Pagina's

donderdag 15 september 2016

Terschelling III (WaddenWandelen)

Vandaag vertrekken wij vanuit onze logeerplek voor de laatste tien kilometer. Het is minder warm dan gisteren en eergisteren. Via weilanden lopen we naar Midsland, het mooie kleine stadje waar we al meerdere keren zijn geweest deze dagen. We lopen even over het kerkhof. Tegen de muur van de kerk staan stenen uit het begin van de zeventiende eeuw. Op het kerkhof o.a. graven van de familie Cupido. We drinken koffie in Oosterburen, de straat met fraaie oude huizen en veel winkels en horeca. 

Via ruisende naaldbossen komen wij bij het duinmeertje van Hee. Het water ziet er aanlokkelijk uit. Er zwemmen een paar mensen. De laatste paar kilometer voeren ons over de dijk aan de zuidkant van het eiland. De zon glinstert op het deels droge Wad, een prachtig gezicht. Er groeien felgroene planten, een soort zeesla.


Rond half twee arriveren wij in West-Terschelling, het begin- en eindpunt van deze wandeling van 46,2 kilometer. We lopen even door het stadje en passeren Het Behouden Huys, gewijd aan Willem Barentsz, die in 1597 overleed tijdens de overwintering op Nova Zembla. Doel van de expeditie was een snellere handelsroute vinden via de Noordpool naar China. 


Wij vieren het bereiken van het eindpunt met een fles Cava bij de lunch in de prachtige strandtent De Walvis, waar wij aan het begin van onze wandeling twee dagen geleden koffie dronken. De volgende ochtend nemen wij afscheid van dit eiland en reizen naar huis.

woensdag 14 september 2016

Terschelling II (WaddenWandelen)

Het wordt vandaag net als gisteren zeer warm. Wij waren van plan de bus van tien over acht uit Midsland te nemen om in de koelte van de vroege ochtend flink wat kilometers af te leggen. Maar het loopt anders en wij nemen de bus van half tien die ons een minuut of tien later aflevert in de Badstraat in Hoorn. Van daar leidt het pad ons door woeste duinen en heidevelden naar het oosten van het eiland. Er liggen een paar resten van vogels, jonge meeuwen aan de veren te zien. Mijn vermoeden dat hier roofvogels bezig zijn geweest lijkt bevestigd te worden als wij later op de dag een grote roofvogel vlak naast ons zien opvliegen. Blijkbaar hebben we hem laten schrikken. Met veel geraas vliegt hij weg.

Het land is paarsig van de heide en geel van het duingras. Af en toe een struik met oranje bessen, een duinroos en een struik met rode bessen. Cranberries zijn het volgens mij niet, hoewel het eiland daar wel bekend om staat. Wat het wel is, weet ik niet. Tussen de heide en ook soms op het zandpad groeit een plantje met beeldige lichtblauwe bloemetjes, de kleur van korenbloemen.

Na de Muzeplak en de Bietworteldune, zoals duingebieden hier heten, buigen wij af naar het noorden. We lopen kennelijk niet helemaal goed en in plaats van via het pad arriveren wij dwars door de duinen, zonder pad, op het strand. Dat is zeer breed en volkomen verlaten. Je hoort alleen het geluid van de golven. Helaas zijn er kwallen, maar er is ook een minizeetje (kinderzee, noem ik het) en dat is vrij van kwallen. Dus in plaats van een duik in de zee nemen wij genoegen met een ondiep badje, maar ook dat is heerlijk. Daarna lopen we op blote voeten verder op het strand.
   
We pauzeren in het Heartbreakhotel, een strandtent in de stijl van de Amerikaanse jaren vijftig die dit jaar 25 jaar bestaat. Oude radio's, jukeboxen, foto's van sterren en natuurlijk muziek van Elvis Presley. Het houtwerk is pastelkleurig roze, blauw en geel geschilderd.

Daarna lopen we nog een kilometer of drie over het strand om daarna af te buigen naar het zuiden.  Nu moeten wij volgens het boekje dwars door de duinen lopen ('geen pad, geen markering'). De duinen zijn hoog, dus we klimmen een stuk en dalen een soort zandravijn af. Weer voert het pad ons langs duinen en heide. Aan de zuidkant van het eiland aangekomen lopen wij over het gras op de dijk. Een fantastisch uitzicht over het grotendeels droog liggende wad. De lucht ruikt naar zee: zilt, met iets van rotting. We passeren een kudde schapen. Echt bang voor ons zijn ze niet, maar de meesten lopen toch een eindje door als wij ze passeren.

