Op het strand staat een dame, ontkleed vanaf haar middel,
zich ongegeneerd met een grote handdoek af te drogen. Zij en haar man hebben
net in zee gezwommen en ze zijn bepaald niet de enigen. Vrij bijzonder, in november.
De vele wandelaars langs de kust dragen hun jassen over de arm. Sommigen hebben
ook hun schoenen uitgedaan en lopen op blote voeten door de branding. Op deze
wonderlijk warme eerste novemberdag lopen wij langs het nieuwe internationale
strafhof in aanbouw langs de Waalsdorpervlakte naar Meijendel. Het is, naar
later blijkt, de warmste eerste novemberdag ooit gemeten. We lopen zonder
speciale route te volgen, op gevoel. Omdat wij geen van beiden over een goed
ontwikkeld richtingsgevoel beschikken maken we een lange wandeling voordat we
iets ten zuiden van Wassenaar het strand op komen. Als wij er met behulp van
het kompas achter komen dat we al enige tijd naar het oosten lopen in plaats
van naar de zee in het westen maken we rechtsomkeert. Het geeft niet, want het
is een dag om zo veel mogelijk buiten te zijn. We zien paddenstoelen die in
grote circels groeien, bomen met takken zonder blad maar vol felroze bessen,
duinrozen die tegelijkertijd witte bloemen en rode bottels dragen, en verschillende
soorten mos, van diepgroen tot bijna wit.
In de duinen zien we deze keer geen vossen. Dit weekend schrijft
John Jansen van Galen in de NRC wat te doen bij een ontmoeting met al dan niet
wilde dieren. Praktische tips, die wij op onze tochten goed kunnen gebruiken.
De schrijver stond eens op een plank over een sloot in het Varkensland bij
Broek in Waterland met aan twee kanten een kudde overenthousiaste pinken. Hij
baande zich een weg tussen de runderen, die geen kwaad in de zin hadden, maar de wandelaars wel last bezorgden. 'Bij Ilpendam dreven ze ons steeds verder een sloot in en wisten we nog
maar net, via de modderige oever, te ontsnappen', vervolgt hij zijn relaas.
Vossen moet je niet voeren, want ze kunnen dan iets te gretig toehappen.
Gelukkig zijn wij niet van plan vossen of welk wild dier dan ook te voeren.
Zwanen verdedigen hun territorium fanatiek, vooral als ze broeden of jongen
hebben. Ze kunnen met de kracht van hun vleugels je arm breken. Loop dus met
een boog om zwanennesten heen, is het devies. Bij een kudde paarden kun je
beter uit de buurt blijven. Ontmoet je een hond, probeer dan in te schatten of
hij speels of kwaadaardig is, en let op je lichaamstaal. Angstig ineenskrimpen
ziet de hond als een sein om ten aanval te gaan. Indringend aankijken ervaart een
hond als provocatie.
Op het strand is het nog voller dan in de duinen.
Wandelaars, zwemmers en ruiters genieten van deze dag. Het strand is op sommige
plekken bezaaid met scheermessen. Zeemeeuwen doen zich te goed aan de inhoud.
We lopen tot de hoge trap op de plek waar in de zomer ‘t Puntje staat. Jammer
dat er helemaal geen strandtenten meer staan. Ze zouden op een dag als vandaag
goede zaken doen. Door de duinen lopen we naar de Watertoren, waar we toevallig
ook waren toen het open Monumentendag was. Leuk om dit negentiende-eeuwse
monument, waar we zo vaak langs lopen, ook eens van binnen te zien. Aan de voet
van de watertoren is een koffietentje waar wij heerlijk van de zon genieten. Op
het strand was beter geweest maar nu is dit een goed alternatief. Vrijwel elk
tafeltje buiten is bezet. Dan lopen we terug door de duinen, parallel aan de
Van Alkemadelaan, tot we weer bij het strafhof in aanbouw zijn.