moeras. Het pad bestaat uit houten planken, een soort brug over het moeras. Tegen de gladheid zijn de planken bedekt met ijzergaas. De vegetatie is felgroen. Het lijkt wel een tropisch regenwoud, maar dan zonder de kleuren van bloemen en zonder de benauwde temperatuur. 

Nog steeds veel paddenstoelen, in vele soorten, maten en kleuren. Veel ervan zijn nu aan het rotten of ze zijn aangevroten door insecten. We zien nog wel een paar parelstuifzwammen in goede staat, wit en stevig. Bij Houthuizen passeren we een kapelletje, opgericht door de buurtbewoners uit dankbaarheid dat de buurtschap de oorlog goed is doorgekomen. Af en toe lopen we door bos, maar vooral langs bosranden met uitzicht op open velden. 

In Grubbenvorst lopen we langs het oude Ursulinenklooster uit 1860, inmiddels niet meer in die functie in gebruik. Voor het klooster staan drie witte obelisken, als fallussymbolen: een eerbetoon aan de asperge. Limburg doet er goede zaken mee, gezien de bijnaam ‘het witte goud’. Op sommige plaatsen zien we de aspergebedden liggen. In Grubbenvorst staat een groot aantal huizen te koop, zoals in veel dorpen die we op wandelingen zien. Prachtige huizen, ongetwijfeld voor een laag bedrag, maar wat gaat men hier doen? Onlangs was in het nieuws dat de huizenmarkt aantrekt in de grote steden, maar daarbuiten helemaal niet. Lege huizen leiden tot lege winkels en horecagelegenheden. Een trieste neerwaartse spiraal. Naast een leeg winkelpand staat een cafetaria waar zo te zien ook weinig reuring (meer) is. In het centrum van Grubbenvorst vinden wij een mooi café waar we van een echte Limburgse vlaai genieten. Daarna is het nog maar een klein stukje naar het veer over de Maas. Vanaf de overkant hebben we mooi zicht op de kerk van Grubbenvorst.


Vanaf dit punt  loopt het pad langs de Maas naar het zuiden. Onder Velden is er een alternatieve route voor als het hoog water is. Wij willen de hoofdroute lopen, die hier vlak langs het water moet gaan, maar de markering leidt ons langs de hoog waterroute. We volgen een pad door weilanden en gaan onder de snelweg door. Bij Genooi lopen we langs een bedrijventerrein om vervolgens bij een mooi kapelletje uit te komen. De oorspronkelijke kapel is van 1631. Cuypers breidde hem uit in 1916. Er komen veel mensen langs. In dit gebied is Océ prominent aanwezig. ‘Océ van der Grinten’, zeggen M en ik allebei, en we denken daarbij aan kleurstof, inkt of papier. In het boekje staat dat de oorsprong van het bedrijf sinds 1857 ligt in het boterkleursel van apotheker Van der Grinten in Venlo. Nu is Océ onderdeel van Canon. Kopieermachines, dus dachten we terecht aan inkt en kleurstof. Océ-weerd is de naam van dit gebied langs de Maas, waar men herstel van de natuurlijke Maasoevers nastreeft. Er grazen runderen met een krullende vacht als van een poedel. Af en toe ruiken wij een onmiskenbare champignongeur. Bij het passeren van een groot bedrijf wordt die geur heel sterk: Lutèce, een champignon-verwerkingsbedrijf. Door de ramen zien we mannen met blauwe plastic mutsjes aan het werk. Het doet laboratoriumachtig aan. 

Na Genooi loopt het pad dicht langs de Maasoever, wat mooie vergezichten oplevert. Aan de overkant staan de kale bomen als pluimen tegen de horizon. In de verte zien we de skyline van Venlo liggen. In het mooie oude centrum van Venlo zijn de straten versierd met verlichte mijters in kleur. Zulke sinterklaasverlichting zie je bij ons niet. Bij ons gebruiken de winkeliers een neutrale decemberverlichting, geschikt voor zowel Sinterklaas als Kerstmis. Zou het komen omdat de bisschop hier meer leeft dan in de Randstad? 

