Pagina's

zaterdag 20 juni 2015

Er gaat niets boven (Pieterpad I: Pieterburen - Garnwerd)


Nu wij eerder dit jaar het tweede deel van het Pieterpad hebben afgerond reizen wij af naar Pieterburen om aan deel 1 te beginnen. Groningen: er gaat niets boven. Om kwart over twaalf arriveren wij in Pieterburen. Eerst een kop koffie in een mooi ouderwets café. Aan de muur uitsluitend schilderijen van de zee. Wij reizen het laatste stuk, vanaf Winsum, in een klein streekbusje met nog twee gezelschappen Pieterpadders. Ook zij drinken hier koffie. Wij vertrekken als eerste om niet in een rijtje te hoeven lopen.

De omgeving is veel mooier dan wij hadden verwacht: geen kale winderige vlaktes, maar een vriendelijk landschap met veel planten langs de weg, dieren in de weilanden en af en toe een mooi oud dorpje. Er bloeien klaprozen, margrieten, boterbloemen, distels, klaver en tal van bloemen waarvan ik de naam niet weet. Af en toe komen we een enorme berenklauw tegen, waarvan de witte schermbloemen deels nog in de knop staan. Binnenkort barsten ze open. Het zingen van vogels en het gekwaak van kikkers begeleiden ons vandaag.
De dorpen zijn hier op verhogingen gebouwd, wierden genaamd, om ze te beschermen tegen het water. De vloed omspoelde de wierden. De Romeinse schrijver Plinius (23-79) schreef erover: ‘Twee keer keer per etmaal komt de oceaan daar met geweldige watermassa’s over een onmetelijke afstand opzetten en bedekt eeuwig een gebied waarvan het onduidelijk is of het bij het vasteland hoort of bij de zee. Daar bewoont dat arme volk hoge wierden of dammen die ze eigenhandig hebben opgeworpen tot de hoogste waterstand die ze hebben meegemaakt. Met hun hutten die ze erop hebben gebouwd lijken ze wel zeelieden wanneer water het omringende land bedekt, maar schipbreukelingen wanneer het water zich heeft teruggetrokken, en ze jagen rondom hun hutten op vissen.’
Na verloop van tijd bleek dat de grond van de wierden heel vruchtbaar was geworden, en daarmee geld waard. De bewoners staken grote delen van de wierden af om te verkopen. Vaak stopte men met afgraven bij het kerkhof en de kerk. Inmiddels zijn die afgravingen op sommige plaatsen weer hersteld.

Het eerste wierdedorp dat wij tegenkomen is Eenrum, met een mooie oude kerk. Bij Mensingeweer gaan we het Mensingeweerster loopdiep volgen. Het dorp heeft een imposante molen. Over de vaart is een hoge loopbrug gebouwd.  Hier voegt zich een ‘local’, zoals ze  zelf zegt, bij ons. Wij raken aan de praat en ze loopt een stukje met ons mee naar Winsum, waar zij een fiets gaat ophalen. Winsum is levendig: veel winkels en horeca. We zien meerdere Pieterpadders zitten op het terras van ‘De Gouden Karper’, waar wij uitrusten in de zon. De etappe eindigt hier, na 12 kilometer, maar het is prachtig weer en wij hebben nog wel zin in een stukje lopen. We besluiten door te gaan naar Garnwerd, een kleine vijf kilometer verderop. Vlak buiten Winsum verdwalen wij. Een man in een auto wijst ons de weg. Omdat zijn drie honden achterin de auto hard blaffen stapt hij uit om ons te woord te staan. Erg vriendelijk. Het pad voert ons dwars door de weilanden. Na het graspad belanden we op een asfaltweg, waar geen fietspad naast is en ook geen voetgangerspad. Er zijn veel auto’s, veel lawaai, en wij lopen noodgedwongen achter elkaar. Dat kan beter. En inderdaad. Een vrouw op een fiets roept ons en vertelt dat er een nieuw pad is dwars door de weilanden; het is wel gemarkeerd maar het staat nog niet in het boekje. Ook op de website heb ik het niet gezien. Onze redster, ook een wandelaar, loopt met haar fiets aan de hand met ons terug naar het begin van het nieuwe graspad en wijst ons hoe we er komen. Wij zijn haar zeer dankbaar. Aardige mensen, de Groningers. Het pad door de weilanden is een verademing. Aan de overkant van het Reitdiep straalt Garnwerd ons tegemoet met de molen en Café Hammingh. In het water liggen oude houten platbodems en er is een terras ‘Garnwerd aan zee’. Het ziet er aantrekkelijk uit, maar tegen het wat hoger gelegen terras van Café Hammingh kan niets op. Wij strijken er neer en omdat we moeten wachten op de belbus borrelen we daar niet alleen, maar eten er ook. Buiten, achter glas. Een goede keuze.