Later komen we langs een kudde koeien in een weiland. Ze staan op een kluitje rondom de bak water. Niet dat ze drinken, maar ze genieten van de verkoeling die het water biedt. Het is iets minder warm dan gisteren, maar toch tegen de dertig graden. We hebben vier flessen water bij ons die we aanvullen als dat mogelijk is. Het is geen overbodige luxe.

Ter hoogte van Hoorn verlaten wij de dijk en buiten af naar het noorden. Wij strijken neer op het terras van Zonneweelde, in dubio of wij nu nog vijf kilometer lopen om bij onze stacaravan in Midsland aan te komen, of de bus nemen. We besluiten door te lopen, ook al om praktische redenen: de bus is net weg en de volgende komt pas over een uur. Net voor zes uur komen we thuis. We zoeken in ons tuintje de schaduw op en koelen onze voeten in een bak water. We hebben er ruim twintig kilometer opzitten. Later gaan we een hapje eten in Midsland, net als gisteren.


dinsdag 13 september 2016

Terschelling I (WaddenWandelen)


Van het Waddenwandelen deden wij eerder al Schiermonnikoog en Vlieland. Gisteren arriveerden wij op Terschelling, het op een na grootste Waddeneiland. We logeren in een stacaravan op een rustig terrein in Midsland noord. De perceeltjes zijn omheind met hoge, brede confinerenhagen dus we hebben alle privacy. We huren een tandem om ons naar Midsland te vervoeren. Daar drinken we een borrel en we doen boodschappen om in eigen tuin een salade te eten.

De volgende ochtend nemen wij de bus naar West-Terschelling, waar wij gisteren met de veerboot aankwamen. We lopen even door het stadje en langs de Brandaris, de oudste werkende vuurtoren van Nederland. Hij is gebouwd in 1594, maar in het begin van de veertiende eeuw stond hier al een baken. Bij De Walvis drinken we koffie met uitzicht over het Wad en over het Groene Strand. Aan de kust staat een beeld van een  lange vrouw, weggedoken in de kraag van haar jas, die uitkijkt over het water. Het onderschrift: ‘Zij zijn niet waarlijk dood, die in ons harte leven’. De zee geeft en de zee neemt. 
 
Langs het Groene strand, de oorspronkelijke kustlijn die nu begroeid is omdat er aan de linkerkant van het eiland land is bijgeslipt, vervolgen wij het pad naar het noorden. Bij het bekende hotel Paal 8, een onaantrekkelijke grijze kolos, drinken wij een kop koffie en lopen het strand op. Een prachtig breed strand. Het is een zeer zomerse dag maar vol is het niet. Bij strandpaviljoen De Branding, een grote strandtent op houten palen die er het hele jaar staat, stoppen we weer. Door de warmte pauzeren we vaak. Dan lopen we een stukje door de duinen ten noorden van Midsland noord. Aan de kust zien we het Strandhotel Formerum liggen, waar ik in december een week op schrijfretraite was. Pas de volgende strandopgang nemen wij, bij strandpaviljoen Zandzeebar. Aardige woordspeling.

We steken het brede strand over om langs het water te lopen. Schoenen uit. Het koele water is een weldaad voor onze voeten en aan zee staat een aangenaam briesje. Na een kilometer of drie steken wij weer het zand over richting de duinen. We zijn dan ten noorden van Hoorn. Door het Hoornse bos lopen we zuidwaarts, waar de bushalte is die ons terug naar Midsland zal brengen. We hebben vandaag al verschillende paddenstoelen gezien maar hier zie ik vlak langs de weg een puntgaaf eekhoorntjesbrood staan. Ze schijnen niet zeldzaam te zijn, maar ik kom ze toch zelden tegen. Helaas is M. geen liefhebber, zeker sinds hij zo ziek is geworden van een door mij geplukt maaltje paddenstoelen, dus dat eekhoorntjesbrood staat er nog steeds.

In Hoorn hebben we nog ruim een half uur voordat de bus gaat en wij strijken neer op het terras van café de Groene Weide van de Terschellinger rockster Hessel van der Kooy. Op jonge leeftijd nam hij het café over, merkte dat er te weinig publiek kwam en tokkelde eens wat op een geleende gitaar. Het legde hem geen windeieren want zijn café begon als een trein te lopen, net als zijn muzikale carrière. Inmiddels ruim veertig jaar later speelt hij nog steeds een paar avonden per week in zijn café.


We borrelen in onze tuin en fietsen voor het diner naar Midsland. Oosterburen is een karakteristieke straat met mooie oude eilander huizen. Het Witte Huys, het restaurant tegenover de kerk, serveert ons helaas niet meer omdat het vijf over acht is, terwijl de keuken om acht uur dicht gaat. Gelukkig is het Oudhollandsch restaurant niet zo van de klok. Wij eten een heerlijk visje.