Ons hotel, het Wilhelminahotel, ligt recht tegenover het station. Een ouderwets hotel, waar treden van de krakende houten trap met oud beige tapijt is belegd. Het buurpand heeft interessant glas in lood in de voordeur. M heeft last van haar voeten en van een knie, zodat wij niet het centrum van Venlo ingaan maar in het hotel eten. Een heerlijke saté van hertenbiefstuk met wildsaus en rode kool. M is zo moe dat zij al om kwart over acht in de rust gaat. Ik loop nog even een klein stukje door het centrum, lees een krant in de eetzaal van het hotel en ga tegen half tien slapen. Ondanks het geluid uit de ruimte recht onder onze kamer, waar de Venlose Huzaren  -althans: de leden van de cultuurhistorische vereniging; huzaren zijn er allang niet meer in Venlo -een feestje hebben, slapen wij heerlijk tot een uur of half acht de volgende ochtend. 










zaterdag 1 november 2014

Warmterecord (Meijendel en strand)


Op het strand staat een dame, ontkleed vanaf haar middel, zich ongegeneerd met een grote handdoek af te drogen. Zij en haar man hebben net in zee gezwommen en ze zijn bepaald niet de enigen. Vrij bijzonder, in november. De vele wandelaars langs de kust dragen hun jassen over de arm. Sommigen hebben ook hun schoenen uitgedaan en lopen op blote voeten door de branding. Op deze wonderlijk warme eerste novemberdag lopen wij langs het nieuwe internationale strafhof in aanbouw langs de Waalsdorpervlakte naar Meijendel. Het is, naar later blijkt, de warmste eerste novemberdag ooit gemeten. We lopen zonder speciale route te volgen, op gevoel. Omdat wij geen van beiden over een goed ontwikkeld richtingsgevoel beschikken maken we een lange wandeling voordat we iets ten zuiden van Wassenaar het strand op komen. Als wij er met behulp van het kompas achter komen dat we al enige tijd naar het oosten lopen in plaats van naar de zee in het westen maken we rechtsomkeert. Het geeft niet, want het is een dag om zo veel mogelijk buiten te zijn. We zien paddenstoelen die in grote circels groeien, bomen met takken zonder blad maar vol felroze bessen, duinrozen die tegelijkertijd witte bloemen en rode bottels dragen, en verschillende soorten mos, van diepgroen tot bijna wit.

In de duinen zien we deze keer geen vossen. Dit weekend schrijft John Jansen van Galen in de NRC wat te doen bij een ontmoeting met al dan niet wilde dieren. Praktische tips, die wij op onze tochten goed kunnen gebruiken. De schrijver stond eens op een plank over een sloot in het Varkensland bij Broek in Waterland met aan twee kanten een kudde overenthousiaste pinken. Hij baande zich een weg tussen de runderen, die geen kwaad in de zin hadden, maar de wandelaars wel last bezorgden. 'Bij Ilpendam dreven ze ons steeds verder een sloot in en wisten we nog maar net, via de modderige oever, te ontsnappen', vervolgt hij zijn relaas. Vossen moet je niet voeren, want ze kunnen dan iets te gretig toehappen. Gelukkig zijn wij niet van plan vossen of welk wild dier dan ook te voeren. Zwanen verdedigen hun territorium fanatiek, vooral als ze broeden of jongen hebben. Ze kunnen met de kracht van hun vleugels je arm breken. Loop dus met een boog om zwanennesten heen, is het devies. Bij een kudde paarden kun je beter uit de buurt blijven. Ontmoet je een hond, probeer dan in te schatten of hij speels of kwaadaardig is, en let op je lichaamstaal. Angstig ineenskrimpen ziet de hond als een sein om ten aanval te gaan. Indringend aankijken ervaart een hond als provocatie.

Op het strand is het nog voller dan in de duinen. Wandelaars, zwemmers en ruiters genieten van deze dag. Het strand is op sommige plekken bezaaid met scheermessen. Zeemeeuwen doen zich te goed aan de inhoud. We lopen tot de hoge trap op de plek waar in de zomer ‘t Puntje staat. Jammer dat er helemaal geen strandtenten meer staan. Ze zouden op een dag als vandaag goede zaken doen. Door de duinen lopen we naar de Watertoren, waar we toevallig ook waren toen het open Monumentendag was. Leuk om dit negentiende-eeuwse monument, waar we zo vaak langs lopen, ook eens van binnen te zien. Aan de voet van de watertoren is een koffietentje waar wij heerlijk van de zon genieten. Op het strand was beter geweest maar nu is dit een goed alternatief. Vrijwel elk tafeltje buiten is bezet. Dan lopen we terug door de duinen, parallel aan de Van Alkemadelaan, tot we weer bij het strafhof in aanbouw zijn. 

vrijdag 31 oktober 2014

Perfect (De Horsten)




De wandeling die wij deze vrijdagochtend maken kan zó in een glossy magazine. Alles is zoals het moet zijn voor een herfstwandeling. Om half tien lopen wij in een stralende zon het bos in. De bladeren zijn prachtig aan het verkleuren en we zien honderden paddenstoelen. Van de meeste hebben wij geen idee hoe ze heten, maar de indrukwekkend grote vliegenzwammen herkennen we direct. We lopen de route van 7,5 kilometer en genieten anderhalf uur lang van de schoonheid van de natuur hier. Vaarten met slapende zwanen, vergezichten over uitgestrekte weilanden, de Seringenberg met het uitzichtpunt. Ook lopen wij langs het zwaar beveiligde huis van de koning, althans langs de met water, hekken en camera’s bewaakte rand van het landgoed. Vervolgens is het goed toeven in het Theehuis, waar wij op het terras zitten met vele andere wandelaars. Een perfecte ochtend.





maandag 27 oktober 2014

Rozen en paddenstoelen (Clingendael)


Een prachtige herfstmiddag in Clingendael. We lopen langs het laantje tegenover HVV, langs de boerderij en langs het huis waar nu Instituut Clingendael is gevestigd tot achterin het park. Daar steken we over naar Oosterbeek. De plek aan het eind, waar je over een grasveld naar de grote treurwilg kijkt, biedt zoals altijd een schitterend uitzicht. De bladeren kleuren goudgeel terwijl de rozen in het rosarium in volle bloei staan. Paddenstoelen steken overal de kop op. We zien vliegenzwammen en parelstuifzwammen. Een rondje Clingendael en Oosterbeek is een wandeling van ongeveer een uur. Perfect om even een frisse neus te halen.



zaterdag 5 juli 2014

Pieterpad II: Vorden - St Pietersberg (juni 2013 - april 2015)

Na rijp beraad is het zo ver: M en ik gaan het tweede deel van het Pieterpad lopen, van Vorden naar de Pietersberg bij Maastricht. Wij kiezen voor de zuidelijke helft omdat die mooier schijnt te zijn dan de noordelijke helft. In totaal 257 kilometer, van de 492 die het hele Pieterpad lang is. M is gewend aan wandelen in de bergen en vroeg zich aanvankelijk af of een wandeltocht door Nederland, zonder noemenswaardige hoogteverschillen, wel zou bevallen. Gelukkig blijkt na de eerste keer dat dit het geval is. M  geniet ook van dit Nederlandse wandelpad, vooral nadat zij haar zware bergschoenen heeft gewisseld voor lichtere wandelschoenen. 

Op 7 en 8 juni 2013 lopen wij van Vorden via Zelhem, waar wij in een modern huis in een buitengebied overnachten, naar Braamt. De zestien en achttien kilometers van deze eerste etappes vallen ons niet licht, maar het is een prachtig landschap met interessante bezienswaardigheden zoals kasteel Slangenburg, waar wij een stop maken. In september pakken wij het pad weer op om van Braamt via Millingen aan de Rijn naar Groesbeek te lopen. In december lopen wij één dag, van Groesbeek naar de oude spoorwegstad Gennep. Aan het centrum van Gennep met imposante gebouwen is nog te zien wat een belangrijke plaats dit vroeger is geweest. 

Wij zijn blij als wij er op 4 juli 2014 terugkeren en onze wandeling beginnen met een kop koffie bij hetzelfde mooie café als wij vorige keer onze dag eindigden. Ik  koop een grote strooien hoed, die bij nadere inspectie van papier blijkt te zijn. M heeft er al een, ook van papier. Van onze hoedjes van papier hebben wij op deze twee warme dagen veel plezier. In Vierlingsbeek overnachten wij heerlijk in B&B Kusters, die een houten huisje in de tuin ter beschikking heeft. De volgende dag, 5 juli, lopen wij naar Swolgen, waar wij onze etappe afsluiten in café Bram. Een kunstenares exposeert er interessante beelden met mozaïek. Op een vaas staat de oude en ware spreuk: ‘Van het concert des levens krijgt niemand een program’.